Nu we het toch over Keres hebben....


                  (Door Dr. Ir. R. A. Visser)

 

heb ik er gewoontegetrouw wat literatuur bijgesleept. Na het behalen van het einddiploma van de middelbare school kreeg ik van een oom het boekje “Vijf Schaakreuzen voor het wereldvenster” van Lodewijk Prins. Dit behandelt de eerste tien ronden van het wereldkampioenschap van 1948. Deelnemers waren Botwinnik, Euwe, Reshevski en Smyslov. Na tien ronden in Den Haag volgden er nog vijftien in Moskou en Botwinnik werd daar voor het eerst wereldkampioen. In boekje zat een formulier om het vervolg, dat de vijftien ronden uit Moskou ging beschrijven, te bestellen. Er was echter iets met auteursrechten, zodat Ome Lodewijk waarschijnlijk tandenknersend van het tweede deel heeft moeten afzien. Prins was als secondant aan Reshevski toegevoegd en heeft alle spelers dus van zeer nabij meegemaakt.

Over Keres schrijft hij onder andere:

In 1936 verscheen hij ook binnen onze landsgrenzen. Hij was twintig jaar en dus geen wonderkind, maar wat hebben wij ons in Zandvoort zoet vermaakt met zijn behendigheid in het wegwerpen van schaakpionnen als tollen!

Hij verstond ook de echte schaakkunstjes, dat hebben alle meesters op hun tijd pijnlijk ervaren. Maar terwijl Euwe de romantiek aan banden wil leggen (…) helt Keres meer over naar het tomeloze, waarin soms alleen met intuïtie kan worden gekoerst. Over de Haagse partijen:

Ronde 1 (tegen Euwe): Toen had ook Keres zichzelf niet langer in bedwang. Tweemaal verzuimde hij de kans, de partij in één zet te beslissen…

Ronde 2 (tegen Smyslov): Van alle kanten vielen de de slagen op Smyslov neer, het was werkelijk toveren met schaakstukken.

Ronde 3 (tegen Reshevski): In tijdnood weet Keres geen plan te vinden, Reshevski in nog groter tijdnood wel.

Ronde 5 (tegen Botwinnik): Maar de baksels die Keres ons in zijn volgende beurten voorzet, hebben (…) met verbijstering geslagen.

Ronde 8 (tegen Reshevski): Maar toen Reshevski zich (…) aalglad verdedigde- toen begon Keres te gapen. (Het werd een salonremise)

Ronde 10 (tegen Botwinnik): De levensmoede koning gaat liever snel ten onder dan eerst nog (…) te moeten doormaken.

In de epiloog over Botwinnik: Morphy’s erfgenaam Keres (…) blijkt nog altijd een verdovend ontzag voor hem te koesteren….

Tot zover Lodewijk Prins. Keres was populair door zijn plezierige omgangsvormen en doordat men zijn voorgeschiedenis kende. Als Ests nationaal kampioen in 1940 met vaderland en al door de Sovjet Unie geannexeerd, in 1941 bezet door Nazi Duitsland, vanaf 1945 een tijdlang geboycot wegens deelname aan “besmette” toernooien, toch weer doorgebroken en Sovjet-Kampioen in 1947: geen kleinigheid! In de jaren na 1948 had men overal met hem te doen, omdat hij telkens weer als tweede eindigde in de kandidatentoernooien en dus nooit de gelegenheid kreeg om de wereldkampioen uit te dagen. In de herfst van 1962 was ik aanwezig bij een vergadering van de Zwitserse Schaakbond, waarop verscheidene gedelegeerden aandrongen op een brief naar de FIDE met het verzoek om Keres een extra kans te geven. Het bestuur vond het een sympathiek voorstel, maar wees het af; men was tegen het scheppen van een precedent.

 

Keres is ook een keer in Leeuwarden geweest. Na het Hoogoventoernooi van 1966 verscheen hij op 10 februari samen met Kramer, Polugajevski, Portisch en Withuis in Zalen Schaaf voor een V & D simultaanseance. Vanwege de bar slechte weersomstandigheden en het nog niet zo wijdverbreide autobezit waren maar 100 van de 170 aangemelde schakers komen opdagen, zodat Withuis een vrije avond had.  Keres speelde tegen een vrij sterk deelnemersveld van 2 man, moest mr. Franx en S.H.Postma remise toestaan en verloor van ondergetekende. Het was die avond trouwens de enige nederlaag van een simultaangever en er stond de volgende dag dan ook een vette kop in de Leeuwarder Courant. Vooral Waling Dijkstra, die van achter de podiumtafel de uitslagen omriep, was dol-enthousiast. Achter die tafel zat later ook een hooggeplaatst FSB-bestuurslid, dat als medewerker aan het Philidorforum geïnteresseerd was in mijn partij. “Misschien is het wel iets voor de L.C. en anders zet ik hem wel in het Philidorforum”. Maar daar is nooit iets van terechtgekomen. In alle bescheidenheid meende ik dat de partij wel niet interessant genoeg zou zijn, want er komen geen spitsvondige offers of halsbrekende combinaties in voor. Keres voert in de opening een experiment uit, dat verkeerd uitpakt omdat ik de juiste tegenzetten vind. Daarna verzuimt hij zich op de juiste wijze teweer te stellen en gaat vrijwel geruisloos ten onder.

Ik heb de partij maar eens uit mijn archief gevist en zet voor zet door de computer laten beoordelen. Dat versterkte mijn vroegere conclusies, maar voor de volledigheid gaat de partij nu toch maar voor de tweede keer richting Philidorforum.

 

 

Wit: P. Keres    -   Zwart: R.A. Visser

 

1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 c6  Half-slavisch, tegenwoordig uit de mode, toen nog vrij gebruikelijk. 4.e4 Als simultaanspeler wil je de zaak overzichtelijk houden en gooi je de stelling graag open. 4….dxe4 5.d5(?)

Zie diagram onder:


  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  

 

Normaal is 5 Pe4 Lb4+. In zijn streven naar open vensters gaat wit te ver. Zwart kan nu pion e6, die zijn dameloper blokkeert, ruilen en daarmee zijn bewegingsvrijheid vergroten. Opmerkelijk is dat vanaf hier tot en met de tiende zet van zwart alle zetten van beide partijen ondanks de vele alternatieven ook de eerste keus van de computer  ( C ) zijn.  5…exd5 6.cxd5 Pf6 7.Lg5 Le7 8.Lc4 0-0 9.Pge2 cxd5 10.Lxf6

Zie diagram onder:


  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  

 

Hier komt ook 10 Lb3 in aanmerking 10…dxc4 11.Dxd8 (?) (C: 11 Le7 De7 12 Dd5 met herovering van één pion zonder dameruil. Keres vreest twee pionnen achter te komen en ruilt daarom ook maar de dames.)  11…Lxd8 12.Lxd8 Txd8 13.Pxe4 Zwart koestert nu een pluspion bij sterk gereduceerd materiaal. 13…Lf5 (C:  13…Pc6 14 Td1 Lf5 15 F3 Pb4) 14.P4g3 (C: 14 P2g3 ; dit is mogelijk omdat 14…Lxe4 15 Pxe4 Te8 geen stuk wint wegens 0-0-0) 14…Ld3 15.0-0-0 ( C: 15 0-0 Pc6 1 Tfd1 Tac8) 15…Pd7 16.Pc3 Pc5 (C: 16…Pb4 17 f3 Lg6 18 Tg1 b5) 17.Td2?

(C: 17 f3 Lg6 18 Td8+ Td8 19 Pe4  Wit verzuimt de laatste gelegenheid voor f3 om na 17…Lg6 18 Pe4 te kunnen spelen.)  17...Lg6

(C: 17…Tac8 18 The1 Pe6.) 18.Td5

 

Zie diagram onder:


  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  

 

18…Pd3+ 19.Kd2 Pxb2 20.Ke3 Pd3 (C: 20…Te8+ 21 Kd4 Pd3 22 Kxc4 Pxf2. Vind ik minder aantrekkelijk; de vrijpion op c4 wil ik graag in leven houden. 21.h4 (C: 21 Tb1 Te8+ 22 Pce4 b6 23 f3 f6 2 a4 ;hiermee had wit ondanks twee minuspionnen het zijn tegenstander nog knap lastig kunnen maken) 21…Pb4(C: 21…Te8+)  22.Txd8+ Txd8 23.h5 (C: 2 Tc1 Td3+ 24 Ke2 Td7) 23…Td3+ 24.Kf4 Txc3 25.hxg6 hxg6 26.Tb1 a5 (C: 26…Pd3+ 27 Ke3 Ta3 28 Kd4 Pf2) 27.Pe4 (C: 27 Pe2 Pd3+ 28 Ke4 Ta3 29 Pc1 Pf2 30 Kd4 Tg3)  27…Ta3 28.f3 c3 (C: 28…Ta2 29 g4 b6 30 Ke3 Ta3+) 29.Td1   Zie diagram onder:


  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  

 

29…Kf8 30.Td8+ Ke7 31.Tc8 c2 32.Pf2 Pc6  Wit geeft op.

 

R.A. Visser