SCHAKEN EN MODERNE BEELDENDE KUNSTEN

Door Ir. W.J. Klasma, Hurdegaryp

 

Bij schaken is het de kunst om, uitgaande van een overzichtelijke beginpositie, verwarring te scheppen, de tegenstander te ontregelen, om daarna tot een bevredigende oplossing te komen. Bij de hedendaagse beeldende kunstenmakers (ik blijf weigeren het woord ‘kunstenaar’ in de mond te nemen) is het de kunst om, uitgaande van een onoverzichtelijke beginpositie (de wereld schudt op haar grondvesten) nog meer verwarring te scheppen, de kijker fundamenteel te ontregelen, om daarna niets op te lossen. De schaker zoekt naar oplossingen, de kunstenmaker naar problemen. Ik wil graag een en ander toelichten. Kijkt u nu eens naar dit schilderij.

Wat ziet u?

Een man, een vrouw, een schaakspel. U ziet: een romantisch tafereeltje. De jongeman heeft zijn nieuwe vriendin op de thee gevraagd, en wil zijn coupe soleil laten zien. Op kapsels ben je snel uitgekeken, dus vertelt hij over zijn ervaringen met het Vedisch aquarelleren. Zijn vriendin reageert tertiair op alle door hem aangeroerde onderwerpen. Bovendien heeft ze de spraakwaterval van een overjarige schildpad. Uiteindelijk pakt hij in arren moede zijn schaakspel en na het tweede kopje thee legt hij uit wat de lange rokade is.
U denkt dat u dit ziet. Toch is dit niet wat de schilder bedoelde. Let U eens op de voet van de vrouw; die voet kan nooit zo gevouwen zijn, dat is een anatomische onmogelijkheid. Tenzij het een kunstbeen is dat ze even heeft afgeschroefd en vervolgens naast zich heeft neergelegd. De vorm van het schaakbord is niet alleen merkwaardig, maar zelfs uiterst merkwaardig. Er wordt wel thee gedronken, maar u ziet het niet (de kopjes staan op een tafeltje achter de dame). Ik wil maar zeggen: wat u ziet is een wereld die u bewust in verwarring brengt. Maar wat bedoelt de schilder dan met dit doek? Is het een verwijzing naar de eerste Punische Oorlog, zet het vraagtekens bij gestolde intermenselijke contactbereidheid, wil het de emotionele lethargie van de mensheid naar een filosofisch-ethisch plan tillen?  Want dat zijn toch de onderwerpen die de hedendaagse kunstenmaker bezighoudt en die hij ons aanreikt om er over na te denken.

Zien we wel wat we zien?


En precies dit is nu de essentie van de kunst: de wereld zien als één van de vele mogelijke werelden. Daartegenover is de essentie van het schaken juist: het schaakbord als de enige werkelijkheid zien. De schilder creëert zijn eigen wereld. Daarom kunnen kinderen en apen ook kunstwerken maken. Aan reproductie van de natuur is allang geen behoefte meer (dat was de Heer Helmantel even ontschoten), daar hebben we de fotografie voor. De opdracht van de hedendaagse beeldende worstelaar is: de mensheid aanzetten tot nadenken. En dan neem ik kunstenmaker in de allerbreedste zin van het woord. Iedereen die kunst maakt is kunstenmaker, of je nu oud, jong, aap of ezel bent. Laatst bezocht ik nog een tentoonstelling in Heerenveen met ‘kinderkunst’ en een internationale expositie met aquarellen van chimpansees in Washington.

Voor een Van Gogh geef ik geen cent (zijn potloodtekeningen! Ajakkebah!) en al helemaal  geen cent voor de twee portretten van Rembrandt (€ 160.000.000) die vroeger bij de Rothschildjes hingen. Wat Rembrandt op het doek flatste is namelijk helemaal geen kunst. Eigenlijk moet ik zeggen: daar is geen kunst aan. Het zijn plaatjes, zonder diepere gedachten, zonder verwarring achter te laten bij de beschouwer.
Ik kom nog even terug op het kunstbeen van de vriendin van de man met het blonde kapsel die de lange rokade aan haar uitlegde terwijl achter de rug van de vriendin twee kopjes thee stonden koud te worden. Want dat been schoot even door me heen toen ik van de week in Utrecht was. Voor het Gerechtsgebouw staat een iconisch object dat aan niemands aandacht zal ontsnappen. Voor cynici en oppervlakkige zielen is het makkelijk scoren (u kunt zelf de commentaren op dit werk wel bedenken), maar een mens van innerlijke beschaving kan niet anders dan deze magistrale uiting van diepgekwelde ziele-onrust, van de immense strijd tussen rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid, met zeer grote schroom tegemoet treden.

Kenners zeggen van het werk van Nicholas Pope dat het “een krachtige, abstracte uitstraling heeft, maar door het gebruik van natuurlijke materialen als hout en kalk het tevens een zachte kwaliteit bezit”.
Dat is precies wat gebeurt bij een confrontatie met dit kunstwerk. Ik ben voorstander van eigen onderzoek; niets slik ik voor zoete koek. Dus ben ik eerst langs het kunstwerk gelopen en warempel, ik voelde de zachtheid van de abstracte uitstraling. Dat was stap 1. Nu stap 2: je ontwijkt het object niet, maar loopt er tegen aan. Dat was een echte kunstconfrontatie. Ogenblikkelijk werd ik me bewust van de beloofde kracht die het object uitstraalt.
Een andere kunstconfrontatie had ik in Rotterdam. Ongetwijfeld bent u ervan op de hoogte dat er voor het vernieuwde station van Rotterdam twee enorme ballen geplaatst gaan worden. De treinreiziger kan onmogelijk voorbijgaan aan deze kunstuitingen. De kunstobjecten roepen vragen op: “Hoe verhoud ik mij tot deze ballen”, “In hoeverre zijn de ballen de vormgegeven non-dimensie van het Zijn”.

De ballen roepen dodelijke agressie op (“Pleurt op met je ballen”), maar dat is goed (“Helemaal goed”, hoor ik regelmatig, zelden: ”Een tiende goed” of “Vijf zevende goed”). Kunst moet reacties oproepen. Smeer een vloer vol met pindakaas, en de mensen gaan er Heideggeriaans over spreken. Hang een drol aan een touwtje, zet eronder: ‘Moeder met kind’, en er ontstaan interessante discussies. Aan te raden is om er vooral de prijskaartjes bij te vermelden (minimaal zes ton), zodat de goegemeente zich flink kan ergeren en ingezonden brieven naar dagbladen gaat sturen. Laat het vooral ook conceptueel zijn. Schakel zandkunstenaars in. Maak kastelen aan zee, maar blijf conceptueel. Conceptuele kunst kan me niet conceptueel genoeg zijn. Een kapotte gloeilamp in een kalkoen, uniek! Een lege tentoonstellingsruimte met een door de kunstenaar zelf omgebogen voorwiel van een fiets, je kunt me wegdragen.

Voorlopig wou ik het hier maar bij laten. Schaken en de beeldende kunsten hebben raakvlakken, maar staan ook vaak diametraal tegenover elkaar.

Diametraal tegenover elkaar staan ook IGM Igor Vascjntjnik en IGM Vladimir Brotstkshnav.  Deze foto stond in het Russische schaakblad Shakhmatnoe Obozrenie. Beide grootmeesters kijken elkaar recht in de ogen voordat ze gaan spelen om het kampioenschap van  Noord-Obozrenie. Dit heeft, schijn bedriegt (het lijkt wel beeldende kunst), niets met intimidatie te maken. De schakers wensen elkaar een sportieve wedstrijd, maar geven tevens de arbiters de gelegenheid om te controleren of de heren geen paarden of lopers of  onder de oksels verstopt hebben.

Als supplement had ik nog een alinea toegevoegd over het verband tussen schaken, beeldende kunsten en atonale muziek (rijk voorzien van beeldend materiaal met krachtige, abstracte uitstraling), maar die alinea’s zijn geschrapt door de webmaster. Het zij zo, het is ook ingewikkelde materie.

Tenslotte nog één opmerking over de kunstballen in Rotterdam: ikzelf had uit kiesheid, vulgariteit zij verre van mij, in plaats van twee, liever drie ballen voor het Centraal Station gezien. Alle drie graag zo geplaatst, dat treinpassagiers onmogelijk achteloos en gedachteloos om deze kunstzinnige uitingen heen kunnen. Daarnaast zouden de drie ballen een blijvend eerbetoon  zijn aan het Turks Nationaal Elftal dat op 6 september j.l. op onconceptuele wijze het Nederlands team heeft weggeschoffeld. Misschien kunnen onze jongens zich nog laten omschoffelen tot zandkunstenaar? Of zich als team melden voor de driedaagse cursus macrobiotisch breien voor linkshandigen?