DE LENTEKAMPIOEN LEGT UIT

Door Dolf Wissmann


6e ronde: Dolf-Sytze
In de Lentecompetitie was ik na de nederlaag tegen Eelke in 1e ronde, na overwinningen in de vier daaropvolgende ronden en een misstap van Eelke, toch aan de leiding gekomen. In de 6e ronde trof ik Sytze Faber, het zou een partij worden waarin vooral in de nasleep heel veel geschreven zou worden, als de onwetende lezer wist hoeveel, dan zou zij/hij echt wel begrijpen dat ik me nu beperk tot vooral het schaaktechnische gedeelte dat plaatsvond op 18 april, en dat ik slechts één zinnetje wijd aan het slotakkoord, dat zich afspeelde in de vijf dagen daarna. Dat ik met deze handelswijze suggereer dat het gehele staartje dat de partij gekregen heeft, voor zover het gebeurd is, moet worden beschouwd als een voetnoot in de schaakgeschiedenis is daarbij mooi meegenomen. 

Ook in schaaktechnische zin is over de partij een boek te schrijven, dat ga ik niet doen, maar laat ik toch een poging wagen de toch wel opmerkelijke gebeurtenissen op het bord te verklaren.  Beide spelers kenden in deze partij pieken en dalen, waarbij de dalen van de speler met de hogere rating (2015), dat was ik zelf, vrij diep waren en de pieken van de, op papier (rating 1527) mindere speler, Sytze, hoog, dat is tenminste mijn analyse.   Bij een ratingverschil van bijna 500 punten zal de speler met de hogere rating wel niet al te veel ruimte van professor Elo hebben gekregen om, in bijvoorbeeld een denkbeeldige match van 100 partijen, heel veel halve of hele punten af te staan en, het is waar, in zo’n geval wordt het krachtverschil meestal snel duidelijk. Maar zoals het meestal gaat, gaat het niet altijd en soms gebeurt het dat een verwachte superioriteit pas laat, erg moeilijk of zelfs helemaal niet aan het voetlicht komt, of dat er bij de beter geachte speler iets vreselijk mis gaat, en dat zo'n duel niet 'gewoon' uitmondt in de uitslag, waaraan in het in 1960 voltooide systeem van de gewaardeerde professor al een grote kans was toegedicht.

Het opmerkelijke aan mijn partij tegen Sytze was dat die zich in eerste instantie ontpopte als eentje waarin de speler met de hogere rating korte metten met zijn tegenstander leek te maken. Ik had al snel wat druk en toen Sytze op zet 12 zijn paard i.p.v. naar e7 op het ogenschijnlijk aantrekkelijke veld e5 had gezet en ik 13.f4 had gespeeld bleek het beest verloren te gaan en kwam ik een stuk voor. Een zet later leek de zaak al zo goed als beslist toen bleek dat een met 13.-Pd4? ingezette tegenactie nog meer materiaal ging kosten. Zwart zou helemaal geen tijd krijgen om de toren op a1 te verorberen omdat hij eerst nog zijn dame aan een aanval moest onttrekken (met 15.-Dh6, anders mat op g7), dit alles zou zwart na 15.Kd2! alleen kunnen verhinderen, zag ik wel, door 15.-Le3+ 16.Kxc2 Lxf4!. Als wit dan die loper elimineert staat hij drie stukken voor, maar ik verwierp dit toch vooral omdat ik het een beetje vervelend vond dat zwart dan uiteindelijk niet op mijn dameaanval (14.Lxe5!) hoeft te reageren... Vind ik mijn beslissing om daarom 15.Kd1? te doen, en meer in het algemeen, mijn eigen gedachtekronkels in deze en de fase daarna van een grote snuggerheid getuigen? Eeeh .. nee.  

Okay, het zijn er in de partij na dat rare besluit op de 15e zet weliswaar geen drie, maar ook met één stuk voor blijft een voor wit gewonnen stand op het bord en een zet later is zwart wel degelijk gedwongen tot 16.-Dh6, haha, dat was goed gezien! Na 17.Ld3! d5! komen van mijn kant echter meer vreemde beslissingen, de nog werkloze toren in het spel brengen met 18.Tae1! zou heel logisch en sterk zijn, maar ook na 18.Ld4 of 18.Dg5 zou ik wellicht nooit meer een woord aan 15.Kd1? vuil hebben gemaakt, okay, ik deed dus 18.Th3?? en omdat ik na 18.-Pc4+ onraad begon te voelen en de eerste paniekaanval, hoewel nog van zeer lichte aard, kreeg, deed ik daar wat je (ik wel tenminste) in zo'n situatie wel eens doet, je begint om je heen te meppen, i.p.v. 19.Ke2! werd het dus 19.Lxc4??, dat ik daarmee de situatie er niet beter op had gemaakt werd me na 19.-dxc4 echter wel snel duidelijk (want 20.Pc1? f6!). Mijn computer vindt dat wit op dat moment alleen met 20.Dh2!! (met het idee g2-g4-g5, na 21.g2-g4 brengt 21.-g5 geen redding vanwege 22.hxg6 e.p.) voordeel houdt, met enige goede wil is te beweren dat ik met 20.Dh4? aardig in de buurt zat, want 20.-cxb3? 21.g4!, de pionopmars naar g5 is een dreiging die, zo lijkt mij, makkelijk gemist kan worden, maar tot overmaat van ramp bleek ik ineens tegen Houdini te spelen en dus kwam: 20.-Ld8! 21.Df2 f6! (de beste, ondanks het feit dat 21.-cxb3 ook al voordeel geeft) 22.Ld4 e5! 23.Le3 Lxh3! 24.gxh3 en, nadat ik in de afgelopen fase een beetje de hoop had gekregen dat Sytze, na vier keer versmaden, die knol op b3 echt niet wilde hebben, kreeg ik, met 24.-cxb3!, ook nog een vijfde mokerslag op rij te verwerken. Op dat moment realiseerde ik me dat het op een of andere manier gewoon gebeurd was, na een fase waarin het krachtsverschil inderdaad zo'n 500 ratingpunten leek te zijn geweest, echter in het nadeel van de beter geachte speler, was diens totaal gewonnen stelling veranderd in een ruïne. Zou het kunnen dat de professor deze mogelijkheid totaal over het hoofd gezien had?!, ik heb wel eens gehoord dat ze knap verstrooid kunnen zijn.

Wat me heeft bezield om in de volgende fase, ik meen bij de 32e zet, met bovendien voor mij al krappe bedenktijd, toch nog een remiseaanbod af te slaan, tja, tijdens de partij ben ik in het algemeen vaak nogal optimistisch over mijn eigen kansen, als ik op dat moment had geweten dat ik de klok (foutief) had ingesteld en dat ik voor al mijn zetten vanaf de 41e er niet meer dan 15 seconden bedenktijd bij zou krijgen had ik het vast wel aangenomen. Hoewel er in de zojuist gedane beschrijving misschien momenten zitten die op het tegendeel wijzen blijf ik beweren dat ik toch niet helemaal van gisteren ben en na dameruil begon het inderdaad steeds meer tot me door te dringen dat dit hele avontuur voor mij wel eens fout af zou kunnen lopen. Met 38.-Tc5 leek Sytze me de torenruil 39.-g5+ 40.Txg5 Txg5 41.Kxg5 van plan te zijn en toen zag ik nog één 'trucje' dat me misschien nog zou kunnen redden en ik speelde a tempo 39.b4 g5+ 40.Kh5!?!?, waarna inderdaad, wat ik al hoopte, 40.-gxf4+ 41.bxc5 volgde. Dat de 40e zet zwart, hoewel een vergissing, in werkelijkheid door de computer wordt bestempeld als de beste zet zag ik overigens pas een maand later: na 41.-Txh3+! 42.Kg5 Tg3! is het pionneneindspel dat na torenruil ontstaat, gewonnen voor zwart. In werkelijkheid gebeurde echter 41.-Te5+?, en pas met die zet geeft zwart echt een groot deel van het voordeel weg, daarna is de marge ineens niet zo groot meer, en toen de zetten zich vervolgens ook nog steeds meer begonnen te gedragen naar het scenario dat onze 'prof' destijds bij de ontwikkeling van het model dat hij uiteindelijk toen het af was, naar zichzelf, 'Elo-systeem' zou noemen, al was aangegeven als het meest waarschijnlijke, keerden de kansen snel en kreeg wit zowaar toch nog een gewonnen stelling.

In films is soms sprake van een zogenaamde 'twist', ergens is er een moment dat het verhaal ineens een totaal andere wending neemt, en het lijkt mij dat een goede scenarioschrijver er een beetje zuinig op dient te zijn, want een film waarin de 'twists' je om de oren vliegen, die slaat nergens op, twee 'twists' in één film lijkt me zelfs al wat aan de hoge kant. Bij een schaakpartij heb je natuurlijk niet één persoon die het scenario schrijft en dus de gebeurtenissen vrijelijk naar zijn hand kan zetten waardoor je tot op zeker hoogte de zaken hebt te nemen zoals ze komen, maar moet er nu in een partij waarin m.i. al twee kanjers van 'twists' te zien zijn geweest dan ook nog een derde volgen?!? Moet een speler die een bijna zeker geachte winstpartij eerst ‘gewoon’ aan het winnen, toen aan het verliezen was, om vervolgens in het derde bedrijf, meer door geluk dan wijsheid, okay ik geef het toe!, op wonderbaarlijke wijze toch nog aan een nederlaag te ontsnappen, als klap op de vuurpijl dan nog onderworpen worden aan een zinloos gevecht met die 15 seconden extra bedenktijd die hij zichzelf aan het begin van het duel voor zijn 41e en alle daarna nog volgende zetten heeft toebedeeld?!? Het leven kan wreed zijn. 
De weergegeven zetten zijn niet alle zetten die werden gespeeld op die 18e april, er volgden er nog 10 a 20 en de stelling bleef tot het eind toe voor wit gewonnen, de intensiteit van het zonet al aangekondigde gevecht en de paniek, ik moet toegeven dat die inmiddels van wat zwaardere aard geworden was, als gevolg van de plotselinge constatering dat mijn vlag al gevallen was, heeft er voor gezorgd dat ik niet meer alles op de harde schijf heb kunnen opslaan. Een week na de partij meende ik zeker te weten wat er gebeurd moest zijn, ondanks het feit dat erkende klokdeskundigen me al hadden verzekerd dat het helemaal niet kan, dat er per zet 15 seconden van de bedenktijd af gaat. Hoe dan ook, en over het slotbedrijf zou ik het kort houden, de wedstrijdleider besliste uiteindelijk in mijn nadeel en daar moest ik vrede mee hebben, al snel had ik dat ook, waarna mij niets anders restte dan Sytze met de overwinning te feliciteren. 



11e ronde: Derk-Dolf
Dat mij, eenmaal in de strijd om de Lentecup, er veel aan gelegen was, toen de kans zich nadrukkelijk aandiende, om 'm te gaan grijpen ook, viel in het verslag van de 10e ronde al te lezen, ook al klopte wat er stond feitelijk niet helemaal. De omstandigheden rond de 11e ronde leverde nieuw bewijs voor het een en ander. Mijn zus(je) was die dag, 23 mei, namelijk jarig en ik was uitgenodigd om dat feit 's avonds bij haar thuis, in Minnertsga, te vieren. In de aanloop naar die dinsdag had ik daardoor eerst nogal wat lobbywerk te verrichten om te verklaren dat ik 's avonds negen uur nog niet op het feest zou zijn, en uiteindelijk hoopte ik maar dat de belofte dat ik mijn best zou doen rond tienen te verschijnen, de uitleg dat de Cup anders misschien wel naar Eelke zou gaan, en dat dat heel erg was, alsmede de belofte dat ik een eventuele winstpartij aan haar op zou dragen, genoeg zou zijn. Ik kreeg te horen dat ik na twaalven eigenlijk niet meer hoefde te komen, nu had de angst dat ik in dat geval misschien gelijk aan de afwas zou worden gezet er al voor gezorgd dat die optie door mezelf als 'minder aantrekkelijk' was aangemerkt. Er was me dus veel aan gelegen om dichter bij tienen dan bij twaalven op het verjaardagspartijtje te arriveren, een ideaal scenario leek me om met een vol punt op zak de bus van 21:45 (station) te halen en dan een half uur later, in een korte plechtigheid, de opgedragen partij, haha wat een origineel cadeau!, te overhandigen. Een probleempje in de uitvoering van het plan leek me wel dat zowel tegenstander Derk als ikzelf gerangschikt kunnen worden onder de zogenaamde 'diepzeeduikers', een categorie schakers voor wie denkpauzes van meer dan een kwartier geen uitzondering zijn. 

Met 5.g4? maakte Derk een fout in de opening, met het paard op g1 nog op stal dient vóór die zet veld e4 meestal gedekt te zijn of moet wit 5.-Le4 met 6.f3 kunnen beantwoorden, hier was dat niet het geval (6.-Dh4+), en na het gedwongen 6.Pf3 meende ik al een stevig voordeel te hebben dat na 7.Pc3?! (7.c3!) a6! nog groter werd. Na 10.-Dxd4! is het voordeel overduidelijk, en zelfs een hardnekkig verdediger als Derk (11.Dxd4! Pxd4 12.Kd1!) strijdt daar al bijna voor een verloren zaak. Net als 12.-h5! leek het gespeelde 12.-Td8?! me vervolgens sterk, de computer antwoordt echter met het opmerkelijke 13.Pxe4! om na 13.-Pb3+ te komen met 14.Pd6+!, ook dan overigens nog wel voordeel voor zwart. Na 13.Ld2 moet ik eigenlijk gewoon het sterke 13.-h5! spelen, waarom ik daar dan weer voor het meer risicovolle, en ook nog mindere 13.-f5? moet kiezen, ik weet het niet. Enfin, wit pakt met 17.Pg5! en 18.Te1+ de tegenkansjes maar gaat met 19.Pxh7? nadrukkelijk in de fout, het paard is daar op een dwaalspoor. Beter zou 19.c3! zijn geweest, zoals de langsgekomen Egbert vlak na de partij al suggereerde, dat zwart dan voordeel houdt met 19.-h6! en vooral niet 19.-Txg5?? moet doen (20.Txe7+! Kxe7 21.Lxg5+ en wit wint) had ik volgens Stockfish goed gezien. Een laatste kansje voor wit om te vechten zou 21.Pg5! geweest zijn, ook al blijft de stelling na 21.-Kf6! verloren.   

Toen Derk opgaf was het, dat zul je dan altijd zien, ongeveer 21:40 uur, die bus van 21:45 ging zonder mij vertrekken. Toen ik Derk in de na-analyse (want ik had nog wat tijd over tot de volgende bus, iets na half elf van het station) vertelde welk een, weliswaar klein, leed me, ondanks de overwinning, was overkomen, vertelde hij me dat hij in Pingjum woont en dat, naar zijn overtuiging Minnertsga wel ongeveer op de route Leeuwarden-Pingjum ligt. Heeft het zin om dit allemaal te vertellen als er daarna van de kant van Derk geen genereus aanbod was gevolgd en ik niet rond kwart over tien wel degelijk met mijn originele cadeau onder de arm op dat feest was verschenen?! Het lijkt mij van niet.  
Okay, hierbij de partij, opgedragen aan Annie.