LENTECOMPETITIE 2017 - DEEL 3

door Wietze J. Klasma (Wieuwerd)


Mijn gepubliceerde reiservaringen van het dorp Vrouwenparochie hebben me veel lucratieve aanbiedingen opgeleverd. Van dertien (13) gemeenten kreeg ik het verzoek om ook eens door hún dorpen te wandelen en daar een historisch verantwoorde (maar wel toekomstgerichte) reportage van te maken. Alle verzoeken heb ik afgewezen, omdat het verslaan van de lentecompetitie vanzelfsprekend voorrang heeft. Een ander gevolg van het artikel was, dat honderden belangstellenden opeens, tot ontsteltenis van de Froubuurtsters, naar Vrouwenparochie kwamen om daar de dorpelingen in hun klederdracht te fotograferen tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Ook is mijn huis in Hurdegaryp belaagd door gemeentebesturen en horden paparazzi. Dat heb ik drie dagen volgehouden. Toen hebben mijn vrouw en ik besloten om te verhuizen, en wel naar Wieuwerd. Hurdegaryp is al één grote begraafplaats, maar Wieuwerd spant de kroon. Je kunt hier alleen dood gevonden worden. Dat blijkt uit de folders van de lokale VVV.



Mijn vrouw en ik willen voorlopig hier nog niet dood gevonden worden; wij willen gewoon rustig op zondagmiddag met een kopje thee en een Mariakaakje voor ons huis zitten, zonder daarbij lastig te worden gevallen door notoire zondagsvervelers. De inwoners van Wieuwerd zijn wars van rang, stand en titulatuur, daarom heb ik besloten om voortaan mijn academische titels achterwege te laten en me te laten tutoyeren. Bovendien dacht men hier dat ik arts was en ben ik al drie keer benaderd voor een consultatie. Wietze J. dus voortaan.
Als inleiding voor het verslag van de lentecompetitie heb ik ditmaal gekozen voor ‘De snode bijbedoelingen van het schaakspel’. Een actueel item, dat jong en oud bezig houdt. U kent de bekende openingszin: “Zullen we een potje schaken?”. Deze intro suggereert meer dan op het eerste gezicht lijkt. Aan de hand van enkele illustraties uit het verleden hoop ik dit te kunnen verduidelijken.


Negen heren op leeftijd betwisten elkaar de voorrang om te mogen schaken met de jongedame. Zij is aan zet en lijkt meer geïnteresseerd in het schaakspel dan (in) de heren. De oude bankier die zijn hand uitstrekt heeft geenszins de bedoeling om de jongedame te weerhouden van haar zet, maar wil alleen maar haar hand (pars pro toto) vasthouden. Zijn drankzuchtige vriend probeert hem opzij te duwen, omdat hij vindt dat hij nu aan de beurt is. De enigszins corpulente, zich aan het achterhoofd krabbende schout bij nacht heeft al perverse nachtelijke visioenen. De man links biedt de dame iets aan, maar wat? Een velletje bont? Had ze gisteravond een kledingstukje laten liggen? Dan is er nóg een jonge dame die door twee heren wordt aangesproken met de vraag of ze een potje wil schaken. Haar ijzige blik zegt genoeg: “Met jullie?”. De andere heren wachten op hun beurt en dromen maar zo’n beetje weg.
Geld en beroemdheid trekken aan. Dat zien we op dit schilderij:


De vermogende, zoetgevooisde grijsaard, in de bloei van zijn schaak-carrière, laat een van zijn winnende zetten zien. De dames staan op scherp. Wie o wie haalt deze kanjer, dit lot uit de loterij binnen? De dame rechts schijnt de beste papieren te hebben. Met haar superieure houding veinst ze belangstelling voor de winnende zet, maar je ziet de bankbiljetten, parelsnoeren en  buitenhuizen onder haar pruik woelen. De dames links kijken dan ook met giftige blikken naar deze voordringster. Och, mochten allen deze grafsteen uit mijn nieuwe woonplaats toch overwegen:


Het schaakspel wordt uitsluitend door mannen gebruikt om met de vrouwen, of met elkaar, in contact te komen. Wat dacht u van:


We zien hier twee veelbelovende schaakjonkers, die na de onbesliste partij zullen gaan spelevaren op de Seine, een achteroverleunende edelman die een afspraak mag maken met de winnaar en de als lakei vermomde gastheer die alle geneugten aan zijn neus voorbij ziet gaan. Het schaakspel als lokmiddel, maar ook als bron van erotisch ongenoegen.

Tenslotte:


 

De vrouw geeft duidelijk aan verder te willen gaan met winnende varianten van het dame-gambiet, maar de gladjurk heeft heel andere varianten in zijn bolle kop.
Schaken, beste schakers, is geen onschuldig tijdverdrijf, maar uitsluitend een methode om een aanbedene aan de haak te slaan en/of nageslacht te genereren.
Nu komt die verduvelde brug er weer aan. Hoe kom ik van het ‘potje schaken’ naar de lentecompetitie? Voor deze keer: “Welke brug is dit?”. De eerste inzender met het juiste antwoord zal rijkelijk worden beloond.


Dat was de brug, nu de lentecompetitie.
Het werd een latertje voor me. De partij tussen Eelke en Derk was heel spannend. Derk had op het laatst nog 22 minuten en Eelke zat al in tijdnood met zijn 4,5 minuten. Beiden hadden nog een toren, maar Derk had twee pionnen meer. Twee pionnen! Dan ram je toch door, zou je zeggen. Maar door dat verrekte Fischertempo wist Eelke de zaak te traineren en jawel, binnen korte tijd zaten beide spelers op ieder 2 minuten. Eelke had zijn notatieschrift allang opzij gegooid, maar Derk bleef maar noteren. Ik dacht werkelijk: die gaat straks ook nog door de vlag. Derk won uiteindelijk, maar het bloedstollende schouwspel was niet goed voor mijn hart- en bloedvaten, dat kan ik u verzekeren.  Ik geef Rinze groot gelijk dat hij niet met dat oeverloze, wanneer-houdt-het-nu-een-keertje-op-tempo mee wil doen en gewoon de klassieke 1.45 uur en 15 minuten verlenging wil spelen. Een partij moet toch een keer afgelopen zijn. Deze op vatting wordt niet door iedereen gedeeld en vaak moet Rinze dan uitleggen dat beide spelers het over de speeltijd eens moeten zijn. Daarom hier uit het ongewijzigde Reglement Interne Competitie Philidor 1847, 201-2017 onder het hoofdstuk ‘De spelregels en de wedstrijdleider’ :
Het speeltempo is 35 zetten in een uur en drie kwartier…..    Indien beide spelers dat wensen kan echter het Fischertempo van 1.45 + 15 seconden per zet voor elke speler gehanteerd worden. 
Nadat Rinze en Sytze het speeltempo waren overeengekomen, kon de strijd beginnen. De enige onderbreking was het oorverdovende kindergekrijs uit het mobieltje van Oene. Oene had al tegen Jan gezegd dat zijn vrouw ziek was en dat daarom de kinderen hun vocale gang konden gaan. Rinze en Sytze toverden een interessant eindspel op het bord. Sytze had sterke lijnen, won fraai een loper en toen moest Rinze wel opgeven. Dolf had korte metten gemaakt met Kees. Dolf omzeilde de Blackmar-Diemer en spijkerde Kees genadeloos vast. Dolf heeft over deze avond een zeer lezenswaardig verslag gemaakt (ik word genoemd!), dat ik met zijn toestemming mag publiceren:

28 maart 2017, clubavond Philidor, Play-off en Lente-competitie

Als we een (half) uurtje onderweg zijn valt de openingsbehandeling van Oene me op. Hij heeft na acht zetten alleen nog maar pion-zetten gedaan. Van de h-pion is-ie afgebleven, een van de pionnen heeft dus twee keer gespeeld, maar al zijn stukken staan dus nog mooi op een rijtje op de onderste rij. Het doet me denken aan een partij die ik ooit in mijn schaakrubriek in het Friesch Dagblad toonde, waarin de witspeler, ik meen, 17 zetten met de pionnen (en alle acht wel een keer) deed, voordat zijn hand ook eens richting onderste rij ging. Hij stond na die 17 zetten, een record herinner ik me, nog gewonnen ook! Nog voor ik erover na heb gedacht wie dat ook al weer was, deelde ik mijn observatie met Eelke en, zoals alleen Eelke je voor het blok kan zetten, en eigenlijk voordat ik het in de gaten heb, heb ik ''Wie?!!'' in mijn gezicht gesmeten gekregen. Het is een 'key moment' op deze dag, dat voel ik meteen. Razendsnel gaan mijn hersens de overvolle bakken met (on)zinnige schaakinfo in mijn brein af en na ongeveer twee seconden hoor ik mezelf ''Diemer'' zeggen. Het komt er in mijn eigen beleving vrij overtuigend uit. Als ik mijn wandeling voortzet, begin ik echter te twijfelen. Was het niet toch Blackmar? Zou wel grappig zijn trouwens. Even later speelt Oene 9.Dxd3, ai!, jammer! Ondanks het feit dat-ie mogelijk een Philidor-seizoens-record heeft neergezet, blijft hij negen zetten van het record van (waarschijnlijk) Diemer verwijderd. Z'n mobieltje (dat legaal aan stond) schijnt het nog het ergst te vinden, want het begint even later ongenadig te blèren, tenminste dat vertelt (mijn) tegenstander Kees me (tijdens het geblèr ben ik net even de zaal uit voor een sanitaire onderbreking). Toevallig kom ik na dat intermezzo naast de hoofdrolspeler in dit verhaal te staan. Een geschikt moment, lijkt me, om hem mee te delen dat zijn poging om vanavond geschiedenis te schrijven (voor wat betreft het aantal achtereenvolgende pionzetten tenminste) is mislukt en dat daarmee het record, zo weet ik 99% zeker, in handen van Diemer blijft. Voor de zekerheid zeg ik er nog even bij dat die ene procent voor Blackmar is, mocht het die dan uiteindelijk toch blijken te zijn dan zit ik er weliswaar naast, maar dan is de juiste naam toch maar mooi wel degelijk ook genoemd en dan ga ik, zo maak ik mezelf wijs, vast
vrijuit. Thuisgekomen het een en ander gecheckt en ha ha, ja hoor, het wás Diemer! Kijk voor de 17 zetten van Diemer en de gewonnen stand die hij er mee bereikte (!) bijvoorbeeld maar eens in de onvolprezen Chess Curiosities van Tim Krabbé:  https://timkr.home.xs4all.nl/chess2/diary_17.htm . Het gaat om dagboek nr. 335, 'Backrankers'. Door de partij Diemer-Heiling heen klikken kan (bij mij) links op dezelfde pagina (de bovenste partij in het partijbestand op die pagina is Greet-Lie maar geen paniek!, het betreft geen partij van 'Blonde Greetje' die opdook in het verslag van Dr. Ir. Klasma van de tweede ronde van de Lentecompetitie). In Diemer-Heiling wordt duidelijk dat niet alle acht pionnen speelden, daar gaat mijn poging een feilloos geheugen te etaleren; b2 bleef staan! In 2007 blijkt het record van Diemer geëvenaard te zijn door Berg (met zwart) en ook hij won. Soms is er wel met de stukken gespeeld maar komen ze toch weer alle acht weer op de onderste rij terecht. Krabbé noemt in datzelfde dagboek 335 een beroemd voorbeeld waarin dat gebeurde: Lasker-Steinitz, Hastings 1895. Geïnteresseerd in meer leuke partij-records? Zie bijvoorbeeld, bij diezelfde Krabbé (niet Jeroen, dat is z'n broer):  https://timkr.home.xs4all.nl/records/recordstxt.htm.
Tot zover Dolf.
Pieter won van Jan. Jan had al een keer remise aangeboden, maar Pieter had geweigerd. Op een gegeven moment zag ik Pieter met een biertje rondlopen; die partij was dus afgelopen. Hoe het ging, wilde ik weten. “Dat moet je aan Jan vragen”, was zijn antwoord. Alle zalen van Priyas ben ik als gewetensvol verslaggever doorgelopen, maar Jan was spoorloos. Een open eind. Erik en Henk waren lang bezig. Weer een interessant eindspel. Erik laat hier de laatste zetten zien:


Peter verloor van Jeppe, omdat hij een loper weggaf. “Nou, ja….weggaf…”. “Ja, als jij hem hier neer zet, dan kan ik ‘m toch gewoon slaan, toch?”. “Hmmm, toch is het niet echt weggeven”. “Niet?”. “Ja, als je het zo bekijkt….”. Dat zijn nu de analyses die me opvrolijken en blij naar huis doen gaan.