LENTECOMPETITIE 2017 - DEEL 5

door Wietze J. Klasma (Wieuwerd)

 

de einduitslag van het snelschaken was ik u nog verschuldigd:

 

De lentecompetitie: er schaakte tien man in de play-off, het vijfde team speelde tegen Dokkum 2, en zo bleven er voor de lentecompetitie acht liefhebbers over. Siem en Rinze speelden remise. Rinze kwam beter uit de opening, maar al heel gauw dreigden er allerlei matvarianten. Toch wist Rinze een stuk te winnen, maar omdat hij in ernstige tijdnood kwam, is tot remise besloten. Ik denk dat Rinze zich nu achter zijn hoofd krabt….als hij voor het Fischer-tempo had gekozen, dan had hij telkens 15 seconden per zet erbij gekregen. Bovendien was de druk van 35 zetten verdwenen. Wie weet gooit hij het roer om! Eelke won van Erik. Ik vroeg Eelke om een korte karakteristiek van de partij. “Luister: een Ben-Oni in de voorhand, nou, dan weet je het wel. Een gepointeerd middenspel, waarin uiteindelijk een invasie over de witte velden een beetje mat veroorzaakte”. Om verduidelijking heb ik niet gevraagd; hij heeft ’t al zo druk. Natuurlijk heeft Eelke ‘een beetje mat’ badinerend gebruikt en is hij een voorbeeldig stilist, maar het moet me wel van het hart dat het tegenwoordig met het Nederlands bar slecht gesteld is. Na ‘een beetje’ word je doodgegooid met “…en dan heb ik zoiets van…”; “ …een soort van….”; “een iemand (zeg dan ook maar: twee iemanden, drie iemanden)”; “eigenlijk”; “zeg maar”; “dus”. Dat levert dan op: “Vanmorgen zei een iemand die ik kan tegen me dus dat ik eigenlijk een behoorlijk soort van ongelijk had zeg maar omdat in het Nederlands van iets als zeg maar de taal zoals die uitgesproken wordt als het ware eigenlijk een soort van uitwisseling is tussen twee iemanden. Nou dan heb ik zoiets van: laat je eigen dus maar eigenlijk eens nakijken”. Gehoord op de radio: “Ja, als je het visueel bekijkt, dan zie je dat het gezichtsbedrog is”. Een leraar mindfulness: “Mindfulness is een soort van wakker worden”. Ik noem dit maar een soort van Nederlands.

Die Benoni was trouwens een akelig meervoudige persoonlijkheid: eerst een zoon van Jacob, dan een kunstschilder en dan weer hup een wielrenner; hij verstopt zich in een roman van Knut Hamsun, verschuilt zich in een stad in Zuid-Afrika om uiteindelijk als appel terug te komen. Daar zou ik ook een gepointeerd middenspel van krijgen.

Al na een half uur kwam Eelke op me afgerend (nadat hij eerst onder luid gevloek een deur had willen openen die geblokkeerd bleek te zijn, waardoor zijn Koninck op Ben-Oni-achtige wijze werd vermorst) met: “Wietze, deze partij schreeuwt om publicatie!!”, daarbij wijzend (en weer bier morsend) op de partij tussen Dolf en Derk. Deze partij volgt nu, diepgaand geanalyseerd door Dolf:

‘Dat er in de lentecompetitie spoedig een ontmoeting met Derk plaats zou vinden (als ik het aantal nederlagen beperkt zou houden), kon ik de laatste weken al min of meer voorspellen. Nadat ik vorige week zwart tegen Erik van der Lee had gehad, stond ik met de kleuren op 1-3 en kon ik er al vast over na gaan denken wat ik met wit tegen Derk zou doen. Bij mijn weten hadden we maar één keer eerder tegen elkaar gespeeld en dat was vorig jaar op de snelschaak-avond bij Philidor. Hij had een wat obscure variant op mijn Koningsgambiet gespeeld. Ik was twee stukken voor komen te staan, maar Derk bleek taai; er kwam wat knoeierij van mijn kant bij, misschien kwam ik zelfs nog wel verloren te staan, hoe dan ook, het eindigde met remise. Maar welke variant had-ie ook al weer gespeeld?!? Ik kon het niet meer bedenken! Echter, op de website van Philidor staat niet alleen een schat aan fraaie literatuur, er is bovendien de nodige informatie te vinden. Zo stuitte ik afgelopen maandag op een verslag van de hand van Derk waarin hij in een externe wedstrijd zijn tegenstander, die destijds wellicht dacht na 1.e4 e5, door 2.f4!? te spelen, met een aardige verrassing was gekomen, van soortgelijke repliek gediend had door te komen met 2.-Df6!?! Pats! Na twee zetten een stelling op het bord die vele schakers nog nooit hebben gezien. Het is de Nordwalder variant van het Koningsgambiet. En inderdaad, toen wist ik het weer! Dat had Derk vorig jaar in dat blitz-partijtje ook gespeeld! Met 2.-Df6!?! werd ik zelf zo'n 25 a 30 jaar geleden verrast door Frits Schalij. Dat hij op die dag op de een of andere manier bij de verkeerde KNSB terecht gekomen was, was al de eerste verrassing geweest (Nakamura deed laatst mee aan het WK Allround, mogelijk is in dat geval ook iets dergelijks gebeurd). Die Nordwalder gooide Frits er, als tweede verrassing, nog overheen. Door Schalij (die gewoon een schaker is hoor, met dezelfde naam als de schaatser uit de jaren tachtig) moest ik gelijk zwaar de denktank in (ik kende de Nordwalder niet!) en daar kwam toen, waarschijnlijk na een denkpauze vergelijkbaar met die van Derk afgelopen dinsdag op de 6e zet, het volgende uit: 1.e4 e5 2.f4 Df6?! 3.Pf3 Dxf4 4.Pc3 Lb4 5.Lc4 Lxc3 6.0-0!. Nou, je raadt het natuurlijk al, de heer Schalij reed die dag een scheve schaats, zoals dat in de hele familie Schalij daarvoor nog nooit gebeurd was. Zwart staat dan ook op het randje van verlies na 6.0-0!, Schalij had ook nog het nadeel dat-ie dat wist, want na de partij liet hij me weten dat ik achter het bord de min of meer bekende weerlegging had gevonden! Ik besloot destijds dat het wel handig is die variant met het tijdelijke stukoffer altijd paraat te hebben en dat de variant dan vooral gevaren voor zwart zelf met zich meebrengt. Nu ik het allemaal zo eens op een rijtje zet, moet ik toegeven dat mijn voorbereiding op de partij tegen Derk zeer grondig, bijna 'op het gemene af', is geweest. Hoe dan ook, dinsdag stond de Nordwalder al snel op het bord, ik bracht het (tijdelijke) stukoffer weer en Dirk ging na 6.0-0! meer dan een half uur de denktank in. Om er vervolgens met de beste zet (bij alle andere is het al meer dan +2)  6.-f6!, uit te komen. 'Toevallig' had ik thuis, vlak voor vertrek, nog snel even gekeken wat wit dan het beste kan doen; een stukje 'overvoorbereiding' dat werd afgestraft. Stockfish gaf na enkele minuten namelijk 7.bxc3 als beste staan, en die speelde ik in de partij dan ook maar. Ik denk dat, als ik zelf had nagedacht, ik met 7.dxc3! (loper sneller in spel) gekomen was (die zet doet Stockfish pas na langer nadenken). Erg was het natuurlijk niet, want na 7.bxc3 heeft wit m.i. ook winnend spel. Ik wilde vooral de dames op het bord houden, dat had goed gekund met 10.Dh6! of 11.Dh6!, maar ik zag geen grote nadelen voor zwart na DxPe5. Dat d2-d4 dan met tempowinst gaat en dat Dh6-g7 daarna een killer is, is genoeg. Echter, niets aan de hand, in plaats van Dh6 speel ik op die twee momenten, resp. 10.Lf7+! en 11.Pxg6! en die zijn ook goed. Op de 13e vond ik 13.Lxg6 Dxh5 14.Lxh5,  zonde, want dan is het feest voorbij. Ik meende me 13.Dh6! wel te kunnen permitteren. Maar Derk is taai! En vindt dan (weer) de enige manier om de dreiging Dg7 te pareren, via schaak op c5 met de dame naar f8. Op de 15e zet mis ik de mooie thematische (en beste!) zet 15.Dh5!! (Eerst de via de vijfde rij aangeboden dame-ruil uit de weg met 13.Dh5-h6! en twee zetten later, als vanaf f8 een zelfde aanbod komt, weigeren met 15.Dh6-h5! En ondertussen achteloos het stuk op f7 in de aanbieding doen, dat zou virtuoos gespeeld zijn. Op 15.-Dxf7 wint namelijk 16.Lg5! (maar 16.Txf6?? verliest: 16.-Dxf6 17.Lg5 Dxg7 18.Dxg5+ Pe7, te veel materiaal ingeleverd voor de dame!). Ik overweeg de op een na beste zet, 15.Txf6!, en verwerp die omdat ik denk dat hij zich er misschien uit kan redden na 15.-Dxh6 16.Lxh6 Ke7, maar dat klopt niet: 17.Lg7! wint dan simpel! Dus wordt het 15.Tae1?!, de pointe is dat wit op 15.-Dxf7 wint met 16.Lg5! of 16.Txf6, dat klopt wel. Zwart heeft echter Dh6-g7 gepareerd en heeft op dat moment tijd om een gaatje voor zijn koning te maken met 15.-c5!, 15.-d6! of 15.-d5 en is terug in de partij. Met 15.Tae1? heb ik dus een groot deel van het voordeel weggegeven! Het is wel zo dat ik met de zet ook op de mogelijke dame-ruil anticipeerde en 15.-Dxh6? blijkt zijn beslissende fout te zijn! Na 16.Lxh6 is er ineens toch weer een dreiging op g7 (17.Lg7!), die is eigenlijk niet te pareren en het kost hem een toren. Uitgerekend de dame-ruil die ik maar steeds uit de weg wilde gaan, bracht dus de overwinning!

 

Partij Dolf – Derk

Leo speelde een prachtige partij tegen Kees. Een enorme druk op diens koningsvleugel leek dodelijk te zijn, totdat Leo een toren in liet staan; die werd dankbaar aanvaard, waarop de partij eindigde in het voordeel van de voorzitter.

De twee skeletten stonden op het Spui in Den Haag. En weer was het de webmaster die met de juiste oplossing kwam. De bitterballen (hoofdprijs) zijn met smaak geconsumeerd. Mijn vragen van de week zijn kennelijk te makkelijk. Er waren 22 goede inzendingen en ik heb moeten loten. Daarom deze week twee vragen. Allereerst: wie schreef ‘De donkere kamer van Damocles’ van W.F. Hermans? Dit is een lastige, ik geef het toe, maar de juiste inzendingen zullen rijkelijk worden beloond. Dan de tweede vraag: welke bekende 19e-eeuwse Nederlandse schrijver herkent u op deze foto?

 

Oplossingen mailen naar dr.ir.w.j.klasma@mail.com.