LENTECOMPETITIE 2017 - DEEL 6

door Wietze J. Klasma (Wieuwerd)

De inhoud van de fles interesseert me doordrinkens meer dan wat er aan de buitenkant voor fraais op de etiketten te lezen valt. Nu heb ik toevallig een Grimbergen voor me en daar valt mijn oog (een oog valt, een oor wordt versnoept, het zicht wordt belemmerd en het gehoor beschadigd; hier rolt straks wel een sonnet uit) op de woorden: “Ardet Nec Consumitur” en dat mag betekenen : “brandt, maar wordt niet verteerd”.

 

Met de Phoenix eronder leek dat duidelijk; de Phoenix herrijst uit zijn as. Maar na enige flesjes (wat stoppen ze er toch verrekte weinig in) tot mij genomen te hebben (“Hoeveel heb je er al op?” vraagt mijn vrouw dan. Mijn mening is, en dat blijf ik (tot ik omval) staande houden, dat je bier moet drinken en niet moet tellen), zag ik me voor een raadsel geplaatst: wat heeft dit alles met Grimbergen te maken. Welnu, onderzoek mijnerzijds heeft aan het licht gebracht dat het bier wordt gebrouwen door de paters Norbertijnen. In de zgn. ‘Grimbergse oorlog’ (1139-1159) ging hun abdij in vlammen op. Ze werd met veel moeite weer opgebouwd. Tijdens de beeldenstorm (1566) was het feest voor de perfide protestantse pyromanen. En weer werd de abdij herbouwd. Tijdens de Franse Revolutie werden alle kloosterlingen uit hun abdijen verjaagd; de gebouwen werden geplunderd en afgebroken. Ditmaal ontsprong Grimbergen grotendeels de dans. De abdijkerk, sacristie, pastorie en een deel van de hoeve met poortgebouw bleven gespaard. ‘Ardet nec consumitur’ staat voor het principe van voortdurend zelfherstel. En zo, broeders en zusters, is het ook met schaken. Je gaat vlammend ten onder. Brandend van spijt en afgebrand fiets je naar huis. Maar dan, des morgens, sta je op, je snuift de frisse jasmijngeuren op, je hoort de merels zingen en je realiseert je: ik ben beschadigd en aangeslagen, maar niet verteerd. De strijd gaat door. Moge deze schaakhouding ons altijd bijblijven. Amen.

De lentecompetitie-karavaan stopt nooit. Het was me het avondje wel. Leo verloor van Dik. Leo vat samen: “Mijn partij tegen Dik begon met de Engelse opening, waarbij Dik zijn beide lopers fianchetteerde en een ruimtelijk overwicht creëerde. Dit leverde een pion op en daarmee na 30 zetten de partij. Dik verzuchtte dat hij ondanks de winst toch veel niet had gezien, wat in nog sterkere mate zeker voor mij gold. Met 0 punten uit vier partijen kom ik zeker in aanmerking voor de poedelprijs”.

Siem won van Kees. Deze rekende al op remise, omdat Siem alleen nog maar een loper en een paard had. Maar de sukkel liet zich in de hoek drijven; dat bleek fataal te zijn.  Eelke won van Pieter (taaie rakker) en Henk liet zich verrassen door Jeppe. Rinze won van Jan. Mijn advies van de vorige week aan Rinze om over te stappen op het Fischer-tempo werd ogenblikkelijk beantwoord met: “NEVER”.

Maar het klapstuk van de avond was de partij tussen Dolf en Sytze. Al halverwege zag ik dat Sytze een paard en een pion voorstond! Zo rond 23.00 uur werd het me toch opeens een slaanderij op de klok van jewelste (Artikel 6.2b uit de FIDE-regels: ‘Het is verboden de klok met kracht in te drukken (…..). Een incorrecte behandeling van de klok moet worden bestraft overeenkomstig art. 12.9’). Dan zegt Dolf dat Sytze een onreglementaire zet heeft gedaan, waarop Sytze riposteert met: “Dat zal wel, maar je bent al door de vlag gegaan”. De nabeschouwing van deze partij, inclusief het raadplegen van ervaren scheidsrechters en stuurlui buiten de vereniging, heeft enige dagen mogen duren, maar het punt is naar Sytze gegaan. Laat ons in vrede verder gaan, dat is mijn diepste wens.

De vraag van de week. Wie riep: “Deze zijde is gaar, draai me nu maar om”? De vraag heeft iets te maken met het ‘Ardet Nec Consumitur’. Meer zeg ik niet; het moet wel een uitdaging blijven.