DE VERMINDERING VAN DE SENESCENTE CELLEN

Of het interpreteren van de ladder in communicatieve zin
Door Henk Bruinsma

als communicatiedeskundige bij de Provincie is het een van mijn opdrachten om belangengroepen met elkaar in contact te brengen en samen met elkaar in groepsverband te laten doorcommuniceren. Een vast struikelblok in het communicatieproces blijkt het vastlopen van het second-lining-proces te zijn, door verkeerd geïnterpreteerde input van data en verzwegen relationele bindingen binnen de intermenselijke relatiesfeer. Omdat onze afdeling (27 man) zich ook zijdelings bezighoudt met communicatiemodellen van de organisatie Leeuwarden Hoofdstad 2018, constateren we tot onze tevredenheid dat de door ons ontwikkelde mienskip-strategieën vruchten afwerpen en het second-lining-proces nog steeds op elementair identificatieniveau een schoolvoorbeeld is van scientific management.

Genoemd model, gebaseerd op demografische transitie, is ook heel goed toepasbaar bij het schaken in clubverband. Iedere schaakclub heeft een laddercompetitie. Daarbij openbaren zich dezelfde inter-actionele fricties als bij het provinciale apparaat. Ambitieuze jongeren streven naar een hogere status en tot rust gekomen senioren zijn uit op consolidatie van hun positie. Toch is dat streven en consolideren geen ideale schaak-attitude. Al in de jaren zestig van de vorige eeuw sprak men van  ‘éducation permanente’. Zeker in de 21e eeuw is het noodzakelijk om permanent ‘on the move’ te zijn, teneinde niet te verstarren in deplorabele transitie-situaties. Verouderingsonderzoeker prof. dr. Andrea Maier heeft uitontwikkeld dat je door gezond te eten en aan sport te doen, het aantal senescente cellen (verouderde cellen die zich in de loop van de jaren in het lichaam ophopen en ouderdomsziekten veroorzaken) kunt verminderen. Nu had ik bij ons in het provincie-huis nog nooit gehoord van senescente cellen (ik heb er wel een paar gezien, maar dit terzijde), maar als prof. dr. Andrea dat onderzocht heeft, geloof ik haar op haar woord. In de 16e eeuw nam men wel een verjongings-bad; ongetwijfeld kent u het schilderij ‘De verjongingskuur’, van Lucas Cranach de Oude. Als oud wijf stap je in het water en als jonge blom kom je er weer uit. Veel beter en eigentijdser is het doorgeteste ontwikkelingstransitiemodel, dat aanmoedigt om te gaan schaken. Wie schaakt blijft jong; dat is onomstotelijk wetenschappelijk verantwoord bewezen en uitgeprofileerd.

Nu met rasse, verjongde schreden naar de ladder. Zelf schaak ik op de woensdagmiddag, maar graag mag ik op de dinsdagavond even kijken hoe het er daar toegaat; vandaar deze ladderbijdrage. Vanuit mijn professie zal ik met communicatieblikken de voorlopige eindstand van de ladder met u doornemen. Het interpreteren van de getallen is bepaald geen sinecure. Laat ik allereerst, voor de goede orde, beginnen met een verklaring van de afkortingen. Daar zijn dan: de Punten (Places under normal thinking Elo neglection), Wa (Waiting attitudes), Gsp (General semi-social policy), Gw (Geographical whatsappingstrategy), Rm (Reverential mastership), VI (Victory Invincible), Perc (Pirc evaluation rounding circulair) en SB (Social Behavior).
In de kolom Punten ontwaren we een ruime variëteit aan diverse cijferwaarden. Ik noem maar even de 60,00 P naast de 50,0 Perc van Sytze Faber. Diens score van 4 op de Gsp is proportioneel gelieerd aan de Perc en laat toch geen valide inclinatie naar de SB zien. Wat direct opvalt bij de kolom Wa is dat de oudere deelnemer zich in een neerwaartse spiraal terug laat devalueren tot absoluut zero-niveau. Zo staat op de 63e plaats bv Eelke Heidinga; zijn 68 jaren tellen duidelijk mee (let ook op de dubbele 2 in Gsp en in VI), en Leandro op een prachtige 11e plek (door een omgekeerde Gsp-relatie). In Wa zijn de verschillen opeens veel minder groot. Het voortdurend over en weer aanbieden van consumpties, als ware het schaken een psychologisch contracttheoretisch mime-spel, kan hier mogelijk een oorzaak van zijn.

In Gsp zijn de verschillen al weer kleiner. Vermoedelijk speelt hier het raadplegen van communicatie-apparatuur mee. Als prominent gebruiks-user mag ik hier wel Rein de Boer noemen, die structureel met een lichtgevend beeldscherm, ijsberend, met zijn eigen persoon aan het veelcommuniceren is, waardoor zijn RM slechts 1 is. In RM zijn we in de binaire wereld geraakt, met een uitontwikkelde doorstart in VI. De 39,50 in Punten van Dik Kruithof staan niet in verhouding tot de 75,0 in Perc, te meer omdat de enen in Gw en Rm geen exclusieve verklaring kunnen zijn van de 0,75 in SB. Dit zal zelfs voor prof. dr. Andrea nog een senescente kluif zijn. De Rm, gekoppeld aan de SB, verklaart bij Auke de optische wanbalans tussen Wa, Gw en VI en is zeker een betekenissituatie voor SB, waarin de correlatie tussen schaakprestaties en intermenselijk contact als het ware getransfileerd tot ontvlechting zijn gekomen (een interessante evident-variant zijn, ter vergelijking, de 100,0 scores van Migchiel de Jong en Jan Torensma). De onderste 7 plaatsen vertonen een opvallende gelijkenis in Punten, maar ook een significante deviatie bij Gw en Perc; de waarden onder Gsp zouden bij deze laatste 7 nader onderzocht moeten worden.

Nr
Naam Punten Wa Gsp Gw Rm Vl Perc SB
1
Auke van der Heide 197 60 4 3 1 0 87,5 9,75
2
Jan Hania 151 59 4 3 0 1 75 7,5
3
Jan Boersma 139 58 4 3 0 1 75 4,5
4
Migchiel de Jong 134 57 3 3 0 0 100 6
5
Catharinus Mulder 129 56 4 3 0 1 75 4
6
Siem van Eijk 126 55 4 2 1 1 62,5 5,25
7
Oene Schriemer 116,5 54 4 2 1 1 62,5 5,25
8
Gerard Baars 105 53 4 2 1 1 62,5 3,25
9
Rein de Boer 95,5 52 3 2 1 0 83,3 2,25
10
Erik Sparenberg 94,5 51 4 2 1 1 62,5 2,25
11
Leandro Slagboom 90 50 4 2 1 1 62,5 3,5
12
Henk van Wilgenburg 87 49 4 2 0 2 50 3
13
Peter Venhuizen 86 48 4 2 0 2 50 3
14
Siegbert de Jong 81 47 4 2 0 2 50 3,5
15
Kees van Straten 69 46 4 2 0 2 50 3
16
Maarten Etmans 61,5 45 4 1 1 2 37,5 3,25
17
Sytze Faber 60 44 4 2 0 2 50 1
18
Erik van der Lee 57,5 43 3 1 1 1 50 1,75
19
Jolle Lont 56,5 42 2 1 1 0 75 1,75
20
Dylan Torensma 56 41 4 1 1 2 37,5 2,75
21
Wolter Jongsma 55 40 3 1 1 1 50 1,25
22
Eddie Scholl 50 39 3 1 1 1 50 2,25
23
Christian Torensma 47,5 38 4 1 1 2 37,5 1,75
24
Marthijn Kooistra 46 37 3 1 1 1 50 0,75
25
Hette van Popta 41 36 2 1 1 0 75 0,75
26
Dik Kruithof 39,5 35 2 1 1 0 75 0,75
27
Wim van Zeijl 38 34 4 0 2 2 25 1,75
28
Jan Torensma 36 33 1 1 0 0 100 1
29
Rinze Hettema 31 32 4 0 2 2 25 0,75
30
Pieter Ploeger 27 31 4 1 0 3 25 0
31
Leo van Maanen 27 30 4 1 0 3 25 0
32
Erik Kruit 26 29 2 1 0 1 50 0
33
Jan Miedema 15,5 28 4 0 1 3 12,5 0,5
34
Derk Stegeman 0 27 4 0 0 4 0 0
35
Jeppe van Bon 0 26 3 0 0 3 0 0
36
Eelke Heidinga 0 25 2 0 0 2 0 0
37
Dolf Wissmann 0 24 0 0 0 0 0 0
38
Wessel van der Berg 0 23 0 0 0 0 0 0
39
Danny de Vries 0 22 0 0 0 0 0 0
40
Joop Root 0 21 0 0 0 0 0 0

Met deze interpretatie in het achterhoofd durf ik de virtuele voorspelling aan dat Oene, Peter, Wessel, Joop en Derk sterk zullen terugvallen (zeker gezien hun Wa- en Perc-waarden), dat de Jannen, Catharinus en Eddie gaan consolideren (RM, maar vooral VI!) en de jeugdspelers binnen twee ronden de eerste vier plaatsen zullen gaan opeisen.