DAAR LOOPT EEN PUNT

Door Tjapko Struik

06/03/2010
Unitas I - Philidor 1847 I
9
-
1
1.
Erik-Jan Hummel - Migchiel de Jong
1
-
0
2.
Jasper Geurink - Bas van der Lijn
1
-
0
3.
Adrian Clemens - Tjapko Struik
½
-
½
4.
Nick Bijlsma - Babak Tondivar
1
-
0
5.
Peter Hulshof - Gert Jan Rauw
1
-
0
6.
Alef Boer - Jippe Kamstra
1
-
0
7.
Jan Balje - Amir Nicolai
1
-
0
8.
Yme Jan Jellema - Eddie Scholl
½
-
½
9.
Martin Riksten - Jan Hania
1
-
0
10.
Laszlo Cako - Maarten Etmans
1
-
0

 

"Ik heb mij grondig voorbereid en ik heb er heel veel zin in." - "Pardon?" "Ik heb mij grondig voorbereid en ik heb er heel veel zin in. Dat je dat niet vergeet." Dit waren de woorden waarmee ik door Eddie in Groningen werd ontvangen. Ik mocht blijkbaar wederom een stukje over de wedstrijd gaan schrijven en ditmaal wil hij een andere impressie van zichzelf geven. Niet zonder succes, hij was vandaag de ster van het team!

In het verslag van de vorige wedstrijd is ieder bord uitvoerig besproken. Alleen de rol van de teamcaptain, Wietze, is geheel onopgemerkt gebleven. Zonder zijn steun, expertise en gevoel voor teamopstellingen maken hadden we nooit de 5-5 gehaald tegen Purmerend. Rectificatie voor die misser van mijn kant. Tot zover de lovende woorden over onze captain. Deze ronde werd het naar zijn idee hoog tijd om weer eens ouderwets op tpr in te gaan delen. Ik let normaliter niet zo op de teamopstelling. Gewoon luisteren naar de wedstrijdleider of, bij vertraging van mijn trein, de enige lege plaats in de beginopstelling opzoeken heeft tot dusver geleid tot het juiste bord. De laatste herinnering die ik heb van Wietze en sterk gewijzigde 'teamopstelling op basis van tpr' is een uitwedstrijd in Amsterdam waarin ik op bord 1 - als opkomende jeugd en toevallig net een paar overwinningen geboekt - kort na de opening al meteen kon gaan douchen. Een ontzettend nare ervaring en ik ga er dan ook vanuit dat Wietze de volgende ronde onze nieuwe jeugddelegatie, Gert Jan en Amir op bord 1 en 2 plaatst. Het laatste wat een teamcaptain moet doen is natuurlijk 'zich inleven in de spelers', laat staan 'inleven in de pers'.

Dan nu in vogelvlucht het debacle dat onze captain heeft weten te veroorzaken.

Migchiel kreeg het Frans tegenover zich en kwam terecht in een interessante stelling. Hierin had hij op een zeker moment een pion in moeten leveren voor het initiatief. Met b2-b4, om al zijn pionnen verdedigd te houden, gaf hij iets teveel tijd weg en was het zijn tegenstander die initiatief en gecoordineerde stukken overhield. Nadat ook nog genadeloos de zwarte dame op e2 binnenkwam, met ongerocheerde koning op f1, leek de nederlaag niet ver weg meer.

Bas heeft de gehele partij een vrij passieve stelling gehad. Misschien waren er nog wel kansen, maar op het eerste gezicht leek het een regelmatige overwinning van groningse kant. Wel heeft Bas het lang vol gehouden. Zolang, dat hij niet mee ging eten. Zelfs niet even snel een toetje, hij verandert met de wedstrijd. Ik mis de oude - jonge? - Bas.

Zelf heb ik effectief gezien mijn bijdrage geleverd aan het team. Een remise. Vanuit de opening wel de stelling gekregen waar ik naar toe werkte, maar helaas wist ik niet goed wat ik er mee aan moest en enkele zetten later werd definitief het initiatief overgegeven aan het zwarte front. Ik heb het lang tot een enigszins evenwichtig geheel weten te houden. Toch kon mijn tegenstander kort voor het einde, 5 voor 7 werden de handen geschud om remise overeen te komen, op vrij simpele wijze afwikkelen naar gewonnen stand.

Babak speelt de laatste tijd niet op het niveau dat we van hem gewend zijn. Normaal weet hij in positioneel geworstel altijd boven te komen. Nu was de jeugd van Unitas, in de persoon van Nick Bijlsma, hem te sterk af. Ook in Hoogeveen moest Babak al het onderspit tegen hem delven. Spijtig dat het zo loopt. Ik hoop van harte dat Babak zijn oude spel binnenkort weet te hervinden, want het is altijd een plezier om naar zijn partijen te kijken.

Dan ben ik alweer aanbeland bij de jeugd van ons team - onze toekomst. Voorzichtigheid met kritiek is geboden, zo heb ik van Eddie geleerd toen ik zelf nog in die postitie verkeerde. Goedbedoelde adviezen uit die tijd aan de stukjesschrijver waren in de trend van 'hier heb je z'n partij, zet er maar wat postieve opmerkingen bij, al was het geheel niet erg best'. Oprechtheid die ik weet te waarderen en die ertoe bijdraagt dat ik mij nog altijd betrokken voel bij het team. Uiterst tactvol vroeg ik op de terugweg aan Gert Jan en Amir hoe hun partijen volgens henzelf gingen. Na een korte stilte werd besloten dat ze beiden twee pionnen verloren. Een merkwaardige beschrijving... Verder adviseerden zij mij om in het stukje te vermelden dat hun tegenstanders van Unitas goed hebben gespeeld en verder geen uitslag te vermelden. Ontkenningsfase op en top! Deze twee rare fratsen maken hen, naar mijn bescheiden mening, tot waardig lid van ons veelzijdige eerste team. Mijn voorspellende blik zegt: niet gehinderd door enige kennis van voortgang of terugslag, zullen zij bloeien!

Jippe wist als één van de weinigen nog een kansrijke stelling te behalen. Of het daadwerkelijk goed was, wat hij deed, dat weet ik niet. Sterker nog, dat weet zelfs Jippe niet. Toen ik na de opening zijn stelling bekeek, dacht ik: 'Hmm, als hij nou eens een stuk ruilt op f5 en daarna zijn paard op g6 laat slaan door de pion op f5, dan heeft ie een mooi blokje pionnen voor dat stuk.' Helaas was dat net op het moment dat Jippe al een stuk had geofferd, waar het mooie blokje pionnen uit mijn variant het op zou moeten nemen tegen twee stukken. Volgens Jippe had hij moeten voorkomen dat dat paard zo actief werd op f5. Na nog een redelijk vervolg moest ook Jippe uiteindelijk de handdoek in de ring gooien.

Bij Eddie dacht ik zelf dat hij de opening slordig had behandeld, maar hij kwam goed 'terug' en met het initiatief dat hij had, waren er goede kansen op een overwinning. Helaas vervlakte dat en moest hij uiteindelijk in remise berusten. Na afloop bleek dat die opening precies zo bedoeld was en dat hij helemaal niet minder heeft gestaan. De woorden waarmee hij mij begin die middag begroette, bleken op niets dan waarheid te berusten. Hij had zich daadwerkelijk goed voorbereid. Een wijze les voor mij: trek nooit de woorden van een oud-Nederlands kampioen in twijfel, laat staan die van een oud wereldtopper. Met zijn partij, net niet gewonnen maar ik in ieder geval een plusremise, had hij de eer van ons team gered. Meer dan ik met mijn ik-kom-net-voor-het-einde-nog-weg-met-remise. Bas zijn observatie - toen Eddie en ik gezamenlijk de speelzaal uitliepen - "Kijk, daar loopt een punt", gevolgd door "groepsfoto?", gaf dan ook niet vlekkeloos de realiteit weer.

Jan zette een prima partij op. Zijn inzicht lijkt ondanks alle drukte thuis nog prima in orde. Helaas zorgt die thuissituatie - of een factor waar ik geen weet van heb - er wel voor dat zijn scherpte zich niet op een historisch hoogtepunt bevindt. Waar normaal temidden van de complicaties Jan altijd de combinaties ziet en de handige zetjes zich in rap tempo opvolgen, maakte hij vandaag plaats voor een misstap. Net als in de vorige wedstrijd wist hij in een minimaal aantal zetten zijn zorgvuldig opgebouwde voordeel uit handen te geven. Met een pion voor en prettige stelling ruilde hij dames, waarna hij alle controle kwijtraakte. Zijn pion voorsprong bleek in het niet te vallen bij het loperpaar van zijn tegenstander. Daarmee werd de zoveelste nederlaag genoteerd.

Maarten zette zijn partij modern op. Althans, volgens mij wordt die methode zo genoemd. Witveldige loper tegen paard geven en alle pionnen op wit zetten. De finesses heb ik gemist, maar het resultaat bleef in ieder geval uit. Na afloop heb ik gelukkig niet opmerkingen gehoord als de vorige keer na een nederlaag van zijn kant, 'dat hij als enige een normale partij had gespeeld'. Dat soort opmerkingen zijn wel eerlijk en gepast, maar veroorzaken bij mij nou eenmaal automatisch 'sarcasme-mode-on', waarmee Maarten zijn daadwerkelijke niveau van spelen niet geheel tot zijn recht komt. Mijn al dan niet gemeende excuses hiervoor.

Na afloop hebben we in Groningen bij het Satéhuis gegeten, wat ons prima smaakte. Maarten waarschuwde nog dat we wel op moesten passen bij onze keuze, sommige gerechten waren wel erg weinig. Wietze bracht daar tegenin dat bij ieder gerecht ook naar eigen behoefte een bakje uit de saladebar geschept kon worden. Dit zou volgens Maarten helemaal niet Indisch zijn, maar na een korte discussie - het zit bij de prijs in - gaf Maarten toch indirect zijn ongelijk toe door even langs de saladebar te gaan. Binnen een gemiddeld sociaal gezelschap zou dit overstag gaan beantwoord worden met een vriendschappelijke schouderklop. Wij hebben gelukkig Eddie, die knikkend richting het bakje salade van Maarten opmerkte: "Nou Maarten, je hebt wel het slechtste van alle continenten bij elkaar gebracht." Persoonlijk vind ik die opmerking meer van toepassing op het spel dat ons team vandaag bij elkaar heeft weten te brengen.
'De volgende keer beter' lijkt mij leuke understatement om mee af te sluiten!