PHILIDOR II AAN KOP!

Door Siegbert de Jong

31/10/09
Philidor II
1985
Haren II
1820
5-3
1
Jan Boersma
2018
-
Bart Romijn
1850
½-½
2
Auke van der Heide
2072
-
Paulo Valiente
1870
1-0
3
Erik Sparenberg
2106
-
Gerard de Wit
1807
1-0
4
Rein de Boer
2065
-
Frans Vermeulen
1839
1-0
5
Arjen Pragt
1963
-
Peter Bodewes
1787
½-½
6
Zahid Dzaferspahic
1931
-
Ab Faber
0-1
7
Franke van Netten
1922
-
Adriaan de Bakker
1827
½-½
8
Erik Kruit
1806
-
Kees Romijn
1758
½-½

Na twee ronden staat Philidor 2 zowaar aan kop, gedeeld met Emanuel Lasker. Zelf had ik niet gedacht dat een 5-3 overwinning hiervoor voldoende zou zijn. Gezien de lage gemiddelde rating van onze tegenstanders (1820) had ik gehoopt op een ruime overwinning in de overtuiging dat wij alleen op die manier aan kop zouden kunnen komen. Nu was een 5-3 overwinning al voldoende. Maar wat ging het moeizaam en wat duurde het lang voordat het duidelijk werd dat wij gingen winnen. Haren 2 was toch sterker dan op grond van hun gemiddelde rating werd aangenomen. Jan was degene die ons waarschuwde dat sommige Harenaars echt wel sterker waren dan hun ratings aangaven. Hij noemde hierbij in het bijzonder ‘die man met die baard’. Dat het moeizaam ging en zo lang duurde, kwam misschien ook doordat sommige van ons zich niet 100% fit voelden. Dit gold in het bijzonder voor Franke, maar ook Jan en de beide Erik’en lieten zoiets doorschemeren.

Jan kreeg gelijk met zijn waarschuwing, want zo tegen half vier begon ik het echt somber in te zien. Ga maar na: Jan zelf vertrouwde mij toe dat hij niet wist of hij wel verder kon komen omdat zijn tegenstander alles dichtschoof, terwijl Arjen en Zahid een kwaliteit resp. drie pionnen waren achtergeraakt. Hier stond eigenlijk alleen tegenover dat de stelling van Erik S. er goed uit zag. In Auke had ik ook wel vertrouwen. Maar de rest? Op dat moment zou ik al tevreden geweest zijn met een 4,5-3,5 overwinning. En bij een dergelijke prognose kan het voor hetzelfde geld andersom zijn. Eén slechte zet van onze kant kan een kleine overwinning doen omslaan in een nederlaag.

Jan wilde graag winnen. Bijna had hij daarom alles vergokt, maar zijn tegenstander nam zijn remise-aanbod gelukkig aan. Hierna won Erik S.


 
‘Een Konings-Indische partij waarin wit zijn stukken naar de damevleugel omspeelt, en veel te traag is op de damevleugel. Na 21... Le3+ 22.Lf2 Lxf2+ wordt de witte koningsstelling rustig opgerold, waarbij zwart verweten mag worden dat hij het niet op een meer spectaculaire wijze afmaakt.’

Hierna verloor Zahid helaas. Hij kreeg weinig kans. Na afloop hoorde ik dat zijn tegenstander vroeger – hij had twaalf jaar niet geschaakt – een rating van boven de 2100 had gehad. Dat maakt Zahids nederlaag gelukkig iets minder dramatisch.

Tegen Groningen 3 waren alle partijen tegen het einde van de eerste tijdcontrole beëindigd, maar nu waren op dat moment maar liefst vijf partijen nog aan de gang. Auke zou wel winnen. Rein – hij speelde tegen ‘die man met die baard’ - had na urenlang zwoegen een pion gewonnen, maar er was wel een toreneindspel met drie tegen twee pionnen op de koningsvleugel ontstaan. Volgens de theorie is dat remise. Later werd het een eindspel van toren + f- en g-pion tegen toren + h-pion. Wat de theorie hiervan zegt weet ik niet. Het leek mij gunstig voor wit. Arjen was zoals gezegd een kwaliteit achtergeraakt, maar hij kreeg er gelukkig mooie compensatie voor. Veel hing dan ook af van de laatste twee borden. Franke was in een moeilijk dame-eindspel beland, terwijl Erik K., die inviel voor Geert, in problemen was geraakt. Zwart had ergens een kwaliteit kunnen winnen, maar uiteindelijk bleef er een lopereindspel met een pion minder voor Erik over. Hij wist zijn tegenstander gelukkig zo te verrassen met de zet Lf7!, dat deze maar gauw remise aanbood. In de analyse achteraf leek zwart op dat moment toch nog te kunnen winnen met c4-c3, maar later bleek dit toch weer niet het geval te zijn. Opluchting bij uw verslaggever. Het was al ruim na zessen en eindelijk zat een overwinning eraan te komen. Arjens tegenstander had nl. even eerder ook niets beters weten te bedenken dan een remise-aanbod.

Na Eriks remise bood ook Frankes tegenstander remise aan. Hier, enigszins verkort, Frankes commentaar op zijn partij: ‘Ik had een Cambuur-sjaal meegenomen omdat de trainer van Cambuur had gezegd: "We doen alles fout, we spelen niet goed maar we winnen wel…"! Terwijl ik met griep achter het bord zat en tijdens de partij de nodige aspirientjes verorberde, was al snel duidelijk dat het geen makkelijke middag zou worden. Een Caro-Kann met een aanvallende witspeler die degelijk zijn zetten uitvoerde. Mijn tegenstander heeft  in het verleden tegen de 2000 rating gezeten en dat was te merken. Met een dubbel toreneindspel, een afruil en pionnen die tot dame promoveerden was er dus sprake van een boeiende pot schaak die geheel terecht in remise eindigde.’

Auke had op dat moment nog steeds niet gewonnen, maar dat kwam alleen maar omdat zijn tegenstander lang bleef doorspelen. Hier het belangrijkste fragment uit zijn partij:

 

Nu maakte het voor de overwinning van het team niets meer uit of Rein zijn toreneindspel alsnog zou winnen of niet. Hij had na een zet of 80 nog steeds een pion meer, maar dit was ook nog steeds theoretisch remise. Zijn tegenstander ging echter in de fout en zo kwam alles toch nog goed.