PHILIDOR III HERPAKT ZICH

Door Eelke Heidinga

08/03/2010
DSC I - Philidor III
2
-
6
1
Jaap Weidema - Marcel Vermaat
0
-
1
2
Jacob Moraal - Oene Schriemer
0
-
1
3
Frank Schuurmans - Egbert Wind
1
-
0
4
Gerard Baars - Eelke Heidinga
0
-
1
5
André Caviet - Gert Winkel
½
-
½
6
Gijs van der Veere - Wessel van der Berg
0
-
1
7
Biem Barendsen - Hette van Popta
½
-
½
8
Jan Anne Hogendorp - Dik Kruithof
0
-
1

Omdat de speelzaal van Drachten als gevolg van een klein beetje sneeuw is ingestort, spelen ze tijdelijk in een ander zaaltje. Dat is zo adembenemend klein, dat de notatieboekjes op schoot moesten worden gehouden. In dat zaaltje zat wel een knots van een radiator waarvan de knop defect was: hij kon niet uit.

Onder deze tropische haring in de ton omstandigheden heeft Philidor III zich goed hersteld van de treurige nederlaag tegen Heerenveen.

Egbert trof het niet. Hij scoort dit seizoen wat slechter dan normaal, en de captain had hem op bord 2 gezet. Daarop zei Oene dat hij het geen probleem zou vinden om op bord 2 te spelen, dan zou Egbert wit op 3 hebben. Aardig van Oene, dus zo deden we het. Bij aanvang van de wedstrijd bleek Drachten een invaller van 1500 op bord 2 te hebben gezet en de sterkste speler Schuurmans (2025) op bord 3....

De punten aan borden 1 en 2 vielen dan ook al gauw aan Philidorzijde, terwijl Egbert het na een dynamische partij niet redde. Vervolgens viel er een remise aan bord 7: als Biem Barendsen remise aanbiedt neemt men dat doorgaans aan. Hette wist hoe het hoort.

Onze jonge hond Wessel won al snel een pion, en bouwde dat uit tot een daverende aanval. Op een gegeven moment zag hij dat hij de partij met een offer op f3 kon beslissen. Hij straalde daarop zoveel overtuiging en blijdschap uit, dat zijn tegenstander het zonder meer wel geloofde en opgaf.Daarmee voegde de Drachtster een partij toe aan de inmiddels immense verzameling "opgegeven in gewonnen stand."

Gert probeerde van alles maar kon het stugge verzet van André Caviet niet breken: remise. Invaller Dik Kruithof won op ingenieuze wijze een stuk en voerde dat bekwaam naar winst.

De laatste partij was die van bovengetekende. Het ging lang gelijk op, tot wit via een op zich voor de hand liggende ruil van stukken de zwarte pionnenstructuur herstelde, terwijl aan witte zijde een reeks losse pionnen achterbleef. Met enig geduld kon zwart enkele pionnen oogsten. Het einde werd aanzienlijk versneld doordat wit zijn dame in een penning liet staan.