PHILIDOR I, EEN DROOMTEAM

Door Tjapko Struik

09/10/10 Utrecht II   Philidor 1847 I  
1. FM Pieter Nieuwenhuis 2214 FM Migchiel de Jong 2352 0 1
2. Gilbert Vrancken 2203 FM Babak Tondivar 2301 0 1
3. Andre Bouwmeester 2230 Bas van der Lijn 2253 1 0
4. Meindert van der Linde 2183 FM Addy Lont 2280 0 1
5. Andre Schenk 2109 Tjapko Struik 2246 0 1
6. Jeffrey van Renswoude 2033 Harmen van den Berg 2137 ½ ½
7. Pieter de Groot 2002 Jan Hania 2166 0 1
8. Marcel van Os 2041 Erik Sparenberg 2169 ½ ½
9. Gerard Verholt 1904 Gert Jan Rauw 2091 ½ ½
10. Jon van Midde 1813 Amir Nicolai 2074 0 1

Een zonnige zaterdag in het rumoerige maar sfeervolle Utrecht, wat is er nog meer nodig om tientallen, zelfs achttallen mensen, zichzelf de hele dag te laten opsluiten in een donkere zaal? Zomaar een retorische vraag om de dag in te leiden, maar afgezien van de donkere zaal een prima dekkende omschrijving van de situatie. In de, op helderheid na, niet omschreven heldere zaal bevochten twaalf teams elkaar. Utrecht 1 mocht het opnemen tegen landskampioen HSG. Met zulke krachten in de speelzaal moet een ieder wel geïnspireerd ten tafel gaan.

Na onze nederlaag, 3-7 tegen de Eenhoorn, in de eerste ronde waren wij in ieder geval tot de tanden bewapend om bloed te laten vloeien. Zo hadden we Eddie thuis gelaten. Een betere strategie om de teamspirit te buigen tot promotieaspiraties bestaat er niet binnen ons team. Wel jammer aan zijn afwezigheid is een kritische beschouwing achteraf. Dat moet dus allemaal van dit artikel komen, een zware druk rust op mijn schouders. Echter, niet gehinderd door enige menselijkheid wil ik mij hier toch mee moeien.

Op het eerste bord speelt onze - op formaliteiten na - fonkelnieuwe meester Migchiel. Voor de wedstijd werd hij door Thomas Willemze gewaarschuwd voor de after-IM-dip.Migchiel bracht hier tegenin dat hij de wedstrijden na het behalen van de titel had gewonnen. Deze instelling, blijven winnen om de dip te vermijden, mag een ieder een voorbeeld aan nemen. Hijzelf nam er in ieder geval een voorbeeld aan, door overtuigend te winnen (zie partij).

 

Babak bracht ditmaal weer een ouderwets staaltje, ik word aangevallen maar blijf staan en houd de materiaalvoorsprong vast tot het eindspel. Met paard, loper en drie pionnen tegen toren en twee pionnen was hij heer en meester in het eindspel.

Op het derde bord voltooide Bas een korte rokade. Net als de vorige wedstrijd, een nul pakken en snel naar huis. Gelukkig was dit wel de enige nederlaag aan onze zijde. Met wit wist hij geen voordeel te halen, zodat na enige tijd een eindspel met zware stukken en twee pionnen restte. Toen één van de vrijpionnen buitgemaakt werd, liep de ander te hard naar Bas zijn zijde. Een treurig einde. Maar Bas zal vast zijn draai vinden in de derde ronde, of de vierde, of de vijfde, of de zesde... Want zo'n lange reeks nullen zie je maar zelden. Je ziet ze overigens wel eens, maar ik wil geen namen noemen.

Harmen haalde aan bord 6 keurig een half punt binnen. Misschien is bij nader inzien keurig niet het juiste woord. In de opening kwam hij snel op materiaalvoorsprong en zette dit spoedig om in een ongelijke materiaalverhouding, nog steeds gunstig voor hem. Helaas kwam het samenspel van de stukken niet echt op gang. Dit kwam mede doordat Harmen tot vervelens toe van mening was, of het paard nou op f6 of d6 stond, dat Pe8 de beste zet was. Toen hij eenmaal minder stond, bood zijn tegenstander tot onze vreugde remise aan. Tegen Harmen zijn principes in nam hij dit aan. Het vlees is gewillig, maar de geest is zwak. Gelukkig maar.

Waar wel lang werd doorgespeeld en remise niet voldoende werd geacht, was aan bord 4. Addy hanteerde met zwart zijn vertrouwde Grünfeld. Toen ik hem na drie kwartier twee pionnen achter zag staan, was het enige wat ik dacht: Ah, mooi zo! Die gaat straks het eindspel winnen. Hoe wist ik nog niet. Addy zelf ook niet, maar na lang manoeuvreren werd toch het volle punt veroverd. Naar mijn idee terecht.

Zelf speelde ik aan bord 5 met wit. Onze non-playing captain Wietze, niet spelend is hij op zijn best, had voor de wedstrijd nog getwijfeld of hij Harmen of mij wit zou geven. Harmen zijn reactie was: "Ik vermaak me prima achter de zwarte stukken, dus laat maar staan zo!" Vrij duidelijk en na mijn bevestiging, "kleur maakt mij niet uit, zolang ik maar op een hoger bord dan Harmen speel", was iedere mogelijke onenigheid voorkomen. Ik kreeg het Hollands voor de kiezen. Net als in iedere partij tegen het Hollands, speel ik mijn stukken in hoog tempo op onnatuurlijke wijze in het rond en heb ik het gevoel dat ik iets beter sta. Geen idee of dit zo is overigens. Maar ook net als in iedere partij tegen het Hollands, komt er een moment dat mijn initiatief op niets uitloopt en ik in een iets minder eindspel beland. De tijdnoodfase heeft mij waarschijnlijk gered. Door een onhandige damewending kreeg ik het initiatief terug en won een pion. Langzaam stortte daardoor de stelling van mijn tegenstander in. Het weggeven van een stuk versnelde het einde.

Jan wist op bord 7 met minder wisselvallig voor de dag te komen. In of na de opening werd hem een pion cadeau gedaan. Toen er niet onmiddellijk tegenspel kwam, was duidelijk dat dit het begin van een aangename overwinning was. Vakkundig werd het punt verzilverd.

Erik wist op bord 8 het loperpaar te veroveren. Het enige wat hij er voor op moest geven, was zijn stelling. Misschien viel de schade mee, maar de helft van zijn loperpaar was een pion op b7 toen ik zijn stelling voor het eerst nader aanschouwde. Toch viel het evenwicht te bewaren en een half punt kon bijgetekend worden. De kunst van het niet verliezen blijft een bewonderenswaardige hobby. Nog een remise kwam tot stand op bord 9, waar Gert Jan verantwoordelijk voor is. Deze partij was al redelijk vlot afgelopen en heb ik helaas weinig van meegekregen. Natuurlijk geen excuus om er geen verslag van uit te brengen, dus zal ik mijn vermoedens over het partijverloop uitspreken. Nadat de opening volledig uit de hand was gelopen, wist Gert Jan door een tactische wending het roer toch weer om te gooien. Net toen alles de goede kant op begon te rollen, begon het net iets te ruige feestje van de avond ervoor hem parten te spelen. Om een volgend keerpunt in de partij te voorkomen werd daarom snel de vrede getekend.

Op het laatste bord werd Amir in nog geen honderd jaar de vrede getekend. In een in mijn ogen rustige partij, wist Amir het geheel om te buigen in een eindspel van goed paard versus slechte loper. Met beiden nog vier pionnen op het bord, gaf hem dit voldoende mogelijkheid tot om zijn tegenstander te martelen tot de dood erop volgde. Nog voor ik mij er bewust van was, was de dood al gevolgd. Keurige overwinning. Zo één die het boekje in kan... Of eruit kan komen.

Na de wedstrijd was het tweede moment, in anti-chronologische volgorde, dat we Eddie misten. Normaliter weet hij de massa tot een gezamenlijk eten te brengen met woorden gelijkend: "Niet zo zeuren, we gaan nu naar die ene tent en daar eten. En nu meekomen, want we moeten weer op tijd terug naar Friesland." Uiteraard veel fijnzinniger, ongeduldiger, bevlogener en standvastiger, zoals we dat van Eddie gewend zijn.

Het resultaat was nu dat we met vier man, te weten Wietze, Harmen, Addy en bovengetekende aan tafel gingen in nota bene het gebouw van de speelzaal zelf. Ongehoord. Nog verbluffender was het feit dat Wietze tien minuten na het doen van de bestelling toch besloot dat het te lang ging duren en vanwege een andere afspraak die niet konden wachten, naar huis toe keerde. Harmen ging met hem mee, begrijpelijk als dat betekent dat je voor de deur wordt afgeleverd... En zo'n rotpartij als de zijne hebt gespeeld. Geluk bij een ongeluk heb ik daarna nog erg gezellig met Addy nagepraat, onze partijen bekeken en een verrassend lekker bord thais eten genuttigd.

Samenvattend kan ik zeggen dat het voor Philidor I een succesvolle dag was. Een afgetekende overwinning, iedereen vlot naar huis en niet van de dat pseudogezellige gezamenlijk eten na afloop. Kortom, mijn droomteam.