PHILIDOR NAAR BEKERFINALE

 

12-04-2011
Philidor 1847 - De Burght
4-0
1
Marcel Vermaat - William Cornelissen
1-0
2
Oene Schriemer - Michiel Takkebos
1-0
3
Eelke Heidinga - René Wolfslag
1-0
4
Gert Winkel - Rudolf Spijkerman
1-0

Na een soepele overwinning op De Burght in de halve finale heeft Philidor zich voor de derde achtereenvolgende keer geplaatst voor de Friese Bekerfinale. In die finale zal de tegenstander Emmeloord zijn, die beslist niet onderschat mag worden aan de eerste vier borden.

De halve finale tegen De Burght was tamelijk eenzijdig. De onderste twee borden wonnen snel en overtuigend, bord 1 wist een overwicht kundig in een punt om te zetten, alleen bord twee was (uiteraard) weer veel spektakel met wisselende kansen.

De partij aan bord 3 was in een uurtje afgelopen. Zwart trok naar voren met pionnen c t/m f, maar verzuimde te rokeren. Hij werd toen verrast door een schijnoffer op e5 met een uiterst vervelende penning over de e-lijn. Na een grootscheepse afruil in het zwarte gat op e5 bleek wit een stuk meer over te houden en staakte zwart de strijd.

Op bord 4 offerde de Burght-speler een paard. Waarom? Omdat hij geen geduld meer had. En dat na 14 zetten.... Na het offer had wit geen schijn van een aanval maar stond wel een paard achter. Toen dat besef was ingedaald gaf hij maar op.

Marcel - William was een partijtje landje veroveren. Elke 15 zetten veroverde Marcel een rij op het schaakbord. Toen zwart op die manier op de onderste rijen was teruggedrongen begon wit een scherp berekende afwikkeling die uiteindelijk leidde tot een toreneindspel met twee pionnen meer dat op tempo gewonnen was.


En dan bord 2: Michiel tegen Oene. Uiteraard de laatste. Al vrij snel ontstond in de partij een eindspel van toren, twee stukken en zes pionnen tegen toren, twee stukken en zes pionnen. Oene een tikje beter vanwege een ingemetselde loper van Michiel. Maar nog helemaal niet zo makkelijk te winnen. En dan begint Oene aan zijn favoriete spelletje: laveren. Heen en weer schuiven tot er ergens een gaatje komt. Maar Michiel stond pal en hield alles keurig gesloten.

En toen overspeelde Oene zijn hand. Ging met een loper ver de vijandelijke stelling in, maar zag vervolgens de loper ingesloten worden. Ai ai! Stuk kwijt? Nee! Via miraculeuze Oene-manouevres beperkte Oene het tot een kwaliteit achter, maar wel met twee moordende lopers. En toen lukte het wel: de doorbraak. Toen Michiel in zware tijdnood nog een afwikkeling naar een ongelijke lopers-eindspel miste dat goede remisekansen had geboden, kon hij de druk niet meer weerstaan en legde het moegestreden hoofd in de schoot. Een prachtige partij die beide combattanten tot eer strekt!