DOORSTART WIETZE JONGSMA

Door Tjapko Struik

21-04-2012
Philidor 1847
2149
Braceland ESGOO
2323
4
4
1.
Jan Hania
2199
IM Michael Feygin
2539
½
½
2.
FM Babak Tondivar
2303
IM Rafael Fridman
2504
½
½
3.
Eddie Scholl
2268
Nikolas Lubbe
2413
0
1
4.
Tjapko Struik
2211
Jens Schulz
2091
1
0
5.
Nick Maatman
2161
IM Christian Richter
2385
1
0
6.
Erik Sparenberg
2131
Alexander Baisakow
2124
0
1
7.
Erik Kruit
1870
IM Frank Kroeze
2396
0
1
8.
Wietze Jongsma
2051
Zyon Kollen
2133
1
0
9.
NO
NO
0
0
10.
NO
NO
0
0


Er stond niets meer op het spel. De promoverende en degraderende teams waren reeds bekend. Bovendien stonden we vierde en konden we alleen nog een beetje zakken, stijgen was onmogelijk. Kortom, alle reden voor een doodsaaie, maar gezellige wedstrijd. En een ideale gelegenheid om onze non-playing player Wietze weer eens op te stellen. Het gebrek aan invallers maakte zijn invalbeurt mogelijk. Naast Wietze viel ook Erik Kruit nog in, wat ons team completeerde. Completeren is wellicht een vrij optimistisch woord voor het op komen dagen met 8 personen in een competitie van tientallen. Gelukkig was onze tegenstander vooraf bereid bevonden om onze gebrekkige opkomst te compenseren. Een eerlijke strijd van 8 tegen 8 werd daardoor gestreden.

Op bord 1 mocht Jan het opnemen tegen een sterke meester. In een vrij hippe variant van het Siciliaans had hij wellicht een klein nadeeltje in activiteit, maar hij wist zich goed staande te houden. Na verloop van tijd wist hij zelfs druk uit te oefenen op de koningsvleugel, wat voldoende bleek te zijn om de balans te bewaren, met remise als resultaat.
Op bord 2 wist Babak tegen een andere meester flinke druk uit te oefenen. Zijn tegenstander verdedigde zich vrij krampachtig, maar wel effectief. Babak wist niet het juiste plan te vinden, schoof de stelling dicht en ook hier mochten we een half punt noteren.

Aan het derde bord speelde Eddie met zwart. Hij stond de hele partij wat passiever, maar leek voldoende harmonie te behouden. Het materiaal bleef daardoor lang gelijk, maar in het eindspel wist zijn tegenstander met een actievere toren het initiatief te grijpen. De zwakke pionnen op de damevleugel werden heel geduldig onder schot genomen, en uiteindelijk kreeg Eddie de rennende pionnen op deze vleugel over zich heen. Hij heeft het lang uit weten te stellen, maar moest uiteindelijk berusten in een nederlaag.

Zelf speelde ik aan bord 4 een spannende partij. Ik pakte in een c3-Siciliaan een pion op c5 mee en meteen werden de dames geruild. Mijn tegenstander ging op jacht naar mijn koning in het midden en de zwakke pionnen op de damevleugel. Ik wist het netjes bij elkaar te houden, maar in het eindspel is het stellingsoordeel waarschijnlijk nog wel een paar keer omgeslagen. Uiteindelijk leidde mijn torenoffer tot twee rennende pionnen die niet meer gestopt konden worden door de zwarte toren.

Nick mocht op bord 5 tegen alweer de derde IM die onze tegenstander rijk was. Over de openingskeuze van zijn tegenstander was Nick meedogenloos. Al direct na de opening stond hij naar eigen zeggen erg goed. In het eindspel dat eruit volgde won hij maar liefst een kwaliteit en een pion. Met vaste hand wikkelde hij alles af en won.



Iets rommeliger ging het eraan toe aan bord 6. Erik (Sparenberg) had in het Siciliaans een Engelse aanval opgezet. De zwarte koning werd sneller bereikt dan de witte, zo leek het. Maar tussendoor beging Erik wat onnauwkeurigheden in het centrum. Niet nodig, maar nog steeds behield hij aanvalskansen. Het bleek niet genoeg, en zoals dat gaat met koningsaanvallen, als die van jou niet doorslaat, dan zorgt je tegenstander er wel voor dat die van hem wel werkt. Een nederlaag aan Friese zijde.

De IM's aan de zijde van Enschede waren goed gespreid. Zo troffen we er weer één aan bord 7. Om precies te zijn, Erik Kruit trof hem aan bord 7. Gelukkig was Erik goed voorbereid. Om 10 uur ’s  ochtends in de supermarkt merkte zijn vrouw op dat ze een andere schaker van onze club niet tegen waren gekomen, terwijl hij vrijwel altijd op zaterdag rond die tijd boodschappen doet. Erik concludeerde hieruit onmiddellijk dat hij deze dag waarschijnlijk een competitiepartij zou moeten spelen. Iets waar hij zichzelf ook toe bereid had verklaard. Gelukkig hoefde hij pas om kwart voor 11 te vertrekken, waardoor hij nog rustig de rest van de boodschappen kon doen, alvorens zich voor ons in te zetten. Zijn inspanning was duidelijk. Met zwart deed hij gezonde openingszetten en op het oog brak hij op het juiste moment in het centrum door. Helaas had zijn tegenstander, niet voor niets IM, net iets verder gerekend. De witte stukken werden sneller actief dan Erik van tevoren dacht, waarna het eindspel geen pretje meer was. Opgave volgde even later.

Nadat Eddie het eindspel niet bleek te kunnen redden was de stand 3-4, in ons nadeel dus. Gelukkig waren beide spelers op bord 8 hiervan niet op de hoogte. Wietze, onze troef op bord 8, moest dus op winst spelen. Hij leek dit ook te doen, maar was achteraf op enkele momenten bang een iets minder eindspel over te houden. Om bij het begin te beginnen, vanaf de opening stond hij al vrij goed. Een gepast remise-aanbod, Wietze niet vreemd, werd door zijn jeugdige tegenstander moedig afgeslagen. Wietze zette zijn tegenstander behoorlijk klem, maar naarmate het middenspel vorderde, vorderde zijn aanval minder. Zijn tegenstander kreeg tegenkansen over de a-lijn en Wietze moest een beetje gaan verdedigen. Inmiddels zijn we al bijna weer in het eindspel. Dameruil leidde tot een eindspel met een slechte loper voor Wietze, maar een dode loper voor zijn tegenstander. En beiden nog een paard. Het zwarte paard werd geruild voor Wietze’s loper en het witte paard ging op zoek naar zwakke pionnen. Zijn tegenstander kon dit echter voorkomen met zijn loper. Maar toen gebeurde er iets vreemds, noem het een wonder, noem het geluk. De tegenstander van Wietze ging in tijdnood niet in op zetherhaling en probeerde met een pionoffer in het centrum te forceren. Beide partijen kregen een vrijpion, maar die van Wietze was vele malen sterker. Nog geen minuut later hadden beide partijen nog een koning en drie pionnen over. Het enige verschil was een Fries paard, dat van Wietze. Voor een non-playing player weet hij het geluk nog aardig af te dwingen. Denk er het uwe van, maar ik weet; dit kan maar één ding betekenen: een doorstart van Wietze’s schaakcarrière.