NIET IEDERE CLUB HEEFT ZIJN EIGEN DE HAAN

Door Tjapko Struik

17-12-2011
Dr. Max Euwe - Philidor 1847 I
4½-5½
1
Tim Lammens - Addy Lont
1-0
2
Jochem Snuverink - Eddie Scholl
½-½
3
Floris van Assendelft - Migchiel de Jong
½-½
4
Bart Konijn - Babak Tondivar
0-1
5
Evert Rademakers - Tjapko Struik
1-0
6
Holger Lehmann - Harmen van den Berg
0-1
7
Kambiz Sekandar - Erik Sparenberg
1-0
8
Achim Bundgen - Bas van der Lijn
0-1
9
Luc Compagnie - Jelmer Veltman
0-1
10
Raoul van de Oudewetering - Nick Maatman
½-½

Nick wist al snel de nul van het scorebord te halen. Met zwart zette hij zijn koning net te laat veilig, waardoor zijn tegenstander een stukoffer met aanval kreeg. Nick reageerde nuchter dat het stukoffer wit heus geen voordeel zou geven. Geheel terecht, maar het eeuwig schaak dat er wel in zat, bezorgde hem een korte partij en een heel erg lange middag.

De witspelers zaten gevijven naast elkaar in een rij, evenals de zwartspelers. Hierdoor kon het zover komen dat Erik en ik naast elkaar mochten spelen. Een geheel nieuwe ervaring, maar we wisten elkaar niet voldoende te inspireren. Zelf bracht ik te vroeg mijn dame in het spel, wat te veel tijd kostte. Mijn tegenstander zette druk met zijn randpionnen, die ik volgens de computer wel een keer kon slaan. Maar wanneer, vraag je je tijdens de partij af. Van uitstel kwam afstel en de nul was op het droge. Goed voorbeeld doet goed volgen. Erik had direct na de opening een bijna symmetrische stelling. Het enige witvoordeeltje was zijn geïsoleerde dubbele f-pion tegenover de zwarte f en g-pion. Hij wist het nog lang de balans te bewaren, maar zijn witvoordeeltje keerde zich in het verre eindspel toch tegen hem.

Tijd voor tegengas

Eddie kreeg de Ponziani tegenover zich, die hij uiterst tam bestreed. Ik vroeg hem nog waarom de niet meteen de counter inzette met d5, maar dan zou volgens Eddie Da4 komen en dat kende hij niet zo goed meer. Een geldig argument, vele malen beter dan dat er zogenaamd de laatste 30 jaar nog nieuwtjes in de Ponziani zouden zijn. Hoe het ook zij, na wat rustige ontwikkelingszetten gaf Eddie toch tegengas over de h-lijn, langs zijn koning. Even had hij een tijdelijk stukoffer, waarmee hij een pion leek te verliezen, gemist. Maar het pakte goed uit, waarna hij initiatief had en daarmee een klein voordeeltje. Helaas niet voldoende voor een vol punt, maar mij hoor je niet klagen.

Babak speelde vlot zijn openingszetjes en na een tactisch gevecht waar dameruil en kwaliteitswinsten over en weer volgen, kwam zijn paard wel gemakkelijk vrij uit de hoek. Zijn tegenstander had overduidelijk veel meer moeite met het bevrijden na het ophalen van de toren. Toen hij hier uiteindelijk toch in slaagde, had Babak voldoende pionnen verzameld om het eindspel naar zijn hand te zetten. Een mooie overwinning. Ook Migchiel leek af te stevenen op een mooie overwinning. Na afwikkeling naar het eindspel had hij initiatief door een toren op de zevende rij en loper tegen paard, met pionnen op beide vleugels. Na pionwinst werden onmiddellijk de torens geruild en met nog altijd loper tegen paard leek het eindspel gewonnen. De praktijk leidt echter altijd haar eigen weg en na wat handig paardgehuppel moest Migchiel toch de vrede tekenen.

Chronologie vs intermezzo

De oplettende lezer heeft wellicht al opgemerkt dat de verrassing hem in de chronologie zit. Op misschien een enkele verwisseling na komt de verhaallijn overeen met de volgorde van de gebeurtenissen op de bewuste speeldag. Dit heb ik bij mijn weten nog niet eerder gedaan, en daarom mag het best een keertje. Ook de in de laatste partijen zal ik mijn best doen deze vertoning voort te zetten. Tenslotte... chronologie, waarom nie?

Nou ja, toch nog even een intermezzo van voor de wedstrijd. We speelden in de zaal van de sponsor van onze tegenstander. Waar bij Philidor het klokkenbeheer al sinds jaar en dag in de handen van De Haan ligt, besteedt Dr. Max Euwe dit uit aan DGT. Dit bedrijf, dat klokken maakt die in menig toernooi met plezier worden gebruikt, is natuurlijk een uiterst interessante sponsor. Leuk voor Max dat ze deze sponsor hebben weten te strikken, ik zit al 10 jaar (op de kop af!) te wachten tot Bas DE als sponsor binnen heeft gehaald en ik eindelijk op kosten van de club - of sponsor - onbeperkt koffie kan drinken tijdens de wedstrijd. Los die belofte nou eens in, Bas! Maar nee, Bas heeft het veel te druk. Bijvoorbeeld met klagen over klokken. Waar een normaal mens, bij het schaken in de gebouw van de meest gebruikte schaakklokken, een positieve impuls krijgt en deze wenst te delen, weet Bas deze potentiële vreugde bij voorbaat, en in slechts enkele seconden, de nek om te draaien. Wijzend naar een klok in de eerste de beste vitrine, deelt hij ons mede: “Kijk, die klok daar, die heb ik thuis ook” … “maar die van mij doet het niet. Jammer dat ik hem niet mee heb genomen, dan had ik hem meteen even om kunnen ruilen”. Zijn assertiviteit is bewonderenswaardig, maar de toon was gezet voor die middag. De digitale borden waar we op speelden, weigerden op slag dienst. En ook de Turk om de hoek, waar wij 's avonds gingen eten, verloren hun snelheid in bediening evenals de helft van het vlees dat ze ons voor zouden moeten schotelen. Het is dat we weer eens gewonnen hebben, maar ondanks die overwinning, en ondanks de gezelligheid die nog voet aan wal wist te zetten in het restaurant, was de maaltijd van hetzelfde niveau als Bas zijn optimisme. Als ervaren schrijver - let wel, ik zeg ervaren en niet kundig – weet ik dat na deze tirade een krachtige nuance wel op zijn plaats is. Daarom wil ik dit intermezzo afsluiten met de persoonlijke noot dat ik van DGT's gastvrijheid heb genoten en de speelzaal een prachtig onderkomen vond voor een middagje schaken. Immers, niet iedere club heeft zijn eigen De Haan.

Bijna tijd om de pen weer neer te leggen – voor drie weken – en mij zelf tegoed te doen aan een glas glühwein – het mag weer, het sneeuwt! Bijna dus, nog even het belangrijkste deel van de wedstrijd te verslaan. Met een achterstand van 2,5-3,5 en nog vier partijen te gaan waren de vooruitzichten goed. In drie partijen stonden wij overwegend, tegenover één plusje aan de kant van het DGT-team.

Nog even wat puntjes pakken

Jelmer had zijn partij weer ouderwets rustig opgesteld. Met zijn d, e, en f-pion in de beginsoptelling beantwoordde hij uiterst thematisch de centrumactie van zijn tegenstanden met een vleugelactie. Jelmer had niets te vrezen in het centrum, zo legde hij mij uit. Nadat hij laatst (bijna?) mat achter de paaltjes ging op e1, rokeert hij tegenwoordig weer alvorens tot actie over te gaan. Na de slag op de bewuste vleugel en nog enkele schermutselingen zag ik plots een eindspel met toren en loper voor beide partijen, maar een sloot pionnen meer voor Jelmer. Enkele zetten later was het punt dan ook binnen.

Bas had na zijn openingsrede over zijn DGT allereerst nog moeite om zijn mobiel, bijna net zo ingewikkeld als een DGT, uit te zetten. Na het volbrengen van deze taak, zat de helft van de arbeid er al weer op. Nu alleen zijn partij met zwart nog even omzetten in een punt. Met een pionoffer probeerde Bas het centrum open te gooien, waar de witte koning nog rustig op een aanval stond te wachten. De pion werd geweigerd, maar het opengooien werd niet verhinderd. Duidelijk voordeel was het gevolg. Mogelijk had Bas eerder toe kunnen slaan, maar met een dame-eindspel met ongelijke lopers, een pion meer en een veilige koning, wisselde Bas het opjagen van de witte koning af met het aanvallen van zijn tegenstanders a-pion. Niet veel later forceerde Bas een dameruil, waarna zijn vrije a-pion door kon lopen en ook de tweede helft van de arbeid was verricht.

Harmen zijn partij krijg ik om onduidelijke redenen nooit zo goed mee. Hij draait een goed jaar en toen ik op een zeker moment op ging letten, zag ik dat het centrum helemaal was vastgezet, maar dat hij wel een kleine kwaliteit voor stond. Na wat voorzichtige voorbereidingen werd het vastgezette centrum met loper en paard helemaal opgesnoept. Zijn tegenstander kon dit alleen verhelpen door zijn toren en een pion te geven voor het machtige van lichte stukken, maar dan zou hij in het resterende pionneneindspel uitgetempeerd worden. Opgave was dan ook zijn enige lot, waarmee op de benodigde 5,5 bordpunten uitkwamen – genoeg voor de overwinning.

Kan die overwinning niet wat overtuigender? Dat had gekund, door een half punt aan het eerste bord te scoren in een lasig toreneindspel. Addy had tot in het verre eindspel redelijk de balans kunnen bewaren, maar was duidelijk aan de verdedigende zijde. Met een randpion voor beide partijen en de koningen dichterbij de vijandige vrijpion met voorsprong, leek het allemaal net houdbaar. Toen de vijandige toren uiteindelijk toch een bruggetje wist te bouwen voor een veilige promotie, hadden wij een niet al te vrolijke afsluiting van de wedstrijd. Als loyaal teamgenoot van Addy, maar ook groot fan van de anticlimax, zag ik met gemengde gevoelens dit ongelukkige einde aan. Met gepaste nuance kan en wil ik dan ook enkel besluiten met de mededeling dat het droomteam zijn rentree heeft gemaakt met deze welverdiende eerste overwinning dit seizoen!