HOED U VOOR DE HUISHOUDELIJKE MEDEDELINGEN

Door Tjapko Struik en Eddie Scholl

02-11-13 Philidor I
-
DSC Delft
5
-
5
1. Migchiel de Jong
-
Joram op den Kelder
1
-
0
2. Nick Maatman
-
Matthieu Freeke
½
-
½
3. Eddie Scholl
-
Sebastiaan Smits
1
-
0
4. Addy Lont
-
Talitha Munnik
1
-
0
5. Tjapko Struik
-
Marco Gaehler
0
-
1
6. Jouke Algra
-
Jan Pieter Vos
0
-
1
7. Jan Hania
-
Sten Goes
½
-
½
8. Auke van der Heide
-
Martine Middelveld
1
-
0
9. Jippe Kamstra
-
Lisa Hortensius
0
-
1
10. Maarten Etmans
-
Smaranda Padurariu
0
-
1

Beter laat dan nooit, het 'grote' verslag, waar onze teamcaptain stilzwijgend vanuit was gegaan. Dit waardeoordeel is echter niet unaniem. De oud-teamcaptain, de harde kern van het droomteam en onze meestgewaardeerde non-playing player, allen samenkomend in de persoon van Wietze, ontraadde mij deze inspanning na mijn nederlaag en vroege aftocht. “Anders wordt het maar broddelwerk”, fluisterde de goede man mij nog snel toe voor ik, met mijn staart tussen de benen, de speelzaal verliet. Broddelwerk of niet, er is nog het één en ander te zeggen over de wedstrijd, getuige ook de vermelding “in afwachting van het 'grote' verslag” van onze teamcaptain. Normaliter vraagt hij mij expliciet om het kort te houden, maar daar is vandaag klaarblijkelijk geen enkele reden toe.

Laten we positief starten, dat doet een ieder goed. Bovendien, dan zijn we daar maar van af. Migchiel wist kort na de opening een thematisch pionoffer te plegen. Waarschijnlijk had daar niet meer dan wat compensatie of een onplezierig eindspel uit moeten volgen. Zijn tegenstander, Joram op den Kelder, ging echter op jacht naar de zwarte loper, waarna Migchiel het initiatief kreeg en hard toesloeg. Dat punt was binnen.

Op het tweede bord offerde ons talent, Nick, ook een pion.  Hoewel het een pion betrof die gemakkelijk weer op te halen was, koos Nick voor de aanval en ging Matthieu Freeke vol goede moed te lijf. Zo zien wij dat graag! Helaas leverde de aanval niet meer op dan remise. Het materiaal was wat uitgedund en Nick moest nog twee pionnen terug zien te winnen voor een materieel evenwicht. Lastig om door te gaan voor de winst, maar ik geloof niet dat hij minder stond. Het was ook niet helemaal zijn schuld dat er niet meer in zat. Hij was net 18 geworden, wat Eddie voldoende reden vond om te vermelden in de huishoudelijke mededelingen. Niet echt een lekker begin van je wedstrijd, al die ophef. Maar misschien ben ik de enige die op dergelijk sociaal gestoorde wijze reageert op positieve aandacht. De merkwaardige huishoudelijke mededelingen hielden hier echter niet op. Ook de aanwezigheid van vier vrouwen in het team van onze waarde tegenstander uit Delft, wist niet aan de huishoudelijke mededelingen te ontsnappen. Dat Philidor hier een voorbeeld aan mag nemen, ben ik volledig met onze teamcaptain eens. Daar staat tegenover, kan een echte vrouw zich in deze tijd van emancipatie en kennisrevolutie nog serieus nemen als ze niet schaakt? Mij lijkt het een kwestie van tijd. En wellicht wat (mannelijke!) overtuigingskracht.

Hoewel ik mij meer dan strikt noodzakelijk kritisch heb uitgelaten over de huishoudelijke mededelingen van onze teamcaptain, weet Eddie op het bord nog altijd zijn mannetje te staan. Hierdoor mocht het zo zijn dat Sebastiaan Smits even fijntjes op de kracht van de oude garde werd gewezen. Na de opening had Eddie iets minder ruimte, maar met zijn gebruikelijke geduld en standvastigheid wist hij toch een eindspel te behalen met tweemaal zoveel pionnen als zijn tegenstander. Het staaltje klasse wat tussen deze fragmenten heeft plaats gehad, bespreekt hij zelf in bijgevoegde partijanalyse.

Aan het vierde bord heeft Addy heel veel gezien. Wat hij echter niet had gezien was de naam van zijn tegenstandster, Talitha Munnik, op de spelerslijst van onze tegenstander. Zonder het gebruikelijke het-is-maar-een-vrouw-máár...-argument heb ik hem ervan verzekerd dat hij niet binnen het uur zou gaan winnen. Ondanks mijn waarschuwing zag Addy helaas een belangrijke pionzet op een bijzonder kritisch moment over het hoofd – informatie die ik uit eerste had heb vernomen, maar inderdaad, meestal verzin ik een dergelijke urgentie. Gelukkig draait Addy al enkele jaren mee en laat hij zich niet meer zo snel onderuit halen door een psychische tik. Ook hij maakte gebruik van een (tijdelijk) pionoffer, vrij thematisch voor deze dag. Het eindspel met goed paard tegen slechte loper leek mij nog een heel karwei, maar op karakter werd uiteindelijk de klus geklaard.

Dan het echte broddelwerk, aan mijn eigen bord vijf. Na 1.g3 besloot ik er eerst maar eens wat pionzetten tegenaan te gooien. De pionzetten e5, d6, g6 en c6 zijn, mits ondersteund door een doordacht plan, heus niet heel slecht. Laat dat nou net zijn waar ik vandaag geen vat op kreeg. Ik mocht het opnemen tegen Marco Gaehler, hij was speciaal voor mij ingevlogen vanuit Zwitserland. Ook hij  had moeilijk met plannen verzinnen, maar bracht uiteindelijk meer harmonie aan in zijn stelling dan ik. Aan het begin van het eindspel leek ik weer wat tegenwicht te kunnen bieden, maar dit was van korte duur. Met een mooie loper op de lange diagonaal zette mijn tegenstander voorzichtig druk. Ik wist nog wat tegenspel op gang te brengen, maar wellicht was dat de uiteindelijke aanleiding van mijn ondergang. Het voelde als broddelwerk, het oogde als broddelwerk, het zou mij dan ook niets verbazen als het objectieve oordeel hier niet van afwijkt.

Naast mij wist Jouke zijn partij wat beter op te zetten tegen Jan-Pieter Vos. Lange tijd had ik veel vertrouwen in zijn stelling en ik rekende op minstens een half punt. Helaas sloeg hij wat ongelukkig toe op de damevleugel, waarna hij op de koningsvleugel onder de voeten werd gelopen. Door zijn dame te geven tegen een toren en licht stuk, wist hij de partij nog wat te rekken. Maar niet veel later gooide hij toch maar de handdoek in de ring.

Een leuke tweesnijdende stelling ontstond bij Jan op het bord. Hij had, met een door vier pionnen in het centrum beschermde koning, spel op beide vleugels. Hij heeft duidelijk gevochten, net als zijn tegenstander Sten Goes, maar uiteindelijk moesten zij beiden toch in remise berusten. Een redelijke uitkomst in een partij waarin naar mijn bescheiden indruk het waardeoordeel vaker omsloeg dan de zelfvertrouwen van beide heren.

Auke mocht het opnemen tegen de vrouw uit het gezelschap die het hardst met haar hoofd schudde tijdens de huishoudelijke mededelingen. Ik kreeg van Martine Middelveld, zijn tegenstandster, te horen dat de variant die op het bord kwam de enige was die ze de dag ervoor nog bekeken had. Normaal gesproken erg fijn, het daadwerkelijk op het bord toveren van je voorbereiding, maar in één en dezelfde adem liet ze ook weten zich slechts de helft te herinneren. Nog even was ik bang dat het om de juiste helft ging, waarop zij mij onmiddellijk gerust wist te stellen. Toch vond ik de samenwerking van Auke zijn stukken lange tijd verre van optimaal. Maar enige tijd en schermutselingen later werd de stelling overzichtelijker en hield hij een pion voorsprong – een vrij gezonde – waarna het punt genoteerd kon worden.

Jippe had dezelfde opening op het bord waarmee hij in de interne competitie deze week geen succes wist te halen tegen bovengetekende. Jippe is er niet de man naar om zich daardoor te laten beïnvloeden, dus laat ik het uit respect voor zijn eigenwaarde op onkunde gooien. Tegenstandster Lisa Hortensius hield goed controle op beide vleugels waarna Jippe een pion moest inleveren. Het resterende toreneindspel was iets te saai voor een goede truc, dus moest de nederlaag maar geaccepteerd worden.

Op het laatste bord heeft Maarten naar mijn idee de gehele partij gelijk of beter gestaan. En dan bedoel ik ook echt de gehele partij, niet tot net voor het einde. De nederlaag was dus een treurig geval van tijdsoverschrijding. Ondanks het nieuwe speeltempo waarin we het voorrecht hebben bijna oneindig lang na te denken, wist Maarten het tempo van tegenstandster Smaranda Padurariu niet bij te benen. Wat ik opmerkelijk aan haar vond was de manier waarop zij na de opening speelde. In de scheveninger variant van het siciliaans – waar ik mijzelf ook vaak van heb bediend, maar waar je als zwartspeler bijzonder zenuwachtig van kan worden –  speelde zij de enige rustige zet na de ander met een ijzingwekkend zelfvertrouwen en ongenaakbaar geloof ik de de harmonie van de scheveninger. Om dan eindelijk maar eens in te gaan op de opmerkelijke huishoudelijke mededelingen van onze gewaardeerde teamcaptain –  het is die passie en het geloof in eigen spel, dat we misschien wel het hardst missen door een tekort aan vrouwen in het schaken. Maar nu ik dit opschrijf, zie ik Martine achter haar bord al weer hoofdschuddend voor me. Kortom, mijn huishoudelijke mededelingen zouden geen haar beter zijn dan die van ons icoon, onze teamcaptain en meest eigenwijze teamgenoot. Daarom laat ik de meest genuanceerde woorden over het verloop van de wedstrijd aan hem over. Zet u schrap voor zes zinnen keiharde realiteit:

Het oorspronkelijke verslag van Eddie:

In de 2e ronde van de landelijke schaakcompetitie slaagde Philidor er niet in het studententeam van DSC Delft te verslaan. Het werd een teleurstellende 5-5. Weliswaar toonden de Friese topborden zich sterker dan hun tegenstanders, maar aan de lagere borden sloegen de gasten hard terug.

In de uiterst spannende slotfase moesten bij een 4-4 stand de partijen van Addy Lont en Maarten Etmans de beslissing brengen. Lont wist het punt binnen te slepen, maar Etmans verloor in voordelige stand door tijdsoverschrijding.


De andere winstpunten voor Philidor kwamen op naam van Migchiel de Jong, Eddie Scholl en Auke van der Heide.