WE KUNNEN PRECIES ÉÉN KANT OP!

Door Tjapko Struik

21/09/13 Wageningen 2234 Philidor 1847 2224
1. GM Jan Timman 2578 IM Migchiel de Jong 2364
1
0
2. David van Eekhout 2168 Nick Maatman 2270
1
0
3. Erwin Oorebeek 2199 Tjapko Struik 2296
½
½
4. IM Sander van Eijk 2410 Bas van der Lijn 2260
1
0
5. Stefan Bekker 2262 Eddie Scholl 2306
½
½
6. Fred Jonker 2153 FM Addy Lont 2260
1
0
7. Bert Torn 2149 Jan Hania 2187
½
½
8. FM Erik van den Dikkenberg 2166 Auke van der Heide 2079
1
0
9. Jeroen Franssen 2119 Jouke Algra 2135
½
½
10. Kees Stap 2140 Jippe Kamstra 2087
½
½

Terug van weggeweest, uw vaste verslaggever. Met wederom een liefdevol, maar frauduleus wedstrijdverslag. Geheel in stijl van de wetenschappelijke modeverschijnselen op gebied van al dan niet integer publiceren, wil ik weer enkele gedachten delen die raken aan de dag waarop het droomteam – in de volksmond ook wel Philidor I – het net niet wist te redden in Wageningen.

Migchiel wist op bord 1 lange tijd stand te houden tegen Neerlands legende Jan Timman. Onze IM kwam in het middenspel een pion achter, maar het was gelukkig slechts een lelijke, dubbele e-pion. Het dame-eindspel was remise, op enkele nauwkeurige zetjes na. Na lang zoeken wist Migchiel deze nauwkeurige zetjes te vermijden en een welverdiende overwinning was het gevolg voor de enige GM in het gezelschap van deze dag. De analyse was ik niet bij, maar ik trof Jan nog wel aan bij de bar, waar hij enkele woorden richtte tot wat medespelers. Iedere ervaring in verslaggeving verloochenende, kan ik u met zekerheid zeggen dat dit niet niet was hij exact heeft gezegd: “Ja, als je La8 en Ph5 kunt spelen, dan moet je dat natuurlijk gewoon doen.” Ik heb aangegeven dat advies op te zullen volgen en wacht mijn kansen af in de eerstvolgende zwartpartij. Of witpartij.

Op bord 2 leken we meer geluk te hebben. Na een merkwaardige opstelling van wit tegen het Frans veroverde Nick een pion en mijn vertrouwen in hem was groot. Zijn pionnenstructuur was echter niet heel fijn, waarmee stukkenspel van zijn tegenstander zomaar heel gevaarlijk zou kunnen worden. En dat hebben we geweten! De lange diagonaal ging open en na Dh6, even op bezoek bij de zwarte velden rond Nick zijn koning, was er geen redden meer aan. Klein inschattingsfoutje van ons jeugdig talent, maar met volwassen gevolgen.

Zelf speelde ik een partij waarvan onze teamcaptain waarschijnlijk vindt dat het als voorbeeld mag dienen voor dit verslag: lekker kort! Na zestien zetjes werd de vrede getekend na een eeuwige aanval op mijn dame. Hoewel beide spelers er best een mooie partij van wilden maken, kunnen we toch wel vast stellen dat zij daar beiden verre van in geslaagd zijn. Met lafheid als krachtigste wapen gingen zij beiden af door de zijdeur. Volgende ronde beter.

Nog treuriger was het schouwspel aan bord 4. In een Siciliaan speelde Bas h5, waarna ik de manoeuvre Ld7 & Ta8-c8xc3 al weer van verre aan zag komen. Nou ben ik dol op dit speculatief en publieksvriendelijk schaak dat Bas altijd uit zijn mouw weet te schudden. Maar het probleem is dat ik dit soort potjes al moet aanzien sinds ik in 2001 mijn debuut maakte in het eerste team van Philidor. En als het nou nog wat punten op zou leveren, dan – ja dan – zou ik er misschien niet zo moe van worden. Gelukkig leek het vervolg nog redelijk op iets wat door kan gaan voor strijd. Maar net toen Bas zijn koning veilig had gesteld, werd zijn dame ingesloten in een andere hoek van het bord. Maar, al ligt de waarheid in het graf, al wat haar drukt, dat moet er af. Dus Bas, het is een genoegen om weer met je in een team te spelen. Ik heb het gemist!

Eddie had op bord 5 te maken met een goed voorbereide tegenstander. Na een stevig slagveld in een naar mijn idee onbenullig variantje – niets ten nadele van onbenullige variantjes, mijn openingsrepertoire is een lappendeken van onbenullige variantjes – begon de vijand op zet 14 opeens na te denken. In het duw en trekwerk wat volgde had Eddie enkele malen een goede kans op winst. Sterker nog, de eindstelling bleek de moeite waard om door te spelen. Meer dan de moeite waard. Ik neem aan dat Eddie zelf een becommentarieerde versie van zijn partij aanlevert. (Correct: deze versie staat hier - red.) Dat in ogenschouw nemende zal ik verder niets afdingen op zijn halve punt. Dit is iets wat Eddie altijd voor eigen rekening neemt. In het restaurant na afloop van de wedstrijd en gedurende de gehele rit naar huis. En vanuit Wageningen is dat toch al een vrij lange rit.

Addy kwam al vrij snel in de verdrukking met zijn koning. Hij wist nog af te wikkelen naar een eindspel met ongelijke lopers. Hoewel met niet favoriet – met drie tegen zes pionnen moet je toch een keer je hoop op glorie laten varen – leek mij na het veroveren van die zesde pion een half punt haalbaar. Addy baalde echter al zo hard van... ja, waarvan ook alweer? Misschien van de eerste helft van zijn partij. Hoe dan ook, hij wist niet meer de nodige concentratie op te brengen om de boel hermetisch af te sluiten. De derde nul kon bijgetekend worden.

Speciaal voor het opvullen van bord 7 van Philidor werd een Eftelinguitstapje van de familie Hania onderbroken. Op bijzonder rustige wijze weet Jan altijd een voor mij nietszeggende stelling te bereiken. Niet een slechte stelling –  misschien zelfs een goede stelling – maar in ieder geval zo'n positie waarvan ik zeg: laat ik maar niets zeggen. Als ik denk dat de chaos te groot is op zijn bord, is meestal het punt dichtbij. Ontgaat zijn partij mij een beetje, dan verliest hij stiekem. En als ik echter denk dat het de goede kant op gaat, wordt er doorgaans op een onbewaakt moment de vrede getekend. Misschien had het te maken met het wederzien van zijn studentenstad die een gouden middenweg afdwong. Een feit was dat er vandaag weer zo'n onbewaakt moment was. Al met al, een mijns inziens heldere karakterisering van Jan zijn spel zonder dat het heel erg opviel dat ik geen zinnig woord op weet te schrijven over zijn partij.

Auke had met zwart een variant die ik zelf met wit op het bord had. Een sterk, maar ook kwetsbaar paard op d6, was wat de sfeer van de stelling bepaalde. Ondersteund door een pion op e5, was het voor zwart duidelijk wat er in de witte stelling ondermijnd moest worden. Voortvarend zette Auke die koers in en hij bereikte een goed eindspel. Vervolgens gaf hij in één zet alles weg. Met een kleine combinatie verloor hij een pion en werd er meteen afgewikkeld naar een toreneindspel. Hoe hard ik zelf ook geloofde dat de remisemarge groot was, de praktijk wees anders uit. Een pijnlijke nederlaag.

Op bord 9 een voor mij nieuwe teamgenoot. Onder normale omstandigheden had ik gezegd: welkom Jouke! Maar na een jaar afwezigheid van mijn zijde waarin hij zijn debuut maakte, lijkt mij dit ongepast. Misschien was het op zijn geplaatst als ik door hem welkom werd geheten. Maar helaas, geen rode loper voor mij ditmaal. We hebben het gehouden bij een stevige handdruk vervolgens zijn onze wegen gescheiden. Ikzelf ging – via 16 zetjes en een handje schudden aan bord 3 – bier hijsen aan de bar. Jouke zette een fatsoenlijke partij neer en probeerde een iets beter eindspel uit te melken. Hij doet mij goed om te zien dat iedereen op eigen wijze zijn rol in het team vervult. Waar ik een dergelijk eindspel in mijn beginjaren altijd nog een uur langer uit moest melken dan leuk was – waarbij de term 'moeten' verwijst naar Bas zijn intense peptalks die maandelijks op mij af werden gevuurd – blijkt de verruwing van de schaaksport duidelijk op zijn retour. Wat ik daar van vind? Vraag mij er maar niet naar. Nou ja, vooruit dan maar, ik zal nog eenmaal over mijn hart strijken en nog het één en ander uit de doeken doen over de Olympische gedachte, alvorens ik doorga naar het laatste bord. Ik las laatst een interessante verhandeling die ingaat tegen groteske Engelse voorliefde voor 'fair play'. De kern ervan is de treffende waarschuwing om deze voorliefde niet te verwarren met de drang naar mensen op zogenaamd foutief gedrag te wijzen, terwijl zij al eeuwenlang op deze wijze een gelukkig leven leiden.

Tot slot dan bord 10, belichaamd door een man die ongetwijfeld mijn gevoelens aangaande fair play deelt. Na een waardeloze opening had Jippe een vrij aardige stelling. Hij heeft er uit gehaald wat erin zat naar mijn idee. Helaas bleek dit niet meer dan remise te zijn.

Tellen we even na wat dit heeft opgeleverd, dan komen we op vijf remises tegen vijf nederlagen. Een mooie balans, die toch wel  één matchpunt verdient naar mijn idee. De bond denkt hier anders over en we bungelen helemaal onderaan in klasse 1A. Sommigen denken, als je daar eenmaal bent aanbeland: je kunt geen kant op... Als verslaggever van uw droomteam wil ik daar tegen inbrengen: we kunnen precies één kant op. Omhoog! Om mij aan te sluiten van de woorden van de teamcaptain: “Om elk misverstand te vermijden, het streefdoel is ook dit jaar kampioen worden!” En ook: “Wat ik weer een slechte partij gespeeld vandaag.”

Tot slot het Chinees restaurant. Eén beeld zegt vaak meer dan 1000 woorden. Dus laat ik niet nog 1000 woorden gebruiken om het tweede deel van de dag te beschrijven. Ik zou het kort houden.