KARAKTER!

Door Eelke Heidinga

13-12-14
HSP/Veendam
1935
-
Philidor 1847 2
1973
4
-
4
1.
Peter Riksten
2085
-
Egbert Wind
1937
0
-
1
2.
Vincent Geeraets
2063
-
Marcel Vermaat
2148
½
-
½
3.
Wiebe Wielenga
1980
-
Oene Schriemer
2084
0
-
1
4.
Johanan Havinga
2002
-
Eelke Heidinga
1926
1
-
0
5.
Jan Lulof
1900
-
Wessel van der Berg
2009
1
-
0
6.
Bernard Bontjer
1865
-
Erik Kruit
1934
1
-
0
7.
Thale Hadderingh
1837
-
Rowan van Dijk
1830
½
-
½
8.
Lucien Jerphanion
1751
-
Siegbert de Jong
1918
0
-
1

We beginnen met een les geschiedenis. Ongeveer 25 jaar geleden, toen we nog jong, mooi en fanatiek waren, kwamen we elke vrijdagavond voor de KNSB-ronde bij elkaar om te trainen en te snelschaken. Combinaties, openingen eindspel: er werd serieus geoefend. Op één van die avonden kwam Dick Lont (wie kent hem niet: de broer van Addie, de vader van Jolle, sympathieke ex-clubgenoot die maar één fout heeft: hij heeft voor het bridge gekozen) met de volgende vraag: "kennen jullie de Lucena-positie?" Nou nee, dus. De Lucena-positie kan voorkomen in het eindspel Koning + Toren + pion tegen Koning + Toren. Als de vijandelijke koning is afgesneden dan kan er gewonnen worden door de toren naar de vierde rij te spelen. Aldus een college van Dick op die gedenkwaardige vrijdagavond. Het is in het geheugen blijven hangen omdat één van de spelers de volgende dag daadwerkelijk de Lucena-positie op het bord kreeg, zodat het door de hele speelzaal gonsde: Lucena! Lucena! Lucena!

De wedstrijd tegen HSP / Veendam werd in Hoogezand gespeeld. Het blijkt dat HSP (zoals iedereen weet betekent dat Het Springende Paard) uit Hoogezand en Veendam gefuseerd zijn; ze hebben nog wel twee interne competities maar de externe teams zijn gezamenlijk. Wij hadden Franke uitgeleend aan het eerste team, en omdat Rein niet kon viel Siegbert in. Deze jongen heeft een schat aan ervaring en een uitstekende teamgeest. Zo kwam hij bij elk remisevoorstel van zijn tegenstander overleggen met de Captain.

Het eerste resultaat was een vervelende nul voor mijzelf en de constatering dat de schaakvorm in een stevige dip zit. In het middenspel ging er middels een toch echt niet bijzonder ingewikkelde combinatie een pion af en die heb ik niet meer terug gezien. Mijn tegenstander speelde het overigens netjes uit. Iemand die in het geheel geen last heeft van een dip is Egbert Wind. Hij maalt niet om tegenstanders met hogere rating en speelde een fraaie partij aan het eerste bord.

Stand 1-1 maar het zag er niet gunstig uit. Vandaar dat Siegbert, die een remise-aanbod had gekregen, werd opgedragen door te spelen. Vervolgens vielen er twee remises: Rowan had een iets beter eindspel maar kon geen vorderingen maken. En Marcel kwam in een dynamische partij ook niet verder: een spannende stelling waarin winstpogingen alleen als een boemerang zouden werken.

Erik aan bord 6 verloor in het middenspel ook een pion, en kreeg ook nog een koningsaanval over zich heen. Dat redde hij niet. Bij Wessel was na een spannende siciliaan een toreneindspel ontstaan met elk drie vrijpionnen. Een gruwelijke stelling voor een betrokken toeschouwer en waarschijnlijk ook voor de spelers. Wessel zal ergens iets gemist hebben, hij zal er nog een ragfijne analyse op loslaten. Zijn tegenstander promoveerde het eerst en Wessel een zet later. Toen gaf de tegenstander 10 schaakjes met dame en toren en toen stond Wessel mat.

4-2 achter met Siegbert een gelijkstaand eindspel en Oene met de rug tegen de muur. Buiten werd het al donker, maar binnen twinkelden twee sterren: Siegbert en Oene!

Siegbert was nog een paar keer komen melden dat zijn tegenstander remise had aangeboden, maar aannemen was uitgesloten. En eigenlijk ook niet nodig: Siebert stond beter in een eindspel met goede loper tegen slecht paard. En met veel geduld (en waarschijnlijk enige hulp van zijn tegenstander) haalde Siegbert keurig de vis op het droge. Chapeau!

 

4-3 en uiteraard: Oene is de laatste. Eerlijk gezegd dacht ik dat Oene in het verrre middenspel geheel verloren stond, toen zwart een pion snaaide en met de d-pion oprukte naar d2. Fritz denkt daar anders over, nou ja, ik zie er tegenwoordig toch niks van. Fritz vindt de witte stelling slechts een tikje minder, maar wanhoopt nergens. Een bekend verschijnsel is dat een speler die beter staat begint te zoeken naar de winnende afwikkeling. Als die er niet direct in zit, sluipt de onzekerheid er in. Zo ook hier: tegenstander Wiebe Wielinga raakte de draad kwijt. Er ontstond uiteindelijk een toreneindspel dat zwart remise had kunnen houden. Bijvoorbeeld door een keer op a2 te slaan, of 50 ... h6 te spelen. Ook 48 ...b4 was niet handig. Uiteindelijk ontstond er een eindspel met elk een toren en Oene nog een pion. En toen gonsde het ouderwets door de speelzaal: Lucena! Lucena! Lucena!


De Lucenapositie!

 

Wiebe kijkt nog 5 minuten naar wat later de slotstelling blijkt te zijn.

Geen partij uit één stuk, maar wel een fraaie prestatie van Oene.


Het blijkt dat er een uitstekende Chinees in Hoogezand zit waar wij merkwaardig genoeg de enige gasten waren. Daar ontdekten we ook dat de tegenstander van Oene de oom is van één van de kinderen van Herry Seunnenga en dat Otas laatst in het Kalverdijkje is gesignaleerd. Er is altijd wat te doen in de schaakwereld.