PHILIDOR I REDT ZICH IN WAGENINGEN

Door Eddie Scholl

26-09-15
Wageningen
2254
-
Philidor 1847
2200
5
-
5
1.
Jan Timman
2556
-
Migchiel de Jong
2367
½
-
½
2.
Yochanan Afek
2296
-
Addy Lont
2279
0
-
1
3.
Stefan Bekker
2297
-
Tjapko Struik
2304
0
-
1
4.
Sander van Eijk
2413
-
Eddie Scholl
2227
0
-
1
5.
Erwin Oorebeek
2177
-
Jan Hania
2143
½
-
½
6.
Jermo Kooijmans
2237
-
Auke van der Heide
2172
½
-
½
7.
Erik van den Dikkenberg
2127
-
Jan Boersma
2128
1
-
0
8.
Bert Torn
2145
-
Jippe Kamstra
2078
½
-
½
9.
Fred Jonker
2144
-
Christoph Wolf
1
-
0
10.
Kees Stap
2147
-
Erik Sparenberg
2102
1
-
0

Na het tamelijk treurig verlopen voorgaande seizoen werd met enige zorg uitgekeken naar de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen, uit tegen Wageningen. Geruchten dat de sponsoring van die club gestopt zou zijn bleken niet te kloppen en niet alleen wij, maar ook de Wageningers verschenen met vrijwel hetzelfde team als dat van vorig jaar achter de borden. Bij ons had Bas van der Lijn wegens familiaire festiviteiten vrijaf gekregen, waardoor onze Duitse nieuwkomer Christoph Wolf, die in zijn eerste partijen in de interne een goede indruk had achtergelaten, kon debuteren.
Een andere verandering is dat onze inspirerende teamleider Tjapko zich helaas wegens werkzaamheden buitenshuis als zodanig heeft moeten terugtrekken, een geduchte morele tegenvaller.

Na een paar snelle remises van resp. Jan Hania, Jippe en Auke (Jan Hania heeft er vaker moeite mee zijn ex-clubgenoten stevig aan te pakken), brandde de strijd echt los. En dat leidde nu niet direct tot gunstige perspectieven voor de onzen. Alleen Addy, net als vorig jaar aan Afek gekoppeld, onttrok zich aan het negatieve verwachtingspatroon en won in een Siciliaan zoals ook een grootheid als Kasparov dat in zijn tijd deed: nog voordat de witte aanval op gang is gekomen hebben zwarte speldenprikken al zoveel zand in de machine gegooid dat wit na enige tijd niets anders rest dan het hopeloze van zijn streven inzien. Overigens voerde Afek dit keer (in tegenstelling tot vorig jaar) de lange rokade correct uit.


Maar verder vooralsnog veel somberheid. Onze Duitse Wolf wilde zijn debuut opsieren met een schitterend stukoffer, dat echter achteraf in de categorie ‘te mooi om waar te zijn’ bleek te vallen en Erik dacht net zijn stelling te consolideren toen hij een fataal familieschaakje toeliet. Ook voor Jan Boersma ontwikkelde de strijd zich minder gunstig. In een gesloten Siciliaan leidde een zwart initiatief tot pionverlies voor onze man, al bleef er nog lang hoop dat hij het hoofd boven water zou weten te houden.



Toch ontwaarde onze toezichthouder Wietze J., uiteraard ook in dit verafgelegen oord toezichthoudend aanwezig, enige lichtpunten aan de horizon. Zo had Migchiel, die voor het derde achtereenvolgende jaar de degens met Jan Timman mocht kruisen, een slechte openingsbehandeling overleefd en hij leek nu zelfs in het voordeel te komen. Ikzelf had mij na een onorthodoxe openingsbehandeling, nodig omdat ik de theorie van de scherpe Siciliaanse variant grotendeels vergeten bleek te zijn, een grafzet laten ontvallen. Mijn tegenstander stelde zich niet tevreden met het consumeren van de al te vriendelijk aangeboden kroonpion, maar speelde onder opoffering van een kwaliteit rechtstreeks op mat. Gelukkig voor mij miste hij ondanks zeer lang nadenken de beste voortzetting. Wel kon hij omstreeks zet 40 nog steeds zetherhaling afdwingen.
Nog beter verging het Tjapko. Een gedekte zwarte pion op d2 toelaten, dat overleeft menig witspeler niet. Maar uit het niet stoomde een witte pion langs de a-lijn op, die minstens zo gevaarlijk leek als het zwarte monster op d2.

Inmiddels was Jan Boersma opnieuw in de fout gegaan met direct fatale gevolgen en slaagde Migchiel er niet in Jan Timman ook echt te vloeren. Stand 5-3. Er moest dus twee maal gescoord worden.
Tjapko liet er geen gras over groeien, maakte het zwarte kroonjuweel op d2 onschadelijk, liet de a-pion promoveren en ontweek een zwart eeuwig schaak. Woorden schieten te kort om hem te prijzen.



En toen hing alles van mij af. Mijn tegenstander was na overleg met zijn teamleider vlak na de eerste tijdcontrole de mogelijke zetherhaling uit de weg gegaan en daar zal hij een paar zetten later al spijt van gehad hebben. De twee extra witte pionnen wogen niet op tegen het zwarte voordeel van de kwaliteit en ondanks een enkele onnauwkeurigheid van mijn kant kreeg hij geen kans meer op herstel. Na 89 zetten had ik de vis op het droge. De 5-5 was gered.

Dat we het eten in Jan Hania’s favoriete Wageningse restaurant onder het zeer luidruchtige gekir van enkele aan belendende tafels gezeten damesgroepen naar binnen moesten werken, we lieten het blijmoedig stoïcijns over ons heengaan. Alleen Erik werd het toch even teveel; de megagrote spare ribs op zijn bord konden grotendeels onaangeroerd retour richting keuken. Gelukkig herstelde hij zich tijdig van deze inzinking.