"SCHAKEN ZORGT VOOR VIJANDSCHAP EN HAAT..."

Door Kees van Straten

Philidor 5 - Heerenveen 2 3½-4½
1 Jan Hoekstra (1052) - Roelof Klinkers ( 1676)  0 - 1
2 Danny de Vries (1463) - Wim Visser (1723) 0 – 1
3 Wolter Jongsma (1466) - Wiebe Oppenhuizen (1575) ½-½
4 Peter Venhuizen (1418) - Erik Klaassen (1453) 1 – 0
5 Kees van Straten (1488) - Rinze van der Berg (1505) 1 – 0
6 Jeppe van Bon (1366) - Frans van Dam (1573) 0 – 1
7 Derk Stegeman (1537) - Peter Doetjes (1386) 0 – 1
8 Sytze Faber (1532) - Jelle Broer (1373) 1 - 0

…. dat is de mening van een gezaghebbend geestelijk leider in Saoedie Arabië. Schaken is ‘haram’; het zet aan tot gokken en zorgt voor vijandschap en haat. Bovendien is schaken zonde van de tijd. Wat zonde is, en dan hebben we het nog niet eens over zonde van de tijd, blijft een academische vraag. Annie de Reuver heeft jarenlang schalks gezongen om in de poppetjes van haar ogen te kijken,  Zwarte Riek (“Hup sjanse de platte boender” was een absolute topper uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Welke exegeet laat ooit eens zijn/haar licht laten schijnen over dit mystieke proza?) bleef decennia lang herhalen dat haar wieg een baaien rok was. Beide cultuurdragers zijn ons helaas recentelijk ontvallen. Was het zonde van hun tijd om te zingen over poppetjes en wiegjes? Was het zonde van onze tijd om er ademloos en met de zakdoek in de hand  naar te luisteren?  Welke artiesten en  kunstenaars (de begenadigden die ons, middels olieverf en klei, aan het denken zetten over het leven en het doel van het leven), kunstminnaars en kunstbeschermers zijn momenteel nog in leven en wie zijn inmiddels overgegaan naar de hoogste finale sferen? Het is kunstzinnig niet meer bij te houden. Leeft bijvoorbeeld Rita Corita nog, met dat lekkere bakkie koffie? En HermanvanVeenhapsnapsneefalderalderee ?

Komaan, geen kwijlzucht naar vroeger, dit is een zakelijk verslag van het vijfde team van de Koninklijke tegen Heerenveen 2.

Omdat Rutte En De Zijnen het schaken vooralsnog niet verboden hebben, mocht het vijfde team zondigen tegen Heerenveen 2. Er is heerlijk gezondigd en de uitslag werd 3,5 – 4,5.  Zondigen is aangenaam, maar niet altijd lucratief. Voor de eerste keer van mijn leven had ik me als captain verlaagd, op aandringen van zeven prominente teamgenoten, om te zwichten voor de z.g. ‘tactische’ opstelling. Dat pakte, ik wist het omdat hier geen zegen op kan rusten, faliekant verkeerd uit. De borden waar we gedacht hadden de punten te halen lieten geen winstpartijen zien. Jeppe kreeg, tactisch opgesteld, een zware tegenstander tegenover zich. Ondanks dat veroorloofde hij zich, zoals hijzelf zei “een domme zet” in de opening met als gevolg een positieverzwakking om daarna, in stijl, weer een “domme zet” op het bord te toveren. Een vol punt naar Foppe de Haan (gefeliciteerd met de overwinning op korfbalteam Feyenoord).

Derk ruilde verkeerd af en daarna ging het Stegemansbergafwaarts onder de vrolijke klanken van  “Hup sjanse de platte boender”. Gelet op het ratingverschil had Derk zijn tegenstander niet mogen laten ontsnappen, Maar ja: schaken is schaken. Naast ratingverschil spelen factoren mee als geluk, blinde vlekken, Zwarte Riek, teveel (meer dan zes) triple Westmalles, een weggelopen hond, een tuinman die niet op is komen dagen, open bruggen, een overleden suikertante en gaat u maar verder.  

Sytze voldeed aan de verwachtingen. Normaal gesproken is hij onze tweede man, maar voor deze gelegenheid was hij geplaatst op het achtste bord. Van tevoren had hij me beloofd dat hij zou winnen, zo niet, dan was hij aan zijn stand verplicht om zijn notatieboekje op te eten. Met zulke beloftes speel je natuurlijk op de toppen van je kunnen.

Danny was supergemotiveerd, overoversupersupergemotiveerd. Bruisende, briljante ideeën flitsten door zijn hoofd; het potentieel aan oversuperzetten was overweldigend, veel te superoverweldigend. Danny kon niet kiezen en strandde. Niet onbelangrijk was dat zijn tegenstander een aanzienlijk hogere Elorating had. Danny, vooruit, ga door met je aanstekelijke enthousiasme! Het ‘tactisch model’ impliceerde dat onze Benjamin, Jan Hoekstra, aan het eerste bord zat. Dit is een van de redenen waarom ik, zolang ik als captain van het vijfde nog wordt getolereerd, geen tactische opstellingen meer zal toelaten. Jan was kanonnenvlees. Sorry Jan, dit zal onder mijn aanvoering niet meer gebeuren.

Wolter speelde een prima partij. Stukken goed geplaatst, net als de tegenstander. Toen werd het een kwestie van afruilen. Beiden waren tevreden met een remise. Zelf bond ik de strijd aan met een volle neef van Jan Miedema. Toen de Heerenveners op 4,5 kwamen, stelde de volle neef remise voor. Hè, dat had ik nu totaal niet verwacht. Nu heb ik net zo’n hekel aan remises als aan tactische opstellingen, dus ik heb principieel en tactisch het volle remiseaanbod afgeslagen. Tot op de laatste pion werd er gevochten, maar toen hadden we in ieder geval 2,5 punt.

Peter zat naast mij. Toen hij een fraai vorkje uit zijn mouw schudde was mijn belangstelling meer dan gewekt. Op mijn verzoek wilde hij de partij wel delen met de schakende mensheid, maar zijn notatie was, zo zei hij, een chaos. De laatste 10 zetten blijven in duisternis gehuld. Peter speelde in ieder geval het Morra-gambiet. Morra is, dit voor de import, een klein plaatsje bij Lioessens (ook een klein plaatsje, alweer voor de import) en betekent ‘zompig land’. Nog vrij recentelijk sterk aangeslagen door de verse fatwa las ik ‘prompt ‘zondig land’. Hierbij mijn excuses aan woordvoerders van al onze bevriende naties, steden, dorpen in Friesland, provincies in Portugal en zij die nog bevriend met ons zouden mogen kunnen willen worden (je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Het verslag van een onnozele schaakpartij kan al Kamervragen oproepen en Van der Steur heeft het al zo moeilijk,).

De partij van mijn buurman, inclusief zijn aantekeningen: