PHILIDOR III GAAT VOOR PROMOTIE!

Door Siegbert de Jong

13-12-16
Donger
1772
-
Philidor 3
1834
2
-
6
1.
Gosse Wiersma
1611
-
Catharinus Mulder
1895
0
-
1
2.
Amir Nicolai
2075
-
Egbert Wind
1818
1
-
0
3.
Wesley Kooistra
1890
-
Hette van Popta
1852
0
-
1
4.
Robert Stallinga
1925
-
Erik Kruit
1846
0
-
1
5.
Cris Jolmer Jellema
1730
-
Siegbert de Jong
1912
0
-
1
6.
Christiaan Houpst
1698
-
Gerard Baars
1860
0
-
1
7.
Bernard Keizer
1613
-
Dik Kruithof
1822
½
-
½
8.
Jos Visser
1633
-
Siem van Eijk
1664
½
-
½


Na de ruime 6-2 overwinning op De Donger doet Philidor 3 nog volop mee voor de eerste plaats. Emmeloord staat nu bovenaan, gevolgd door Philidor 3 en Sneek. Wanneer Emmeloord opnieuw afziet van promotie naar de KNSB, dan is een tweede plaats voor ons al voldoende. Bovendien staat de onderlinge wedstrijd ook nog op het programma in februari. Wij zullen zien!

Jan Posch deed bij De Donger niet mee. Hij bleek zelfs in een verpleeghuis beland te zijn. Het bleek helaas niet het enige slechte gezondheid-nieuws bij De Donger te zijn. Een ander lid van De Donger gaf aan de bar van het hotel aan dat de doktoren hem niet veel tijd van leven meer hadden gegeven. Geen reden trouwens voor hem om op de tegelijk gehouden clubavond niet een potje te schaken en zo hoort het natuurlijk ook. Een ander lid van De Donger, Durk Wassenaar, kwam voor het begin van de wedstrijd naar mij toe om te vragen of ik nog wist dat hij en ik ooit de degens hadden gekruist (ergens in de vorige eeuw) en dat hij over zijn overwinning zo tevreden was dat hij de partij zelfs had opgestuurd naar Schakend Nederland. De partij werd bovendien gepubliceerd. Natuurlijk wist ik het nog. Hij wist zich de partij zelfs nog goed te herinneren, beter dan ik in ieder geval. Hij zal de partij voor onze komst van tevoren wel op het bord hebben gehad.

De Donger miste zoals gezegd niet alleen Jan Posch, maar ook Olaf Cliteur, maar hier ging het gelukkig slechts om een buikgriepje. Verheugend was ook dat onze oud-leden Celine Nicolai en haar moeder Ankje van de partij waren. Zij zullen deze keer wel op de hand van De Donger geweest zijn, maar dat mocht de blijdschap natuurlijk niet drukken. Het spelen in een hotel beviel de meesten ook wel: vooraf een kopje koffie aan de bar, bediening door het hotelpersoneel in de bovenzaal wat betreft de eerste twee consumpties en analyseren bij de bar.

Wij gingen ervan uit dat ons oud-lid Amir Nicolai aan het eerste bord zou zitten en Catharinus had zich dan ook op een Sveshnikov voorbereid. Maar De Donger had door het ontbreken van hun twee spelers gekozen voor een tactische opstelling, in die zin dat bord 1 werd opgeofferd met een speler van De Donger 2. Het was dan ook niet verrassend dat Catharinus als eerste klaar was. Met een mooie slotcombinatie zette hij ons op voorsprong.

Dik kreeg remise aangeboden. Toen hij met mij hierover overlegde, zagen wij juist dat Siem materiaal ging winnen. Omdat ik ook had gezien dat Hette er uitstekend voorstond, mocht het aanbod aangenomen worden. Dik wilde dit trouwens ook erg graag. Wat opviel aan zijn stelling was dat de witte loper op g2 al van het bord was verdwenen en dat er zelfs een zwarte (!) loper op f3 stond. Het zag er inderdaad niet bijzonder geruststellend uit. Siem viel in voor Jolle. Hij won materiaal (twee paarden tegen een toren), maar merkwaardig genoeg bracht dit hem juist in het nadeel, want de vrije witte a-pion van zijn tegenstander liep met ondersteuning van de beide torens helemaal door naar a7, terwijl de beide paarden van Siem weinig tot niets wisten klaar te spelen. Het lukte Siem niet om de pion te stoppen en ook eeuwig schaak of herhaling van zetten zat er niet in. In tijdnood dacht zijn tegenstander echter dat hij niet uit het eeuwig schaak kon lopen en werd het gelukkig toch remise.

Ik dacht dat Hette een gezonde pion achterstond, maar volgens Hette had hij wel compensatie. Dat bleek inderdaad zo te zijn, want toen de pion was teruggewonnen, stond Hette ineens prima en verdween de ene na de andere zwarte pion van het bord. Egbert was de enige die verloor. Hij had zich niet op Amir Nicolai voorbereid, omdat die aan het eerste bord was verwacht en ondanks taai en lang verzet moest hij het loodje leggen. Ikzelf won in het middenspel binnen vijf zetten drie pionnen. Er leek in de tijdnoodfase voor zwart desondanks nog een blokkade op de witte velden in te zitten, maar als wit op het juiste moment zijn beide pionnen had geofferd, was de stelling waarschijnlijk toch te winnen geweest.

Erik speelde een spannende Franse partij (en tijdnoodfase) met wederzijdse aanval en verdediging, veel stukken op het bord en later ook met ongelijk materiaal. Zijn tegenstander maakte een eind aan de partij door zijn dame weg te geven. Helaas lukte het Erik niet meer om de partij tot aan het einde toe te reconstrueren. Gerard bracht uiteindelijk de 6-2 eindstand op het bord. Hij was in een toreneindspel met een pion meer beland dat door wit werd opgegeven. Diens teamgenoten verbaasden zich hier aanvankelijk over. Zij waren in de veronderstelling dat er nog wel remise inzat, maar Gerard liet zien dat zij zich vergisten.