PHILIDOR III SPEELT GELIJK IN BIZARRE WEDSTRIJD

Door Siegbert de Jong

08-11-16
Sneek 2
1771
-
Philidor 3
1853
4
-
4
1.
Erwin Denissen
1839
-
Catharinus Mulder
1895
0
-
1
2.
Wim Ykema
1882
-
Hette van Popta
1852
½
-
½
3.
Dirk-Sieds Nolles
1852
-
Egbert Wind
1818
½
-
½
4.
Ralph Zijlma
1732
-
Siegbert de Jong
1912
1
-
0
5.
Douwe van der Meulen
1816
-
Erik Kruit
1846
0
-
1
6.
Tjeerd Wiersma
1683
-
Gerard Baars
1860
0
-
1
7.
Wytze van der Zee
1557
-
NO
1
-
0
8.
Joe Hania
1805
-
Erik van der Lee
1788
1
-
0

 

Vol ongeloof keken de spelers van Philidor 3 elkaar aan toen aan het eind van de avond toch nog een gelijkspel uit de bus was gekomen. Hoe was het in hemelsnaam mogelijk? Het zag er toch naar uit dat het een dikke nederlaag zou worden? Ongelofelijk dat in het laatste halfuur maar liefst vier partijen een voor ons gunstige afloop kenden. Geen bijzondere prestaties van onze kant waardoor het tij keerde, maar meer een collectief falen van de kant van onze tegenstanders. Het begon bij Hette, die toch wel in een bedenkelijke positie was beland. Pion achter bij slechte stelling. Hij bood remise aan, maar dit werd natuurlijk afgeslagen. Even later bood zijn tegenstander opeens zelf remise aan. Hij zag het niet meer zitten, zo hoorde ik na afloop. De stand was op dat moment 2,5-1,5. Had wit gedacht dat zijn team toch wel zou winnen? Dat hierna de partij aan het vierde bord een zet voor het mat eindelijk werd opgegeven (3,5-1,5), was te verwachten, maar hierna was het geluk weer aan onze kant.

Egberts tegenstander was in een toreneindspel beland met pluspion. Hij deed verwoede pogingen om met zijn koning binnen te dringen op de koningsvleugel, maar waarom ging hij niet naar de damevleugel toe? Had hij dat niet gezien? Dacht hij net als Hettes tegenstander dat de matchpunten toch wel naar Sneek zouden gaan? Maar het was nog steeds ‘maar’ 4-2 voor Sneek 2. Gerard en Erik Kruit waren als laatsten nog bezig. Gerard had gelukkig besloten om door te spelen na een remiseaanbod van zijn tegenstander. Hij was in een stelling beland waarin alle zware stukken konden worden afgeruild op de e- of de h-lijn, terwijl zowel de witte als de zwarte lopers tegen hun eigen pionnen of die van de tegenstander aan stonden te kijken.

Toch won Gerard, toen hij ineens met zijn dame kon binnendringen in de witte stelling, wat pionwinst opleverde en waardoor hij eveneens ruimte kreeg om met zijn koning binnen te dringen. De partij van Erik kende ook voor ons een enigszins onbevredigende afloop, omdat zijn tegenstander vanwege diens ziekte niet in staat was om alle zetten in een normaal tempo te noteren. Toen hij met nog 45 seconden op de klok zag aankomen dat hij het niet zou redden, gaf hij op. Niemand had blijkbaar tegen hem gezegd - of hij was het zelf vergeten - dat noteren in de laatste vijf minuten niet meer verplicht was. Als de tussenstand anders was geweest of als er niets meer op het spel had gestaan, was Erik ongetwijfeld bij een gelijke stelling akkoord gegaan met een puntendeling. Nu was de stand 4-3 en was de situatie anders. Dat zijn tegenstander in de laatste vijf minuten besloot om te proberen zijn zetten toch te blijven noteren, viel Erik natuurlijk ook niet aan te rekenen.

Het was toch al een wedstrijd die niet gauw vergeten zal worden, want wat er voor aanvang in Leeuwarden gebeurde was zeker zo verbazingwekkend. Want waar was Dik in hemelsnaam en waarom bleef bord 7 leeg? Dik zou door Erik van der Lee opgehaald worden en omdat zij dit al een keer of twintig zonder problemen hadden gedaan, had niemand eraan gedacht dat er iets mis zou kunnen gaan. Een poging tot reconstructie: Erik verschijnt om ± 18.52 uur aan de Groningerstraatweg en parkeert zijn auto ‘ongeveer’ op de plek waar Dik altijd staat te wachten. Twee dingen zijn dan al niet gunstig voor een goede afloop, al zijn die dan nog van ondergeschikt belang: 1. Hij weet het huisnummer van Dik niet en 2. Zijn telefoon is niet opgeladen. 18.55 uur: Dik verlaat zijn woning en gaat voor zijn huis op de stoep staan. Ook hier al vier ongunstige omstandigheden: 1. Eriks telefoonnummer staat niet in zijn telefoon. 2. Hij weet niet dat Erik er op dat moment al staat. 3. Hij denkt dat Erik vanuit het centrum komt en 4. Hij weet niet in wat voor auto Erik rijdt. Dik en Erik zijn op dat moment dus bij elkaar in de buurt, maar zij zien elkaar niet. Dan stapt Erik uit en loopt wat heen en weer. De spanning neemt toe, want nu is de kans het grootst dat ze elkaar zullen zien. Maar zij zien elkaar nog steeds niet! Zonder succes neemt Erik weer plaats in zijn auto, waardoor de kans dat ze elkaar nog zullen zien bijna tot 0 wordt gereduceerd. 19.10 uur: Erik besluit alleen naar Sneek door te rijden! Hij staat immers machteloos, omdat hij het huisnummer niet weet en hij Dik telefonisch niet kan bereiken. 19.15 uur: Dik keert terug naar huis. Hij doet nog een poging om mij te bereiken, maar dit lukt om onbegrijpelijke redenen niet, hoewel mijn telefoon aanstaat, terwijl ik op dat moment bij Egbert en Erik Kruit in de auto zit. Niemand van ons heeft mijn telefoon echter horen overgaan. Hij doet hierna nog pogingen om iemand bij Priyas te pakken te krijgen (het betrof immers een uitwedstrijd op een dinsdagavond), maar het nummer dat hij belt blijkt niet het juiste te zijn. Hierna staakt hij zijn pogingen. Hij heeft ook nog pech dat zijn vrouw ziek is en hem zodoende niet naar Sneek kan brengen. Hij stuurt mij alleen nog een sms’je. 19.50 uur: Ik neem telefonisch contact op met Erik om te vragen waar hij en Dik blijven en ik hoor tot mijn stomme verbazing (zijn telefoon is intussen weer opgeladen) dat hij alleen komt. Ik ga terug naar de speelzaal en zeg tegen Diks tegenstander dat zijn bord die avond leeg blijft. Jammer voor Wytze van der Zee. Hij had zich er nog zo op verheugd om tegen Dik te spelen. Volgens hem was dit zolang ze elkaar tegenkomen in de Friese schaakwereld (en dat is toch al wel zo’n veertig jaar, schat ik in) nog niet eerder het geval geweest. 19.55 uur: Erik arriveert in de speelzaal.

De wedstrijd was intussen begonnen. Of onze vierdebordspeler meer met zijn hoofd bij het voorafgaande was, vertelt het verhaal niet. Toen zijn tegenstander op de elfde zet Dd1-b3 speelde, zag hij dat deze op de volgende zet 12. Db3xd5 kon spelen, maar daarop was hij vernietigend 12… Ld6xh2+ van plan, gevolgd door 13… Dd8xd5. Hij speelde dus 12… Pa5. Maar toen wit toch Dxd5 speelde, bleek het opeens Dxd5+ te zijn. Schaak dus! Tot overmaat kon wit daarna het ongedekte paard op f5 ook nog slaan! Hij had het ongedekte paard op a5 trouwens ook kunnen slaan. Wat een luxe ineens! Welke teamleider had besloten om zo’n knoeier in hemelsnaam aan bord 4 te laten plaatsnemen? Erik van der Lee was nog wel aan zijn partij begonnen, maar de voorgeschiedenis zat natuurlijk nog wel in zijn hoofd. Hij kreeg een zwakke pion op d5, die door wit van maar liefst vijf kanten werd aangevallen, door een dame op b3, een loper op f3, een paard op f4 en door twee torens op de d-lijn. Hoe thematisch! Erik doet dan nog het enige juiste: hij dekt de d-pion gewoon vijf keer. Later in de partij ging door een tussenschaakje helaas een stuk verloren (2-0). Misschien was Catharinus nog de enige die een vrij normale partij speelde. Zijn aanval op de koningsvleugel sloeg weliswaar niet door, maar leverde uiteindelijk wel pionwinst op de damevleugel op. Toen zijn tegenstander ook nog een stuk in de aanbieding deed, was het punt binnen (2-1). Hoe het verder ging met de overige partijen, valt te lezen in het begin van dit verslag.

Zo heeft het derde toch nog drie matchpunten weten te bemachtigen en dat met een reglementaire nul in de wedstrijd tegen Heerenveen en met zeven man tegen Sneek 2. Niet slecht natuurlijk!