PHILIDOR 5 ZWIJNT EN VOLGT HET GOEDE VOORBEELD

Door Kees van Straten

31-10-17
Philidor 5
1423
-
Schaakwoude 3
1555
-
1.
Danny de Vries
1526
-
Nathalie Steringa
1641
0
-
1
2.
Wim van Zeijl
1482
-
Catrines Veenstra
1601
0
-
1
3.
Kees van Straten
1471
-
Pieter van Kammen
1553
1
-
0
4.
Peter Venhuizen
1433
-
Fokke de Haan
1575
1
-
0
5.
Jeppe van Bon
1411
-
Jan Meijer
1492
0
-
1
6.
Wolter Jongsma
1399
-
Hessel Sijbersma
1559
½
-
½
7.
Rinze Hettema
1393
-
Menno Veenstra
1523
0
-
1
8.
Jan Miedema
1269
-
Wim de Vries
1496
0
-
1

20-11-17
Heerenveen 2
1572
-
Philidor 5
1426
5
-
3
1.
Roelof Klinkers
1701
-
Danny de Vries
1526
½
-
½
2.
Wiebe Oppenhuizen
1617
-
Kees van Straten
1483
0
-
1
3.
Wim Visser
1715
-
Wim van Zeijl
1468
1
-
0
4.
Ilja Bondarev
1614
-
Peter Venhuizen
1433
1
-
0
5.
Erik Klaassen
1512
-
Juko Schoonhoven
1422
½
-
½
6.
Rinze van der Berg
1524
-
Jeppe van Bon
1410
1
-
0
7.
Galid ben Amar
1388
-
Wolter Jongsma
1399
0
-
1
8.
Frits Heidinga
1503
-
Jan Miedema
1269
1
-
0

In de eerste ronde van de FSB-competitie der tweede klasse waren we vrij. Om lichaam en geest actief te houden en de teamgeest tot optimale hoogte te laten stijgen, had captain Jan het speelse idee bedacht om op wildjacht te gaan in de Oostvaardersplassen. In deze eco-biologisch verantwoorde enclave troffen we een diversiteit aan hapklare brokjes, zowel levend, dood als verrot. Dit schrijf ik vrij bruut op, maar het is werkelijk een schande wat we aan half afgekloven karkassen tegen zijn gekomen. Dat je in de Plassen, biologisch verantwoord, een zwijn omlegt, prima, maar ruim dan wel, nadat je copieus gekloven hebt, je troep op. Ondanks de weinig verheffende aanblik zijn we doorgegaan, onze captain was daarin zeer beslist. We moesten onze pijlen voornamelijk richten op de Heckrunderen, de edelherten en de wilde zwijnen. De runderen waren lastig te verschalken. Slechts twee hebben we er met moeite kunnen wurgen. Het strikken van de edelherten was een fluitje van een cent. Met gemak hadden we er zo twaalf om kunnen leggen. Uit het oogpunt van duurzaamheid hebben we er slechts twee op de schouders van onze sterkste man, Jeppe, gelegd. Met de wilde zwijnen hadden we geluk. Vier zwijnen zaten te schaken (er stond een interessante doorschuifvariant van het Oudindisch op een van de borden) en er liep een driepotig everzwijn rond als scheidsrechter. De partijen duurden veel te lang, daar konden we echt niet meer op wachten; dus toen alle schakers nog ongeveer een half uur bedenktijd hadden, hebben we ingegrepen. Met excuses voor de afgebroken partijen hebben we de denkers en de arbiter op fatsoenlijke wijze naar een betere wereld geholpen. ’s Avonds hebben we de buit aan het spit geregen en, vergezeld van een soepel wijntje (de natuur is mooi, maar je moet er wel iets bij te drinken hebben), tot in de vroege ochtenduren, losjes van het bot gesmuld. Jammer dat er geen paling was. Ik ben dol op paling, hoewel het Milieu er tegen is (niet tegen de paling, maar het genieten ervan). Voordat we weer huiswaarts keerden hebben we ervoor gezorgd dat het hele Milieu er weer net zo uitzag als toen we gekomen waren.



Dit was het voorafje. Hierna kwamen nog de runderen en de hertjes. Wolter is in de huurauto de wijnen aan het decanteren, Peter is verantwoordelijk voor het regelmatig draaien aan het spit (en dus even onzichtbaar), Danny haalt frites en Wim plukt bosbessen voor het nagerecht. Zelf zorgde ik voor een muzikale noot, Jeppe arroseerde de zwijnen en Sytze werkte aan een hoofdartikel over ‘damhertschaken in de vrije natuur’ voor de zaterdageditie van het FD. Links is nog net de voet van Jan (algehele leiding en generaal toezichthouder) te zien.


In de tweede ronde zaten de gevaarlijke Damwouders (ruim 130 ELO-punten meer) tegenover ons.  Danny zette zijn partij tegen Nathalie Steringa goed op, maar verprutste het in de finale. Eddie liep belangstellend langs en verzuchtte uit het diepst van zijn hart: ”Hoe kun je zó’n partij zó verprutsen”. Maar Danny kan wel tegen een prutszuchtje en gaat de volgende keer weer als een tijger achter het bord zitten. Catrinus Veenstra was een maatje te groot voor debutant Wim. Zelf had ik het genoegen om voor de zoveelste keer tegen mijn vogelvriend Pieter van Kammen te mogen spelen. Pieter speelt  veel beter dan ik, maar op de een of andere manier krijgt hij ’t voor elkaar om gaande de rit, fluitend  als een nachtegaal links en rechts cadeautjes uit de delen. Sympathieke jongen. Peter speelde de sterren van de hemel en is ’s avonds bij terugkomst verwelkomd door de plaatselijke fanfare. Jeppe liet Jan Meijer ontsnappen. Jan Meijer had loten gekocht van de voetbalvereniging, met als hoofdprijs een huis ter waarde van twee ton in Ouwe Syl. Knap dat hij van Jeppe gewonnen heeft, want hij zat met zijn hoofd (en de rest) al in het prijshuis; helaas kaapte een Arnhemse schone de woning voor de neus van Jan weg. Wolter remiseerde met Hessel Sijbersma, een knappe prestatie, want Hessel is een taaie rakker. Menno Veenstra had geen medelijden met Rinze. Rinze was, volkomen tegen zijn principes, zo vriendelijk om in te vallen voor Sytze. Jammer genoeg werd het zondigen tegen zijn principes niet beloond met een overwinning. Toch bedankt, Rinze! Tenslotte onze captain, Jan. Met uitvoerige e-mailtjes had hij ons uitzonderlijk goed voorbereid op deze schaakontmoeting. Zo goed voorbereid, dat hij zelf geen tijd meer had om thuis wat middenspelproblemen door te nemen. Nou ja, het was een gezellige avond. Het gaat om de vreugde van het schaken, zeggen we dan (wijsvinger op tong). De eindstand, maar u hebt zelf al meegeteld, was: Philidor 5 (1423) – Schaakwoude 3 (1555) : 2,5 – 5,5.
Na deze ronde zijn we weer teruggegaan naar de Oostvaardersplassen. Niet om op jacht te gaan, maar om de zeldzame Angraecum longicalcar, een of andere duistere orchidee, te zoeken. Alles op last van de captain.



Gelukkig kregen we wel van Jan een beschrijving plus afbeelding mee. Ik zal niet meteen zeggen dat het een strafexpeditie was (Jan: ”Deze zoektocht zal al jullie zintuigen scherpen”), maar toen ik de andere dag thuis kwam, zonder ook maar één orchidee gezien te hebben, maar wel met afschuwelijke schaafwonden en bebloede handen, las ik in de WP dat deze orchidee uitsluitend voorkomt op Madagaskar. Teamgeest of niet, als Jan dergelijke exercities op het programma blijft zetten, dan is de kans groot dat ik alle volgende keren de hond van mijn buurvrouw moet vergezellen naar de dierenarts, vanwege een acute kiespijn of een dwarsligging.


Voor de derde ronde zijn we naar Heerenveen gegaan. Danny (1526) had zich goed voorbereid, zich het zuchten van Eddie herinnerd, en speelde remise tegen Roelof Klinkers (1701). Een prima prestatie. Jan had mij aan het tweede bord geplaats. Wiebe Oppenhuizen was ik al eens eerder tegengekomen, maar waar ook weer? “Wij hebben toch eerder al tegen elkaar gespeeld?”, vroeg ik. “Jawel”, zei Wiebe, “Twee weken geleden bij het Waling Dijkstra-toernooi”. Mijn lange-termijn geheugen is prima, dank u. Ach, arme Wim. Door de verachtelijke, zogenaamde tactische opstelling mocht hij aantreden tegen de beste speler van Heerenveen 2, Wim Visser (1715). Trek het je niet aan, Wim. Je bent een gezellige medestrijder, en dat is net zo belangrijk als winnen. Toen ik Peter in de gang tegenkwam was hij aan het bellen. Tussen twee trekken aan de sigaret door, deelde hij de voorzitter van de fanfare ‘Huizumblaasthaarpartijtjemee’ mee, dat ze vanavond gewoon thuis konden blijven. Puur uit medelijden met zijn buurtgenoten (het regende pijpenstelen), die, bij alweer een overwinning, met doorweekte uniformen en de Watermuziek van Händel rochelend, door de stegen en krochten van Huizum zouden moeten struikelen, besloot hij om van een gewonnen partij een verloren partij te maken. Acht schakers ongelukkig, maar vierentwintig muzikanten blij. Nobel werk, Peter.

Sytze was nog steeds afwezig, maar gelukkig kon onze oud-voorzitter Juko invallen. Juko staat garant voor eclatant schaakspektakel. Als een speer gaat hij van start, offert wat hij (on)nodig acht, heeft na 12 zetten nog maar 2,5 minuten verspeeld, is volkomen meester over de gehele situatie en zetelt als een regerend vorst achter het bord. Toen ik na een uurtje koffie ging halen, zag ik hem in geanimeerd gesprek met zijn tegenstander Erik Klaassen in de lounge. Zakenvrienden? Partij afgelopen? Bij binnenkomst zag ik dat de klok nog gewoon liep. Overleg over de voortgang? Enfin, de heren betraden na enige tijd de zaal, gaven elkaar de hand en de remise was een feit. De finesses ben ik nog niet te weten gekomen, maar dat zal niet lang duren. Leuk dat je er weer was, Juko! Ach en ach, de partij van Jeppe. De beste stuurlui, met ingehouden adem, stonden erbij en keken er naar. Nog nachtenlang heeft Jeppe er last van gehad. Met d4 had hij een loper en de partij stralend gewonnen. Ik stond achter hem en seinde in met heel mijn telepathisch vermogen: “Speel d4, speel d4, speel d4”. Het mocht niet baten. In plaats van de gouden zet te doen, begon hij met een toren te frutselen. Weg partij. Het ergste is nog dat hij nota bene zelf d4 ook als mogelijkheid had genoteerd in zijn boekje. Wolter was als eerste klaar; een mooie winst. Glunderend, zoals alleen Wolter kan glunderen, liep hij nagenietend met het bekende glas wijn in de hand door de zaal om minzaam de felicitaties in ontvangst te nemen. Captain Jan speelde tegen ene Heidinga. Bekende naam, maar ik kon hem toch niet direct plaatsen (halbroer van Wiebe Oppenhuizen?). Jan speelde door tot het echt niet meer verder kon en legde uiteindelijk Willem-Alexander in zijn doosje.


Samenvattend. Heerenveen 2 (1572) – Philidor 5 (1426) : 5 - 3. Aan onze stand zijn we verplicht om het voorbeeld van Philidor I, II, III en IV te volgen, en zijn dus absoluut niet verantwoordelijk voor tegenvallende schaaknoteringen.


We moeten nog twee keer spelen tegen Steenwijk en Emmeloord en hebben nog een revanche tegen Schaakwoude en Heerenveen tegoed. Ergens daartussen zijn we nog een keer vrij geroosterd (dit is geen verwijzing naar onze tocht in de Oostvaardersplassen; een ander woord schiet me niet 123 te binnen. Schieten is net zo min een verwijzing). Laat dan die roostervrije dag ook echt vrij zijn en blijven. Desnoods, als het dan echt moet, een trainingsavond, maar asjeblieft geen nachtelijke zoektochten met educatieve opdrachten in de wilde natuur.