Eindelijk een waardig optreden van het tweede

We hebben er lang op moeten wachten. Na een nederlaag tegen Haren (met een verzwakt team), een minimaal verlies tegen Groningen III (waarbij de omgekeerde uitslag voor het grijpen heeft gelegen) en een eigenlijk beschamend kleine zege tegen Groningen V een royale en verdiende overwinning tegen Staunton.
Staunton is een club met een mooi verleden; ik herinner mijn nog wel, hoe het rond 1960 meedraaide in de hoofdklasse, en hoe aan één van de topborden (misschien zelfs het eerste bord, dat weet ik niet meer precies) Menno van Steenis, zojuist uit Leiden naar Groningen verhuisd, een seizoen afsloot met 100%. De tijden zijn veranderd, Staunton is een club geworden die zich nog staande houdt in de derde klasse, en Menno van Steenis? Wel, die speelt daar nog steeds aan het eerste bord, maar was voor ons de eerste prooi van de middag. Ik had hem sinds 1960 niet meer gezien, maar hij speelt nog altijd hetzelfde compromisloze schaak. Hij kwam er tegen Jan Hania niet ver mee. Een Siciliaans flankgambietje –iets voor de echte liefhebbers van een potje gokken- werd doeltreffend opgevangen. Jan kwam heel snel overwegend te staan, en een blunder maakte er een miniatuurtje van 11 zetten van.

M. van Steenis – J. Hania

1.e4 c5 2.b4?! cxb4 3.d4 g6 4.a3 bxa3 5.Txa3?! Lijkt mij een bijzonder merkwaardige manier van terugslaan, maar misschien staat dit nog wel ergens in een boekje? 5…Lg7 6.Le3 d5 7.e5 Pc6 8.Lb5 Ld7 (Ik zie al geen enkele compensatie meer voor de pion) 9.Pc3 a6 (met 9..e6 lijkt mij helemaal niets mis, maar de tekstzet is ook prima ) 10.Pxd5?

  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  


(nu gaat het ogenblikkelijk definitief mis; deze zet is alleen goed als zwart in het opzichtige 10…axb5 11Txa8 Dxa8 12 Pc7+ trapt) 10… e6! 11.Pf4? axb5 en wit gaf op. In plaats van 11 Pf4 was 11 Lxc6 nog de enige mogelijkheid geweest; het duurt dan meer heel even langer: 11 Lxc6 12 Pf4 (g2 moet gedekt worden), 12…g5 13 Ph5 Lf8 en wit mag kiezen, welke toren hij gaat inleveren.

Zelf had ik het aan het tweede bord ook niet echt moeilijk. In een Siciliaan met Lb5 deed mijn tegenstander het al snel fout, moest twee paarden tegen een toren inleveren. Technisch was er nog wel behoorlijk wat werk aan de winkel, maar na veel gespartel kon na 40 zetten het punt genoteerd worden.

Marcel kreeg een flankspel voorgeschoteld; hij kon met zwart moeiteloos een iets prettiger stand bereiken met uitzichten op de koningsvleugel. Na 14 zetten stond de volgende stelling op het bord:

  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  


15.e4?? Vastschuiven van de pionnen geeft zwart toestemming om op zijn dooie gemak de koningsvleugel op te rollen. Wit die een zet tevoren al volkomen ten onrechte zijn toren van f1 naar d1 gespeeld heeft, kan eigenlijk alleen iets als Pe1 spelen om op een zet van de toren op a8 met 16 f4 te reageren. 15…f4 16.b5 Tf7 17.Tf1 (Zie vorige opmerking)
17.Taf8 18.Pd5 g5 19.a4 Lg4 20.gxf4 gxf4 21.Kh1 Kh7 22.a5 Lf6 23.axb6 Pxd5 24.cxd5 axb6 25.Tg1 Tg8 26.Pe1 Tfg7 27.f3 Lh3 28.Tb2 Lh4 (het gaat allemaal van zelf voor zwart, terwijl wit niet kan doen), 29.De2 Tg6 (een klein tijdverlies: direct Tg5 lijkt iets nauwkeuriger) 30.Df1 Dg7 31.Tf2 (Gedwongen. De dreiging was Lxe1 waarna wit niet terug kan nemen i.v.m. Lxg2. Ook na Te2 neemt wit op e1 met stukwinst en mataanval)
31…Lxf2 32.Dxf2 Tg5 33.De2 Dg6 34.Df2 Dh5 35.De2 Dh4 36.Df1 Tg3!

  a b c d e f g h  
 8   8 
 7   7 
 6   6 
 5   5 
 4   4 
 3   3 
 2   2 
 1   1 
  a b c d e f g h  


37.De2 (Voor wit maakt het niets meer uit: na 37 hxg3 Lxg2++ 38 Kxg2 Dxg3+ 39 Kh1 Dh4+ kan hij het net als in de partij één zet voor het mat opgeven) 37…T8g5 38.Df1 Ld7 39.Df2 Dxh2+ 40.Kxh2 Th5+ en wit gunde Marcel de matzet niet en gaf op.

Snel klaar was Kees Voorberg. Zijn opponent, net als van Steenis een Stauntonner veteraan, wist niet goed raad met een flankopening en werd in 20 zetten kansloos van het bord gezet.
K. Voorberg – H.G. Seijen

1.g3 g6 2.Lg2 Lg7 3.c4 e5 4.Pc3 d6 5.e3 Pf6 6.Pge2 0-0 7.0-0 c6 8.d4 De7 9.Dc2 Te8 (het gaat wat traag bij zwart; misschien is 9…a5 nodig?) 10.b4 Pbd7 11.a4 e4 (zwart kan niet blijven toezien hoe wit de damevleugel oprolt: de invloed van de loper op g2 wordt verminderd), 12.a5 d5? (Kees voorziet deze zet van een vraagtekentje. Zwart moet inderdaad de stelling zo lang mogelijk gesloten houden, totdat hij zich op de koningsvleugel van enig tegenspel heeft voorzien. Hoe dat moet? Misschien met 12…Pf8, met de bedoeling Lf5, h5, P8h7, Pg5 en Dd7 te spelen) Nu komt echter de stelling voortijdig open te liggen, en dat is alleen maar in het voordeel van de compleet ontwikkelde witspeler. 13.cxd5 Pxd5 (na 13… cxd5 14 Db3 Dd6 is niet alleen 15 Pf4 maar ook 15 La3 voldoende voor de winst)
14.Pxe4 Dxb4 (ook 14…Pxb4 15 Db3 Pa6 16 La3 Dd8 17 Pd6 Te6 18 Lh3 Tf6 19 e4 is afgrijselijk voor zwart) 15.a6! P7b6 (het enige om nog een beetje overeind te blijven is hier misschien nog 15…bxa6 16 Dxc6 P5b6) 16.La3 Dc4 17.Dd2 Dxa6 18.Pc5 Pc4 19.Dd3 Lf5 (maakt alles niet meer uit) 20.e4 en zwart gaf op.

Invaller Siegbert de Jong bewees ook bij zijn tweede optreden zijn waarde. Vanuit een Konings-Indiër kreeg hij met zwart een wat glibberig ogende stelling, waarin het gemakkelijk fout had kunnen gaan. Siegbert maakte echter soepel remise.

Dat betekende een beslissende 4½ -½ voorsprong, nog vóór het verstrijken van de eerste tijdcontrole. Eigenlijk er jammer, want de echte spanning ontbrak. Het is ook nooit goed.
Als je een goede omelet wil maken, moet je twee eieren breken. De twijfelachtige eer viel deze keer te beurt aan Eelke en Hette. Hette zag in een gecompliceerde stelling een pionverlies op zijn koningsvleugel over het hoofd. Hij kromde de rug en haalde alles wat er nog in zat eruit, maar zijn tegenstander behield het overzicht en combineerde zich een weg naar de witte koning.

Eelke zette met zwart zijn partij iets te frivool op. Na 1 f4 d5 2 Pf3 c5 3 g3 g6 4 Lg2 Lg7 5 0-0 Pc6 6 d3 d4
7 c3 Ph6 8 e4 dxe3 9 Lxe3 Dd6 10 Pa3 is zwart in zeer ernstige problemen: pion c5 is alleen te behouden middels 10…b6 wat Eelke ook speelde. Met 11 Pe5 had wit nu al een gewonnen positie kunnen krijgen. De Groninger zag het niet, maar bleef zeer goed staan. In tijdnood blunderde Eelke een dame tegen een toren weg. Hij bleef doorspelen, en omdat wit, eveneens in grote tijdnood geraakt, de kluts kwijt raakte, kon Eelke nog terug in de wedstrijd komen. Toen kwam er weer een blunder….Jammer, want hij was dit seizoen zo goed gestart.

En toen was het wachten voor ons hongerigen op Oene Schriemer. Ook hij had een tegenstander die ik al 30 jaar niet gezien had, maar die ooit in Utrecht een clubgenoot was, en mij voor de ogen stond als iemand met aardig zitvlees. Dan moet je net Oene hebben, die ook niet gauw een korte partij zal spelen als het ook een lange mag wezen. Oene had wit, kwam langzaam aan uit een 2…c3 systeem in de Siciliaan steeds beter te staan. In de daarop volgende oogsttijd plukte hij 2 pionnen om na de tijdcontrole tot het besef te komen, dat het allemaal nog zo simpel niet was. Hij gaf een toren voor twee lichte stukken en koos daarmee een weg, die na 70 zetten een waterdichte winst opleverde.

De maaltijd namen wij tot ons in een Indonesisch restaurant in de St. Jacobstraat (geen aanrader: wel uitstekende kwaliteit, maar te kleine porties, en de meest onbeschofte bediening, die je je kunt voorstellen). Tijdens het eten kwam zeer uitgebreid het invalprobleem ter sprake. Is men volkomen vrij om te weigeren in een hoger team in te vallen, of bestaat er een –op zijn minst morele- verplichting? Wij kwamen er niet uit.

Maarten Etmans