K.S.C. PHILIDOR 1847

Staunton 3-5

Ik sta voor de ruïnes van mijn wereldbeeld

Door Eelke Heidinga

04-11-17
 Staunton
1914
Philidor 1847 3
1925
5-3
1
Hilwerda , J.V. (Jonas) 
2132
Schriemer , O. (Oene) 
2020
½ – ½
2
Polee , J.B. (Hans) 
1969
Vermaat , M.C. (Marcel) 
2174
0 – 1
3
Ebels , T.F. (Theo) 
2017
Heidinga , E. (Eelke) 
1931
½ – ½
4
Blom , Y.H. (Yeb) 
1951
Boer de, R. (Rein) 
1944
1 – 0
5
Pelt van, E. (Erwin) 
1926
Baars , G.H.A. (Gerard) 
1851
½ – ½
6
Zuiderweg , E. (Edwin) 
1882
Wind , E.T. (Egbert) 
1855
1 – 0
7
Graaf van der, J.F. (Jaap) 
1682
Meer van der, R. (Rob) 
1827
½ – ½
8
Mulder , P.W. (Piet) 
1864
Kruithof , D.A. (Dik) 
1801
1 – 0

De trouwe lezer van mijn verslagen weet dat er thema’s zijn die ik graag behandel. Het feit dat Oene altijd de laatste is mag ik graag elke keer even noemen. Het is mooi als sommige dingen in het leven zich volgens vaste patronen ontplooien. Daarom mag je gerust over een schok spreken toen de wedstrijd tegen Staunton begon. Ik mocht aan bord 3 spelen, vlak naast de kanonnen aan de eerste borden. En dan zie je dat die jongens avonden zitten te studeren en voor te bereiden. Toen ik nog bezig was de opstelling te noteren hadden Marcel en Oene al 8 zetten gespeeld. Toen ik bij zet 8 was, waren de boys al voorbij zet 15. En toen ik bij zet 15 was, aan het eind van de middag, had Oene al remise gespeeld en Marcel gewonnen. Natuurlijk, het is heilzaam voor het team maar ik moet er aan wennen. Daar komt nog bij dat ik later zag dat Bas gewoon de 40 zetten had gehaald. Ik vind veranderingen prima, maar maak het niet te dol, heren!

Oene speelde tegen de jonge Jonas Hilwerda, een talent met veruit de hoogste rating bij Stauton. Begrijpelijk dat Oene de stelling overzichtelijk hield en eigenlijk zwart geen kans gaf. Keurig. Aan bord 2 onze eeuwige optimist Marcel. Offerde in de opening een pion, en vooruit, nog een pion er bij. Met een mooie combinatie won hij een kwaliteit en de partij. Dat Fritz er later wat minder positief over is doet er niet toe: Marcel waagde en won.

Egbert speelde een prachtige partij. Offerde een kleine kwaliteit voor mooie open diagonalen en lijnen. Wij hadden het punt eigenlijk al geteld, maar de witspeler van Staunton gooide roet in het eten. Hij vond enkele malen de enige zet en wist zich uit de dodelijke Egbertse omklemming te ontworstelen. Zo ging het punt toch naar Staunton. Dik Kruithof aan bord 8 bood uitstekend weerstand tegen een witte aanval. Net toen ogenschijnlijk het ergste voorbij was schoot Dik er een pion bij in, hetgeen uiteindelijk de partij kostte.

Rein speelde een mooie open partij tegen Yeb, die de oude garde van het team langer kent dan Rein oud is. In een spannende partij met een open stelling was het uiteindelijk wit die aan het langste eind trok. Rob kreeg b7-b6 tegen zich in de opening. Hij gaat thuis nakijken hoe dat het beste aangepakt kan worden. Deze keer opereerde hij voorzichtig, de stelling werd dichtgeschoven met een remise tot onvermijdelijk gevolg.

Gerard had net als in de vorige wedstrijd het beste van het spel, maar het was niet genoeg om meer te halen dan remise. En ikzelf was weer de laatste. Wij trekken nog geen conclusies maar Oene moet oppassen: er wordt aan de stoelpoten van de laatste man gezaagd. Ik won met geduldig peuteren na de opening een pion. Dat had ik met nog veel meer geduld moeten doorspelen, maar ik meende dat ik kon afwikkelen naar een gewonnen toreneindspel. Dom: alle toreneindspelen zijn immers remise.