K.S.C. PHILIDOR 1847

Philidor 2 wint tegen groninger combinatie 4

Ikzelf begon in plaats van voorbereiden voor een wedstrijd met het voorbereiden van een (assistent) wedstrijdleider. Na het lezen van de regels, bedenken van een intro heb ik ook nog even gekeken naar een opening. Vervolgens heb ik uiteraard hier niks mee gedaan.
Ikzelf was als 1e klaar. Egbert had mij “gespaard” vanwege mijn dubbelrol. Nu geef ik al een tijdje les, en weet ik van de 3 gouden regels: centrum beheersen (met pionnen meestal), stukken ontwikkelen en koningsveiligheid. De 1e 13 zetten waren daarom enkel met pionnen en met de dame, en mijn koning heeft geen enkele keer hoeven te bewegen. Ikzelf was best tevreden, ook al voelde het alsof ik zeker ben geholpen door mijn tegestander:

Vlak daarna was Jan Boersma klaar.

Zwart wist ook zijn loper via b6 na enkele zwakke zetten van wit te ontwikkelen. Omdat ik een aantal zwakke zetten had gedaan vertrouwde ik de stelling niet meer en besloot op remise aan te koersen met een remise aanbod, dat werd aangenomen, toen er een dubbel toren eindspel ontstond na wederzijdse afruil.

Vlak daarna was ook Evan klaar. kreeg niet alles mee, maar ik meende dat hij vrij simpel won. hij is dan ook zeker in vorm! Tevens heeft hij mijn tegenstander nog wat vaker verslagen met snelschaken later!

marcel speelde tegen Rudolf Potze. hij kreeg snel een mooie positie:

Als Marcel hier td2 had gespeeld was het waarschijnlijk voorbij geweest (wit kan de pion niet slaan in verband met pf3). Dit gebeurde echter niet, maar later kreeg hij nog een kans:


Hier had tf1 ke4 te1 en txe5 tot een winst geleid. Echter koos Marcel voor td5 wat een remise tot gevolg had.

Egbert stond redelijk, maar kwam langzaam slechter te staan. Een trucje redde een halfje

Oene speelde een mooie partij, en leek beter te staan. Hij kon het echter niet afmaken.

Dan de partij van Maarten. Ik geef hem direct het woord:
Een Aljechin. Wit offerde vroegtijdig de rochade op in ruil voor een
initiatief in het centrum. Moest erg nauwkeurig spelen om nadeel te
vermijden. Dat lukte en er kwam een volkomen gelijk eindspel met
toren/paard en veel pionnen op het bord. Ik heb toen met Egbert overlegd
of ik eventueel een remiseaanbod mocht aannemen, en dat was geen
probleem. Toen gebeurde iets waarop ik eigenlijk stiekem hoopte. Mijn
tegenstander schatte zijn kansen niet goed in en dacht op grond van een
pionnen-meerderheid op de damevleugel een pionvormige knuppel in het
hoenderhok te kunnen gooien met een schijnoffer van een pion. Hij zag
kennelijk over het hoofd, dat er een belangrijk tactisch bezwaar was.
Door een mogelijk paardvorkje kon hij zich niet schadeloos stellen,
sterker nog: er ging vrijwel geforceerd nog een tweede pion naar de
maan. Toch was het door zijn binnendringende toren en paard zeker niet
gemakkelijk te winnen. Ik moest zelfs een dreigend matnet omzeilen.
Voordeel van 2 pluspionnen is, dat je nog eens royaal kunt wezen.
Precies op het goede moment beide pionnen teruggegeven in ruil voor een
dodelijke vrijpion en dat was dat.

 

Tot slot de partij van Auke. Auke kwam slechter te staan en eindigde met een toren en 1 b-pion tegen een toren, a + c + h-pion. Hij had gelukkig wel een actieve toren, dus uiteindelijk werd dit een a + c pion en toren tegen toren. Dit werd daarna een toren + a pion tegen een toren en Auke maakte daarna dus knap gelijkspel.

 

Geef een reactie