K.S.C. PHILIDOR 1847

ZET JE SCHOEN MAAR KLAAR

DE LENTECOMPETITIE Aflevering 1

door Wietze J. Klasma

In het sportcomplex (net als het vader-, moeder- en Oedipuscomplex een neurotische vernauwing met dwanghandelingen) van Vrouwenparochie staat een heilige boom, de Ficus Religiosus. Vanaf de dertiende eeuw zijn hier veel wonderen geschied. Zieke mensen werden blind, zienden doof en doven ziek. Als dank voor de genezing hebben de gebenedijden hun schoenen aan de boom gehangen. Deze blijken van waardering zijn alleen in de zomer verborgen achter het rijke Bildtse lover.

 

 

 

 Maar in herfst, lente en winter zijn de ex-voto’s goed zichtbaar. Zelfs wereldberoemde schakers hebben de hulp ingeroepen van de Ficus. Alle terreinknechten kunnen u moeiteloos de schoenen van Pravic en Tartakower aanwijzen. Er circuleert een verhaal dat er ook de slippertjes van Prins Bernhard in hangen, maar dat is nog niet voor de volle 100% bewezen. Bij het begin van de lentecompetitie leek het me zinnig de lentespelers te attenderen op deze boom, bron van troost, vergeving en hoop. Mijn inschatting is dat er aan het eind van de lentecompetitie nog zeker 13 schoenen bij zullen komen, als dank voor gemiste kansen van de tegenstander, incorrecte torenoffers en verkeerd getimede claimes.

Tja, zo’n eerste ronde is altijd lastig. Er gebeuren vreemde dingen. Harmen knoeit met zijn notatie, hij loopt hopeloos achter en vraagt aan Tjeerd of die het goed vindt om niet verder te schrijven. Dat vindt Tjeerd wel goed. Op de volgende zet wordt Harmen mat gezet. Jan zit lekker in het spel tegen Peter en geeft dan een toren weg. Sytze had een verrekt lastig eindspel tegen Wim. Hij had met zijn paard twee oprukkende pionnen in bedwang kunnen houden en met zijn koning naar de rest kunnen lopen, zoals hem door de omstanders meteen na afloop mild werd meegedeeld. Het is echter wel een verschil of je zelf speelt of, lurkend aan een Colaatje en bitterballen uitdelend, vanaf de zijlijn commentaar kunt oplepelen. Jeppe was aardig op dreef tegen Wiebe. Maar tegen een massief pionnenoffensief in het eindspel doet men niet veel. Met de remise tegen Siem was Leo niet ontevreden. Een week of twee geleden namelijk is hij door dezelfde Siem in acht zetten vermorzeld. Frederik ging tegen Kees wat slordig met zijn pionnen om en dat werkte beslist in het voordeel van de voorzitter. Zeer tot zijn tevredenheid meldde Wiebe me dat hij remise had gespeeld. Dan vraag ik niet verder. Henk stond gewonnen, maar verloor materiaal en uiteindelijk de wedstrijd. Van de partijen Maarten – Siegbert en Hette – Dik heb ik niet veel meegekregen. Ik kan ook niet overal tegelijk zijn.

In de tweede ronde waren Jan en Wolter al na 45 minuten uitgeschaakt. Door een ‘onweerlegbare aanval op de koningsvleugel’ (woorden van Wolter) en een penning kon Jan twee stukken inleveren. Kort daarna hoorde ik iemand diep kreunen. Als door een adder gestoken snelde ik naar de rood geworden Leo. Partij afgelopen. “Wat ging er fout”, was mijn vraag. Leo antwoordde dat er ongelijk gerokeerd was en zijn pionnen niet konden oprukken. “Maar daardoor verlies je toch niet?” Pas toen mompelde hij dat hij zijn dame had weggegeven. Ach, een dame. Het voorbeeld van Leo werkte aanstekelijk, want ook Dik vond het charmant om zijn dame de deur uit te doen. Zelf zei hij me dat het kwam door een gemene list van Henk. Zeer tot zijn tevredenheid speelde Wiebe remise tegen Peter. Zeer tot zijn ontevredenheid moest Siegbert een stuk inleveren en daarna was de partij feitelijk voorbij. Harmen won in een eindspel tegen Siem met twee torens en een pion tegen drie stukken. Mijn inschatting was dat Jeppe wel zou winnen van Frederik, want hij leek me riant voor te staan. Helaas. Hoewel hij positioneel in het voordeel was, kon hij de boel niet meer bij elkaar houden. ‘Heerlijk, die Italiaanse opening’, grijnsde Frederik. Kees ging te woest te keer tegen Wim en stond binnen no time drie pionnen achter. Dat voordeel heeft Wim op tactische wijze in winst omgezet. Pieter hield bewonderenswaardig lang stand tegen Maarten. Tot laat op de avond was er een gelijkwaardige stelling. Pas in het eindspel kon Maarten doorbreken. Voor de ranglijst moet u maar even op de website kijken. Vreemd vind ik dat de nr. 10 nog geen wedstrijd gespeeld heeft, maar wel op die 10e plek staat. Tjeerd , Maarten en Wim staan in de top drie!

Tenslotte nog even terug naar de heilige boom in het sportcomplex. Een replica van de Ficus Religiosus is door de plaatselijke smid vervaardigd en trots tegen het boeibord vastgenageld. Welke namen van grootheden op de rode en witte borden gegraveerd zijn hou ik nog even onder de pet. De zes violen zijn een verwijzing naar de hemelse geluiden die te horen zijn als schoenen worden opgehangen. Over de drie sportverenigingen zal ik de volgende keer verhalen.

 

 

 

 

Geef een reactie