02-11-2019 | Zukertort Amstelveen 1 | 2232 | – | Philidor 1847 | 2203 | 8 – 2 |
1 | Piet Peelen | 2337 | – | Migchiel de Jong | 2349 | 1 – 0 |
2 | Onno Elgersma | 2285 | – | Jonas Hilwerda | 2213 | 1 – 0 |
3 | Sybolt Strating | 2263 | – | Bas van der Lijn | 2247 | 1 – 0 |
4 | Stan van Gisbergen | 2308 | – | Eddie Scholl | 2238 | 1 – 0 |
5 | Fitzgerald Krudde | 2291 | – | Jan Hania | 2192 | 1 – 0 |
6 | Florian Jacobs | 2215 | – | Addy Lont | 2225 | 1 – 0 |
7 | Sander Los | 2271 | – | Jeroen Weggen | 2163 | ½ – ½ |
8 | Marc Overeem | 2113 | – | Erik Sparenberg | 2153 | ½ – ½ |
9 | Jelmer Sminia | 2133 | – | Jippe Kamstra | 2129 | 1 – 0 |
10 | Gijs IJzermans | 2101 | – | Jouke Algra | 2128 | 0 – 1 |
Het wordt een apart seizoen voor Philidor 1, want door het late terugtrekken van Oud Zuylen 1 zijn er dit jaar slechts 9 teams in klasse 1A – en zal er ook maar 1 team degraderen. Zodanig is er elke ronde één team vrij, en in de eerste ronde – zaterdag 28 september – was deze rol aan ons eerste team toebedeeld. Zo hadden we na de 1e ronde 0 match- en bordpunten, en kunnen we meteen in de achtervolging (onze specialiteit).
Op de heenweg naar Amstelveen leverde dat ook meteen discussies op – bij een poule met 10 teams en 2 degradanten heb je meestal aan 7 matchpunten genoeg om je veilig te spelen. Hoe zit dat met een poule met 9 teams en 1 degradant? (Ik schat zelf dat 4 of 5 punten in dit geval voldoende moeten zijn.)
Eenmaal in de speelzaal in Amstelveen gingen de discussies vrolijk verder. De teamleider van Amstelveen wees op nog een vervelende consequentie van het feit dat er maar 8 rondes zijn: er kunnen geen eventuele IM-normen behaald worden, daarvoor moet een competitie en/of toernooi uit minimaal 9 rondes bestaan.
Voorlopig lijkt het er echter niet op dat er Philidor-spelers in aanmerking zullen komen voor een IM-norm, want we kregen deze zaterdag een genadeloos pak slaag: 8-2 verlies. Op rating zou dat totaal niet te voorspellen zijn, want het gat tussen beide teams is maar 30 puntjes gemiddeld. Sowieso heeft Philidor 1 met de versterking in de vorm van Jonas Hilwerda betere papieren dan vorig jaar. Op rating zijn we slechts 6e van de 9 teams, maar dat is misleidend: Paul Keres steekt er met een gemiddelde van 2351 met kop en schouders bovenuit, dan volgen een aantal teams (waaronder Philidor) met een rating rond de 2200, en tenslotte lijken Groningen 2 en Kennemer Combinatie 2 de zwakkere broeders met een gemiddelde van ca. 2150.
Terug naar de wedstrijd. De eerste 3 uur zag het er nog goed uit, maar in de tijdnoodfase ging het (bijna) overal de verkeerde kant op. Ik was na 2,5 uur spelen als eerste klaar, waarna ik de verontrustende gebeurtenissen op de andere borden kon observeren. Net als 3 jaar geleden speelde ik tegen FM Sander Los. Net als in die partij moest ik mijn zwartveldige loper voor een paard ruilen. Destijds wist ik vanuit bedenkelijke stelling nog remise uit het vuur te slepen; deze keer leek ik een klein positioneel voordeeltje in het eindspel te krijgen, maar Sander kon een afwikkeling forceren naar een eindspel met ongelijke lopers waar geen muziek meer in zat (0,5-0,5)
De rest van de borden stonden op dat moment niet zodanig dat een dikke nederlaag in de lucht hing. Enkele Philidor-spelers hadden bedenkelijke stellingen, maar Erik naast mij had een pion gewonnen, Jouke stond mooi, en Jan Hania leek via een prachtige combinatie een gewonnen stelling te bereiken. Verder leken de stellingen van Migchiel, Jonas en Jippe mij nog ongeveer gelijkwaardig.
Jippe zag helaas een zet van zijn tegenstander over het hoofd, verloor een kwaliteit en daarmee ook de partij. Niet lang daarna scoorde Jouke een vol punt. Hij kreeg een stelling waarin wit zogenaamde ‘hangende pionnen’ (op c4 en d4) kreeg. Deze pionnen geven ruimtevoordeel en dynamiek, maar kunnen ook zeer zwak worden. Jouke kon deze pionnen tot een verklaring dwingen en won een pion. In het vervolg zaten er voor beide zijden veel tactische trucs in de stelling, maar Jouke bleek hierin vaardiger dan de witspeler (1,5-1,5).
Voor de resterende borden ging het in de tijdnoodfase falikant mis. Erik moest ergens zijn pluspion weer inleveren en berustte in remise. Migchiel kreeg een zware aanval op de koningsvleugel te verwerken die hij uiteindelijk met grof materiaalverlies moest bekopen. Addy stond moeizaam in de opening maar wist langzamerhand toch zijn stelling te consolideren. In de tijdnoodfase deed hij echter een paar foute pionzetten, waardoor wit heer en meester over de stelling werd en verlies onafwendbaar was. Bas raakte in de problemen toen hij de damevleugel op verkeerde wijze opende. Misschien dat hij in de tijdnoodfase nog een paar kansjes om de stelling te vertroebelen miste, maar zoals het ging won zwart de zwakke a-pion en was dit voldoende voor de winst.
De nederlaag die het meest pijn deed was die van Jan Hania. Jan had met een prachtig torenoffer een gewonnen stelling bereikt, maar gaf het daarna helemaal uit handen.
Zo stond het in het vijfde speeluur 6-2 voor de thuisploeg en waren alleen onze jongste en oudste speler nog aan het ploeteren. Jonas trof in Onno Elgersma een goede bekende. Het werd een manoeuvreer-partij waarin hij lange tijd gelijke tred kon houden, maar in de tijdnoodfase werd zijn stelling steeds benauwder. Na de tijdscontrole bleek het niet houdbaar te zijn. Jammer, een 0 bij het debuut, maar ik twijfel er niet aan dat Jonas zijn waarde nog gaat bewijzen voor het eerste team.
Ook Eddie’s partij was aanvankelijk vrij rustig. Het kritieke moment vond plaats toen wit cxd5 speelde. Eddie kon op drie manieren terugslaan: met zijn paard (prima), de c-pion (ook speelbaar) of met de e-pion (afschuwelijk). Eddie koos helaas deze laatste manier waarna wit de druk snel kon opvoeren. Pionverlies bleek onvermijdelijk, en alhoewel er hier en daar nog wat kansjes voor zwart waren was het pleit eigenlijk al beslecht. Uiteindelijk wikkelde wit af naar een toreneindspel met pluspion dat niet te houden was voor Eddie.
De komende twee rondes spelen we tegen de zwakkere broeders van deze klasse: Groningen 2 en KC 2. Twee goede momenten om onszelf een dienst te bewijzen.