K.S.C. PHILIDOR 1847

11e ronde Ladder (nu met partij Oene – Rein)


Door Jeroen Weggen

“Jeroen, zou jij vanavond een verslag van de laddercompetitie willen maken?”
“Nou, euh -”
“Mooi, bedankt dat je dat wel even wil doen, is dat ook weer geregeld.”

Bovenstaande is een ruwe weergave van de woordenwisseling met onze voorzitter waardoor het verslag van de laddercompetitie deze avond mijn verantwoordelijkheid werd. Verslagen schrijven is iets wat ik overigens met veel liefde doe, maar om het een paar minuten voordat de ronde begint als extra taak te krijgen… Plotse wordt het bekijken van andere partijen meer een plicht dan een optie! Bij Philidor 1 begint de sociale druk overigens meestal pas na afloop van de wedstrijd, wanneer blijkt dat onze teamleider geen zin heeft om zelf iets op papier te zetten. Onbewust ben ik daarom wat meer op de partijen van mijn teamgenoten gaan letten, voor wanneer het moment daar komt dat ik weer “zeg Jeroen, zou jij een verslag willen schrijven?” te horen krijg.

A-groep

Voor aanvang werden we er ook op geattendeerd dat het vandaag de ‘internationale dag van de man’ was. Of dit de (dubieuze) gambieten – eigenlijk een vorm van stoerdoenerij – bij mijn partij tegen Erik Kruit en bij de partij tussen Oene Schriemer en Rein de Boer heeft geinspireerd, wie zal het zeggen. Waarschijnlijk heeft de mannelijke emotie wel een rol gespeeld bij Oene’s uitspraak dat hij na 11 zetten nog in de theorie zat.

Overigens is het gambiet dat Erik tegen mij speelde an sich niet dubieus, maar Erik koos helaas een verkeerde zetvolgorde waarna hij de gambietpion niet meer terugzag. Dames werden geruild en de extra pion van wit – op e5 – had een verstikkende werking op de zwarte stelling. Later ging een tweede pion verloren en de rest was niet heel interessant. Wel aardig was de stelling die we nog bereikten in de analyse:

Jan Hania zette een heel aardige partij neer tegen Leandro Slagboom. Na een eigenaardige opening kon Jan zware druk op de a1-h8 diagonaal uitoefenen. Dit leidde er uiteindelijk toe dat de zwarte pion op d6 verloren ging. Als gevolg hiervan had Leandro niet zoveel tegenspel in het centrum, en kon Jan – zelfs nadat de dames al waren geruild – de koningsvleugel openen en hier een koningsaanval inzetten die hem uiteindelijk stukwinst opleverde. De tegenactie van Leandro over de b-lijn bleek minder effectief (1-0).

Harmen had vanuit de opening ruimtevoordeel, waar Gerard weinig tegenover kon zetten. Ook nadat er wat stukken geruild waren bleef wit duidelijk beter staan met zware druk op de zwakke b7-pion die, in zijn eentje, de witte pionnen op c5 en b6 in bedwang moest houden. Toen ik wegging schatte ik de kans dat Harmen zou winnen dus ook wel hoog in. Maar blijkbaar is hij er niet doorheen gekomen; de partij werd remise.

Hoe het gambiet bij Oene tegen Rein eindigde is als volgt: Rein had na zo’n 15 zetten op eeuwig schaak aan moeten sturen, maar toen hij dit naliet kwam zijn remise-aanbod twee zetten te laat…

B-groep

Bij het eerste rondje dat ik langs de partijen van de B-groep maakte vielen er mij twee dingen op. In tegenstelling tot de bokito-openingen van de A-groep waren er hier een paar degelijke Spaanse partijen te aanschouwen. Weliswaar weken ze al gauw af van de hoofdvarianten, maar toch. Het tweede dat me opviel was dat Kees nog geen enkel stuk ontwikkeld had, waar Leo bijna al het geschut al in stelling had gebracht! Meestal geldt voor Kees toch dat hij materiaal ontziet ten faveure van activiteit…

In ieder geval, in sommige stellingen kun je je zo’n ontwikkelingsachterstand veroorloven, maar de stelling bij Kees tegen Leo was er helaas niet zo’n eentje. Kees kon de schade nog beperken tot stukverlies, maar hij heeft dit stuk nooit teruggezien (0-1).

Siem van Eijk tegen Derk Stegeman was één van de Spaanse partijen. Hier kwam de ruilvariant op het bord en werden de dames ook al gauw geruild. Dan is de vraag: wat is belangrijker, het zwarte loperpaar of de witte pionnenmeerderheid op de koningsvleugel? Deze partij bleef het antwoord op die vraag schuldig, want alhoewel Derk de witte pionnenmeerderheid goed wist te neutraliseren en de witte paarden ver terug kon dringen, was de stelling teveel dichtgeschoven om nog iets van te maken. Remise derhalve.

De andere Spanjool, bij Henk van Wilgenburg tegen Jeppe van Bon, was eentje met een vroeg De2. Deze partij leek lang gelijk op te gaan. Net toen ik dacht dat Jeppe een mooie aanvalsstelling had neergezet, ging er iets mis en kon Henk tactisch toeslaan. De rest heb ik niet gezien omdat ik mijn trein moest halen, maar uit de uitslag blijkt dat Henk inderdaad heeft gewonnen.

Sytze Faber kon behoorlijke druk op de damevleugel van Wolter Jongsma uitoefenen en won daarmee uiteindelijk een pion. En deze pluspion bleek doorslaggevend. Zo simpel is het schaken soms.

Wim pakte in de opening een pion van Frederik en ontnam laatstgenoemde bovendien het recht om te rokeren. Lange tijd leek Wim dan ook heel goed te staan. Toen ik later nog een keer keek, was er een eindspel op het bord gekomen… en stond Wim pardoes een stuk achter. Inmiddels had hij wel een tweede pion voor het stuk. Blijkbaar was het voldoende, want de partij eindigde uiteindelijk in remise.

Tot slot leek Mike Ising leek goed op weg om Wiebe Fraanje te verslaan. Mike had namelijk een kwaliteit buitgemaakt, de dames waren geruild en wit leek maar weinig compensatie te hebben. Gaandweg wist Wiebe echter wat dreigingen in de stelling te brengen:

Geef een reactie