Ik vind er maar niks aan. Schaken is eigenlijk alleen leuk als je het regelmatig voor het echie tegen een tegenstander van vlees en bloed mag doen. Het is jammer dat een schaakbord niet anderhalve meter meet, anders hadden wij het wel geweten met zijn allen…
Van dat online schaken word een mens op den duur Gallisch. En je openingsrepertoire opkalefateren met nieuwe finesses is eigenlijk ook alleen leuk als je de resultaten van je zelfstudie in de praktijk mag uitproberen. Op mijn schaakselfie kunt u zien dat ik nog altijd studie maak van de Pirc-vertakking in het Nimzo-Indisch (die ik nog nooit en te nimmer in de praktijk op het bord heb gehad). U mag uw eigen schaakselfies, al dan niet met toelichting, naar de websiteredactie opsturen. Die kunnen dan onder het kopje Quarantaineschaak gepubliceerd worden.
Moet u eens nagaan wat we allemaal missen met dat thuiszitten.
Niet triomfantelijk rondkijken na die briljante zet om erachter te komen dat er juist op dat moment niemand op uw bord meekijkt.
Geen op te luide fluistertoon gevoerde nazit, waarin uw tegenstander laat zien hoe u had kunnen winnen.
Niet bewonderend toekijken bij de borden van de A-groep, waar de hogere wiskunde van het schaakspel in nevelen bedreven wordt.
Geen geanimeerde bargesprekken met uw voorzitter en wedstrijdleider, die nooit om een praatje of bitterbal verlegen zitten en er altijd weer in slagen om u veel langer te laten blijven hangen dan u van plan was, terwijl u de volgende ochtend toch gewoon weer om zes uur naast uw bed hoort te staan.
Geen gevatte grappen van uw clubgenoot die altijd van die leuke gevatte grappen maakt.
Geen mogelijkheid om in het inspirerende gezelschap te verkeren van uw eminente grijze clubgenoten die al honderden jaren langer schaken dan u en de peilloze diepten van het spel proefondervindelijk hebben afgetast.
Geen gedeelde vreugde meer als een van onze teams een externe wedstrijd wint.
Niet genieten van het onbevangen schaakplezier van de kinderen, die op hun beurt geen schaakles krijgen van de veelvoudig schaakkampioen van Friesland.
Ik vind er maar niks aan.
Het verstoken blijven van clubschaak heeft maar één positief inzicht opgeleverd. Namelijk dat we eigenlijk best veel van elkaar zijn gaan houden in de loop der jaren.
Post scriptum. Zoals heel lang geleden aangekondigd, het was begin maart, heb ik de film Het Zevende Zegel van Ingmar Bergman herkeken. Dit naar aanleiding van het overlijden van hoofdrolspeler Max Von Sydow. Omdat het in deze tijd ongepast is om laconiek te schrijven over de schaaksterkte van de Dood, houdt u die analyse van mij tegoed.