K.S.C. PHILIDOR 1847

Borrelblij en bedrogen

Lentecompetitie 2018

aflevering 1

door Wietze Klasma

Voor de derde keer op rij is een afvaardiging van bestuur en spelers naar Wiuwerdt (er zijn zoveel schrijfwijzen voor Wiewerd, dat alles geoorloofd is zolang er maar twee ‘w’ s in zitten) gefietst met het dringende verzoek aan mij om de lentecompetitie op clubvriendelijke wijze te verslaan. Carte blanche kreeg ik. Over een verscheidenheid aan onderwerpen mocht ik mijn mening ventileren. Als het af en toe maar over schaken ging, al waren het alleen maar de uitslagen, dan was de afvaardiging dik tevreden. De verscheidenheid aan onderwerpen deed me denken aan de menukaart van een Italiaanse eetgelegenheid in de nabijheid van Wuiwjert, waar je ‘pizza frutti di mare’ kon bestellen, die gekenmerkt werd door ‘een verscheidenheid aan diverse verschillende vissoorten’.

Na overleg met mijn vrouw heb ik besloten om nog één keer verslag te doen van het jaarlijkse lenteschaakfestival. Volgend jaar gaan we namelijk emigreren naar Frankrijk om daar een B&B op te zetten. Dat emigreren vraagt veel voorbereidend werk. Alle boeken meenemen naar Chastry-la-Paix zal moeilijk worden, dus moest ik een schifting maken. Bij de schaakafdeling aangekomen, kwam ik weer eens het prachtige jubileumboek van 1997 tegen. Dat werd dus koffie zetten en bladeren. Op bladzijde 37 staat een foto uit 1880.

Een heerlijke foto. Vier heren zijn aan het schaken op twee antieke schaaktafels, de andere genieters kijken toe. Je hoort de fotograaf zeggen dat het wel een indrukwekkend tableau is, maar dat er iets ontbreekt. Iets dat cachet geeft aan deze opname voor de eeuwigheid. Misschien is er geopperd om de echtgenotes mee te nemen, een paar flessen wijn neer te zetten of een stemmig bloemstuk onder de tafels te zetten. Zelf vermoed ik dat de president heeft voorgesteld om pijpen op te steken en dat de secretaris dat heeft verfijnd met ‘Goudse’ pijpen. Omdat sigarenmagazijn ‘In den blijden rooker’ maar vier Goudse pijpen ter beschikking kon stellen, moest er geloot worden. Dat gaf toch wat onenigheid en met verongelijkte gezichten op de foto staan, dat gaf ook geen pas. De fotograaf heeft ingegrepen en de pijpen zo verdeeld dat de foto een ‘verantwoorde compositie’ zou opleveren.

De foto is niet meer te vinden in de archieven. Omdat het mogelijk is dat niet alle leden het boek nog in de boekenkast hebben staan, heb ik een foto van de foto genomen.
Helaas zijn de schakers niet met naam en toenaam genoemd. Bij toeval vond ik in een oude Leeuwarder Courant dezelfde foto, met vermelding van de namen!
Zittend, van links naar rechts: Dr. J.C. Schreuder, W. Pik, F.K. Posthumus, F. Bokma, H.F.T. Ringnalda en J.C. Beekhuis.
Staand, van links naar rechts: F. Bakker, A, Meijer, J.J. van Rijn, D. Keestra en C. Halbertsma.

Borrelblij was ik toen ik de naam van Bokma erbij zag staan. De kalende man, vierde van links. Over Freek Klazes Bokma is geschreven in het jaarboek 2015-2016. Eindelijk een afbeelding van deze spraakmakende Philidoriaan.

Bij de naam Ringnalda ging een schoolbelletje rinkelen. Jawel: dr. Herman Frederik Theodoor Ringnalda (1865-1922) was rector van het gymnasium  in Leeuwarden. Hij was niet alleen rector, maar verder ook maatschappelijk actief als Lid van de Commissie voor toezicht op het lager onderwijs, bestuurslid van de Algemeenen Nederlandschen Bond ‘Vrede door Recht’ en bestuurslid van de afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Bond van Lichamelijke opvoeding. Mr. J.S. Brouwer haalt herinneringen op aan Ringnalda in het Kleine Krantsje van 19 oktober 1974. ‘Rector Ringnalda, uiteraard classicus naar de eisen van de wet, maar in de lagere klassen alleen te zien ingeval van ziekte van een leraar. Vrijgezel, studentikoos, charmant en in zijn commentaren op het gelezene reëel humoristisch zonder de bij oude schrijvers voorkomende ondeugendheden ook maar in het minst te maskeren. Nimmer doctrinair, toch volslagen de baas, tot helaas zijn broze gezondheid hem parten ging spelen. Heel naar was het dat deze periode van verzwakking samenviel met een ongelukkig aflopend eindexamen, een zo slechte uitslag dat de rijtoer moest worden afgezegd. Na een lang ziekteverlof kwam hij een dag terug – met grijze baard – om van zijn school en van zijn leerlingen een bijna pathetisch afscheid te nemen. En niet lang daarna berichtte men zijn overlijden’.
Brouwer vermeldt dat Ringnalda vrijgezel was. In ieder geval tot 4 januari 1922, want dan trouwt hij (‘oud zesenvijftig jaren, Rector aan het Gymnasium, geboren te Gorredijk’) met Maria Aleida ten Kate (‘oud achtenveertig jaren, leerares aan de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes, geboren te Deventer’). Hij was al ernstig ziek en besluit om te gaan trouwen. Een testamentaire schikking?
Merkwaardig dat Schreuder wel dr. voor zijn naam heeft staan en Ringnalda niet. Wie was die dr. J.C. Schreuder? Hij bleek stadsgeneesheer te zijn geweest bij het St. Anthony Gasthuis. Daarnaast was hij (wat waren de notabelen actief in die tijd) Lid van de Commissie voor toezicht van het Lager Onderwijs, diaken bij de Hervormde Gemeente en bestuurslid van de afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Bond van Lichamelijke opvoeding. Die gegevens had ik netjes bij elkaar gesprokkeld, tot ik tot mijn schrik een rectificatie zag in de Leeuwarder Courant. De vermelding van de naam Schreuder was onjuist. Het moest niet zijn dr. J.C. Schreuder, maar E. Schreuder. Ja, daar ben je mooi klaar mee. Kloppen er misschien nog meer namen niet?
Bij nadere beschouwing zie ik dat Bokma (geboren 1841) op de foto 39 jaar moet zijn. Is deze kalende oude man 39? Dan zie ik verder dat Ringnalda (geboren 1865) ten tijde van de foto 15 jaar is! Dat lijkt me kras. Hoog tijd om naar het Historisch Centrum Leeuwarden te gaan om de notulen te raadplegen.

Pas in 1894 duiken de namen op van Keestra, Halbertsma en Bakker(s). Schreuder wordt lid in 1896 en een jaar later melden Ringnalda, Pik en Van Rhijn zich als lid.

Dat betekent dat de foto genomen moet zijn ná 1897. De foto is niet van 1880, zoals beweerd, maar van twintig jaar later én er is een valse naam opgegeven. Bedrogen voel ik me. Van borrelblij ben ik emotioneel naar bedrogen gedonderd.

Zet u maar gerust een foto in de krant hoor van Trump en zet eronder dat het Balkenende is. Geen hond die blaft. Plaats maar een foto van het Colosseum met als onderschrift: de Jacobuskerk in Wieiwerdt. Geen kat zal blazen. Met deze volksverlakkerij is mijn lust om verslag te doen van de eerste aflevering van de lentecompetitie tot nul gedaald. Misschien dat ik in de tweede aflevering aandacht zal besteden aan het schaken van de lenteknapen, maar nu even niet. Voorlopig heb ik geen enkele behoefte aan een verscheidenheid van diverse verschillende lenteschaakpartijen.

P.S.

Nu lees ik warempel net in de krant dat een vrouwelijke wetenschapper middels een MRI-scan wil laten onderzoeken of een van onze vier Wjewertse mummies Anna Maria van Schurman is. Wat is dat voor ongein. Doe niet zo moeilijk en laat die mummies met rust. Ik ga in ieder geval geen mondslijm afgeven, geen haar op mijn hoofd. Zet gewoon naambordjes bij onze lijken. Liggend, van links naar rechts: J.C. Schreuder, Anna van Schurman, H. Ringnalda en F. Bokma. Geen haan die er naar kraait.

Geef een reactie