K.S.C. PHILIDOR 1847

Hamsterballen op een schaakbord

 

door Wietze J. Klasma

Als ik een mannetje teken, dan kijkt-ie altijd naar links. Dat kan zijn omdat ik rechtshandig ben. Een linkshandige zou een mannetje dan standaard naar rechts moeten laten kijken. Om het voor schakers aanschouwelijk te maken zal ik man en paard tekenen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie je wel: allebei kijken ze naar links.

Als ik de figuurtjes naar rechts zou willen laten kijken, dan ziet dat er zo uit:

 

 

 

 

 

 

 

 

Mijn buurman vindt mijn tekeningen met de linkerhand kneuterig. Dat is overduidelijk een voorbeeld van beroepsdeformatie, want zijn werk als souschef bij de toeslagenafdeling van de belastingdienst moet schatplichtig zijn aan deze uitgeknepen kunstopvatting.

Hoe dan ook, in ieder geval teken ik in beide gevallen iets dat herkenbaar is. Dat noemen we conventionele kunst. Dit in tegenstelling tot conceptuele kunst dat nergens op lijkt.

Conceptuele kunst is begonnen met het urinoir van een schaker, Marcel Duchamp, en heeft voorlopig als hoogtepunt twee bananen aan de muur.

Te lui als ze zijn om een mooi schilderij van de zonsondergang te maken of een ets van prinses Laurentien, laten conceptuele kunstenaars ons nadenken over de werkelijkheid, door hamsters in een plastic bal te laten lopen of een vloer met pindakaas te bestrijken.

‘Kunstenares Tinkebell’, zo lees ik in de Trouw van 8 januari 2011, ‘liet als artistiek project 95 hamsters rondlopen in doorzichtige plastic ballen’. Kunstenares Tinkebell is, ik heb het opgezocht in Wikipedia, het pseudoniem van Katinka Simonse. Ze schijnt vooral bekend te zijn om het verwerken van dieren in haar werken. Dat lijkt me voer voor vegetariërs. Ze liet de hamsters rondlopen ‘als artistiek project’. Ik zou het redelijk vinden als kunstenares Tinkebell zelf zou rondlopen als artistiek object. Vrolijk, met een plastic bal om het kunstenaarshoofd en een schaakbord voor de kop.

Met die 95 uitverkoren knaagdiertjes verwees ze natuurlijk naar de 95 stellingen van Luther. Zodat de gewone man na zou kunnen denken over het verband tussen de kerkhervormer en de hamster. Hamsters kunnen, naar alle waarschijnlijkheid niet schaken, maar de vraag is wel of Luther kon schaken.

Conceptuele kunst is namaak. Na het maken, het conceptualiseren, worden we door de kunstenmaker aan het denken gezet. Eerst zetten, dan denken.

In de volgende aflevering neem ik u mee naar een absoluut hoogtepunt uit 2011: de pindakaasvloer van Wim T. Schippers. Niet likken aan de kunst. Mocht iemand in deze barre tijden de onbedwingbaar kunstzinnige behoefte in zich op voelen komen om op conceptuele wijze ‘als artistiek project’ de schaakstukken met pindakaas te gaan bestrijken, doe dat dan.

Geef een reactie