Door Wiebe Fraanje
FOTOBIJSCHRIFT: Jonathan Penrose in zijn partij tegen Max Euwe op de Olympiade van Leipzig in 1960. Foto: Wikimedia
Jonathan Penrose (1933-2021)
De Engelse grootmeester Jonathan Penrose, bekend van het Philidor-jaarboek 2019-2020, was in de jaren zestig de sterkste schaker van Groot-Brittannië. Onlangs overleed hij op 88-jarige leeftijd.
In mijn schaakdetectiveverhaal De torens van Londen in het Philidor-jaarboek 2019-2020 speelt Penrose een rol. Hij levert hoofdpersoon V. een van de sleutels die leiden tot de oplossing van het mysterie van de verdwenen torens van het schaakspel van de Westminster Chess Club.
Bij het schrijven van dat verhaal had ik nog nooit van Penrose gehoord. Ook u hoeft zich niet te schamen als de naam u niets zegt. Omdat het in een detectiveverhaal gaat om de (vaak verborgen) verbanden tussen personages en gebeurtenissen, deed ik research in de schaakgeschiedenis op zoek naar dergelijke verbanden.
De correspondentiepartij tussen de schaakclubs van Londen en Parijs uit 1834-1836 speelt een cruciale rol in het verhaal, dus zocht ik naar connecties tussen Londen, Parijs en topschakers. Zo kwam ik op Sawielly Tartakower (die lange tijd in Parijs woonde) en ene Jonathan Penrose.
Penrose had in 1950 in het toernooi van Southsea van Tartakower gewonnen, en van Efim Bogoljubov, die ook een rol in het verhaal kreeg. Ik besloot dat het verhaal zich afspeelde in juni 1952, rond de sterfdag van Bogoljubov (aangezien ik zelf op die datum vele jaren later het levenslicht zou zien).
En nu las ik in de rubriek van Hans Ree in NRC Handelsblad (8 januari) dat Penrose op 30 november is overleden. Ree eert hem met een anekdote over een van Penroses mooiste winstpartijen, die op de kersverse wereldkampioen Mikhail Tal op de Olympiade van Leipzig in 1960. Op diezelfde Olympiade won Penrose van Max Euwe en stond hij gewonnen tegen Bobby Fischer toen hij in tijdnood remise aanbood. Een opgeluchte Fischer liet hem de geforceerde winst zien.
Penrose had in de Deutsche Schachzeitung een analyse gezien van een partij die Paul Keres eerder dat jaar van een obscure Fin had verloren in de Moderne Benoni, een van Tals favoriete verdedigingssystemen. Penrose besloot diezelfde openingsvariant te spelen in de hoop een potje te kunnen breken tegen Tal. Hij won de partij. ’s Avonds kreeg hij een staande ovatie toen hij het spelersrestaurant betrad, aldus The Guardian in een In Memoriam.
Dat was in de periode dat Penrose op zijn sterkst was. Hij had een maatschappelijke carrière als universitair docent psychologie aan de universiteit van Middlesex en deed het schaken ernaast in de schoolvakanties. Tussen 1958 en 1969 werd hij tien keer kampioen van Groot-Brittannië. Tussen 1952 en 1974 nam hij deel aan elf Olympiades. In 1962 (Varna) en 1968 (Lugano) haalde hij de individuele zilveren medaille van de eerstebordspelers.
Zijn grootste succes is wellicht zijn gedeelde eerste plaats in het roemruchte eindejaarstoernooi van Hastings in 1952/53. Zijn hoogste rating, 2405, bereikte hij in 2006. Penrose ging soms ten onder aan zijn zenuwen. Tijdens een partij op de Olympiade van 1970 (Siegen) kreeg hij een mentale inzinking, waarna hij zich meer en meer toelegde op het correspondentieschaak.
In mijn verhaal in het jaarboek komt Penroses partij tegen Bogoljubov in Southsea aan de orde. Door een schijnbaar kwaliteitsoffer wint hij juist zelf de kwaliteit en later de partij. In dat toernooi won hij onder meer ook van Lodewijk Prins. Door een blunder verloor hij van toernooiwinnaar Arthur Bisguier, die de eerste plaats deelde met Tartakower. Penrose werd gedeeld derde.
Jonathan Penrose – Efim Bogoljubov, Southsea 1950
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 Pbd7 6. g3 a6 7. Lg2 e6 8. 0-0 Le7 9. b3 Dc7 10. Lb2 0-0 11. Kh1 Td8 12. De2 Pf8 13. f4 Tb8 14. Tad1 Ld7 15. e5 Pe8 16. Pf5 Pg6 17. Pxe7+ Pxe7 18. Pe4 d5 19. Pd6 Da5 20. Dh5 Pxd6 21. exd6 Pf5
Diagram
22. g4 Pxd6 [Pe3? 23. Dg5 en zwart kan niet meer aan mat ontkomen.] 23. f5 Dxa2 24. Le5 Pe8 25. fxe6 Lxe6 26. Lxb8 Txb8 27. De5 Tc8 28. Lxd5 Pf6 29. Lxe6 Te8 30. Lxf7+ Kxf7 31. Txf6 1-0