K.S.C. PHILIDOR 1847

INTERFERENTIE TIJDENS HET PHILIDOR JUBILEUMTOERNOOI

door Marcel Vermaat

 

Het was gezellig druk in het park. Spelende kinderen in de klimrekken, studenten languit in het gras, in een kringetje, twee oudere dames kwamen beppend voorbij. Said keek soms even over zijn ochtendkrant om de diverse tafereeltjes te aanschouwen. Het ochtendzonnetje maakte iedereen vrolijk. Verderop morste een wolkje wat schaduw in het mos, het was daar dat hij haar zag aan komen lopen. Ze was met haar 48 jaar nog best een knappe verschijning, ondanks dat hijzelf bijna 20 jaar jonger was kon hij niet ontkennen dat hij graag naar haar keek.

 

Het was 11 november 2022 in de vroege ochtend, toen Julia en Said elkaar troffen in het Hyde Park in Londen. Julia bleef even voor het bankje waarop Said zat, staan. Opgestoken lang bruin haar, iets te kort shirtje en een kokette rok, ze zag er weer strak uit. Said nam haar in zich op, terwijl Julia zich er met twee handstreken van verzekerde dat het stukje bank naast hem schoon was. Ze vlijde zich neer en keek hem aan. “Het team is behoorlijk gereduceerd”, sprak ze met een zucht. “Morrison wou er eigenlijk de stekker uithalen, maar ik heb dat kunnen voorkomen.” “Dat viel te verwachten”, zei Said. “Wie blijven er over in het team?“ Julia draaide zich half naar hem toe: “Jij en ik.” Said keek Julia vol ongeloof aan.

 

De aanslag van 13 februari 2010 dateerde van  ruim12 jaar geleden.  “Toch is het vrij ongewoon om een onderzoek naar een terreurdaad, waarbij in hartje Londen drie doden vielen, nu al op zo’n laag pitje te zetten. En waarom maar twee? Waarom Ik?“ Julia legde hem uit dat er gewoonweg te weinig in het onderzoek naar boven was gekomen en er eigenlijk geen aanknopingspunten meer waren. De identiteit van de enige dader zou altijd een mysterie blijven, zijn lichaam was te verminkt en verder hadden ze alleen dat pre-paid-mobieltje, dat slechts eenmaal door een onbekend nummer gebeld was. Dat was het. Meer dan 12 jaar onderzoek met een team van ruim 20 personen.

 

“Waarom jij?” “Jij bent er als laatste bij gekomen zo’n vijf maanden geleden, je hebt nog frisse ideeën, spreekt Arabisch en je bent leuk om naar te kijken,” zei ze met een ondeugende knipoog. “Ik mocht kiezen.” Said keek even voor zich uit, vouwde toen zijn krant op en ging staan. “Ik voel mij gevleid door jouw woorden, zeker ook doordat je mijn baas  bent en even oud als mijn moeder. Laten we een rondje door het park lopen, Julia”. Julia kwam grommend vanaf de bank  omhoog. “”Als je mij mama gaat noemen, neem ik je aan de borst”. Ze keek Said ietwat stuurs aan en samen liepen ze de buitenste ring van het park op.

 

“Nog een keer de feiten”, zei Said zuchtend.“Dat telefoontje kwam uit Spanje op de ochtend van de aanslag. Met die gsm uit Spanje was ook maar één gesprek gevoerd: totaal 239 seconden. Uit DNA-onderzoek is gebleken dat de dader uit het Midden-Oosten afkomstig is. De bom was redelijk professioneel. Dat is alles.”

Julia knikte berustend. Ze stopte even met lopen. “De reden waarom wij samen door mogen met het onderzoek is mijn speurwerk van afgelopen drie weken.” Said keek haar vragend aan. “Ik heb alle aanslagen over de hele wereld van de laatste 20 jaar doorgenomen op overeenkomsten en ik mag dat verder uitwerken.” Said keek verbaasd. “Was dat dan nog nooit eerder gedaan?” “Jawel,” sprak Julia, “maar ik heb mij nu geconcentreerd op één item, de eenmaal gebruikte gsm’s.”  “En?” ,vroeg Said terwijl ze weer verder liepen. “Op 15 januari 2016 was er een aanslag in Jakarta, de dader is nooit gevonden. Wel een gsm op de kamer van de vermoedelijke dader. Die was eenmaal gebruikt en had ook maar één gesprek ontvangen, van een onbekende gsm. Dat gesprek was ook kort en op dezelfde ochtend van de aanslag” Said hield Julia even tegen “Waar kwam dat gesprek vandaan? Spanje?“ “Nee, helaas , dat zou te mooi zijn. Dit gesprek kwam uit Nederland. Uit Beverwijk.”

Said, bleef even staan. “Uit Beverwijk?“  “Ken jij die plaats?” vroeg Julia. Maar Said ging al door met zijn volgende vraag. “En het gesprek uit Spanje, dat was toch Linares?“ “Dat klopt,” was het antwoord van Julia. Said pakte Julia bij haar arm “Kom, ik woon hier twee straten vandaan, ik moet even langs huis.” Julia, plagend: “Je gaat snel schat.”

Julia keek vanuit het appartement van Said uit het raam, terwijl hij zijn laptop opstartte. “Je woont hier leuk, uitzicht schuin op het park. Een kleine update van het meubilair, dan zou het hier prima voor mij zijn.” Said schudde zijn hoofd. Hij ging achter zijn bureau zitten en navigeerde zijn laptop naar Google. Julia kwam achter hem staan. “Wat ga je zoeken?” Said zei nog niets. Even later kwam de zoekmachine met zijn resultaten. Said sloeg vol triomf op zijn bureau. “Wat?” vroeg Julia. Said zei niets en begon aan zijn tweede zoekopdracht.“Yes!! Dit is super”, schaterde Said. ” Wil je het mij uitleggen?”, vroeg Julia die meegetrokken werd in het enthousiasme van haar collega.

Said toonde het haar op het scherm. “Op 15 januari 2016 begon het Tata-schaaktoernooi in Wijk aan Zee.” Toen ging hij terug naar zijn eerste zoekopdracht. “Op 13 februari 2010 begon de eerste ronde van het laatste schaaktoernooi in Linares. “Toevallig”, zei Julia. “Maar dit is wel flinterdun. Er gebeuren dagelijks miljoenen dingen op de wereld, ongetwijfeld zijn er meer gelijksoortige gebeurtenissen die toevallig op deze twee data plaatsvonden.” Maar Said schudde het hoofd. “Ben ik niet met je eens. Dit waren destijds de twee grootste schaaktoernooien, beide aanslagen vonden plaats op de dag van de eerste ronde en beide telefoontjes kwamen uit die twee plaatsen.” Dat is te toevallig om niet te onderzoeken. Ik ga de deelnemers vergelijken, misschien zijn er spelers die aan beide toernooien meededen.”

Said begon aan zijn volgende zoekopdracht. Maar kwam er snel achter dat in de hoofdgroep van Tata 2016 geen enkele deelnemer ook meespeelde in Linares 2016. Julia keek mee. Geen resultaten. Ze schudde weemoedig het hoofd. Het zou te mooi geweest zijn.

Said: “Ik had sowieso niet verwacht dat er een connectie zou zijn met een topgrootmeester. Laten we alle deelnemers vergelijken, ik ga alle groepen selecteren en gooi ze in een spreadsheet”. Julia glimlachte. “Ook hiervoor had ik jou gekozen, je bent zo lekker handig.”

Vijf minuten later had Said alle deelnemers uit alle groepen in Excel. Nog enkele klikken later en het resultaat was op het scherm te zien. Slecht één persoon speelde beide toernooien, Yasamin Bagheri uit Irak. Said en Julia keken elkaar aan. Julia: “Een vrouw? Uit Irak?” “Tja”, antwoordde Said. “Een schakende vrouw uit Irak nog wel. Dat is wel heel ongewoon.“ Julia: “Google die bitch!“ Tegelijkertijd belde ze met haar kantoor van MI6 om de naam langs hun archieven te laten halen. Said googelde opnieuw en leek niets te vinden. Maar plots liet hij zich achterovervallen in zijn stoel. Hij gebaarde Julia naar zijn scherm. Julia keek. “Wat zou ik moeten zien?”  “Ze speelt weer een toernooi. Dat begint vandaag ….”

“Kolere …“, verzuchtte Julia. ”We moeten er heen! Waar?” “Weer in Nederland”, antwoordde Said. Julia was alweer aan het bellen. “Twee tickets Heathrow –  Amsterdam”. Ze controleerde in haar handtas haar paspoort en vroeg Said ook zijn paspoort te pakken. “Kom, taxi nu. De tickets liggen zo klaar op het vliegveld.” En weg waren ze.

Enkele uren later liepen ze op Schiphol de gate uit. Het was al precies 4 uur. De eerste ronde van het toernooi begint vanavond om 7 uur. Waar moeten we precies zijn. Julia liep op de voorste taxi af en keek naar Said. “Waar gaan we ook al weer heen?”  “Leeuwarden! Ik weet niet hoe je dat precies moet uitspreken. Boterhoek 1.“ Maar de taxichauffeur had het al begrepen. “Leeuwarden, dat is een lange rit. Geen koffers?”

“Ik wist niet dat jij iets van schaken wist”, zei Julia. “Niet meer, ik was als kind talentvol, maar nadat mijn ouders verhuisden vanuit Cairo naar Londen heb ik het niet meer opgepakt.” “Ik kreeg het toen te druk met voetbal en Engelse meisjes.” Julia keek hem wat ondeugend aan. “Had je het maar eens druk met dit Engelse meisje.” Said glimlachte. Ze stapten in. “Egypte zei je, Ik dacht dat je uit Bosnië kwam.” “Nee, mijn vader is Bosnië ontvlucht, in Cairo ontmoette hij mijn moeder, daar ben ik geboren.”

Even later waren Julia en Said achterin de taxi op weg naar Tresoar. Said probeerde enkele namen die hij tegenkwam uit te spreken, waarna hij de chauffeur vroeg hem te verbeteren: “Waling Dijkstra Toernooi”. “No no no, not Weeling Dikstra , but Waaaaling Daaikstra.”

Twee uur later kwamen ze aan. Ze stapten uit op het grote plein voor het opgegeven adres en keken beiden met een schuin hoofd naar de toren. Er was nog weinig bedrijvigheid rondom het gebouw waar ze moesten zijn en ze hadden honger. Dus zochten ze eerst wat te eten. In de Kleine Kerkstraat vonden ze een viswinkel waar ze binnen aan een tafeltje konden zitten. Ze bestelden beiden  een broodje met vis en wat te drinken. Toen ging Julia haar telefoon af. Het was MI6 vanuit Londen. Nee geen hits op Yasamin Bagheri, maar wel iets anders. Een uur geleden had er een aanslag in Lyon plaatsgevonden. Julia haar mond viel open. “Vandaag?“  Er was nog niets bekend over daders of aantal doden. Ze legde haar gsm op het tafeltje. Said en Julia keken elkaar aan en knikten. Van flinterdun naar behoorlijk dik. Dit kon geen toeval meer zijn. Het broodje was heerlijk, daarna snelden ze naar het gebouw van Tresoar.

Via een glazen deur en een lange trap kwamen ze bij de speelzaal. De opening van het toernooi was nog gaande. De deelnemers zaten al achter hun borden en wachtten vol ongeduld tot de toespraken afgelopen waren. Said ging naast een man staan die notities maakte op een kladblokje. Ze keken elkaar even kort aan. Said stak zijn hand uit als begroeting en stelde zich voor: “Said Spafersahic”.  “Marnick Vermaatman”, antwoordde de man. Said vervolgde in het Engels:  “Kan ik u wat vragen stellen over het toernooi?” De man keek hem ietwat geïrriteerd aan. “Ik ben hier verslaggever en normaal stel IK de vragen. Voor vragen over het toernooi kunt u beter bij hem terecht, hij is volgens mij van de organisatie.” Er werd gewezen naar een wat oudere man die naast de deur aan zijn snor stond te plukken. “Hij is oud-kampioen van Nederland, Freddy Vis”, gaf de verslaggever nog mee aan Said.

Said schoof wat naar rechts op en kwam naast Freddy Vis staan. “Ik heet Said, kan ik u iets vragen over het toernooi?“ “Natuurlijk niet”, bromde Freddy. “Wees liever stil, of ga naar die kamer hier achter. Daar zit nog wel iemand van de organisatie.” Said keek opzij naar Julia en haalde zijn schouders wat op. Met een hoofdknik gebaarde hij haar mee naar de kamer achter de toernooizaal te gaan.

Bij de deuropening bleven ze even staan. “We kunnen beter zeggen wie we zijn, wellicht nemen ze dan meer tijd voor ons”, zei Said. En Julia zei dat ze misschien beter zelf even het woord kon doen, vrouwelijk charmes en zo.

Ze liepen de kleine ruimte achter de speelzaal in. Twee olijk ogende mannen hadden duidelijk pret achter hun computer. Ze keken verrast op. “Mijn naam is Julia Brighton, ik werk voor de Engelse regering. Bent u van de organisatie?“ Ze keek de linker man aan. “Nee, dat ben ik niet, mijn naam is Bertus Storm. Mijn buurman is wel van de organisatie, waar hebben we dit bezoek aan te danken?” De man rechts stak zijn hand uit ter begroeting “Hedde Eilinga , waar kunnen wij u mee helpen?“ Beide heren namen Julia van boven naar beneden op met een lach van oor tot oor, hetgeen ervoor zorgde dat  zelfs Julia die heel wat gewend was, zich een beetje ongemakkelijk voelde. Ze ging zitten, Said bleef even staan, maar pakte toen ook een stoel.

“We komen hier voor een serieuze kwestie”, begon Julia. “We willen graag alles wat u weet over Yasamin Bagheri van u horen.“ Bertus en Hedde keken elkaar aan. “Bagheri? Is dat niet die goed gevulde uit Irak?” “Ja, die speelt tegen Iebele Schroever vanavond.”Wat weten we van haar? Rating 2300, komt uit Irak. Spreekt redelijk Engels. Logeert in het Oranje Hotel. Weten we nog meer? Ja, bord 4 nu.” Said noteerde het hotel. “Is u iets vreemds opgevallen aan haar”, vroeg Julia. Bertus en Hedde keken elkaar weer aan. “Nou”, grapte Hedde, “Ze is ONS wel opgevallen. Ze is rijkelijk bedeeld.“ Julia zette een heel serieuze blik op. “Wat ik nu ga zeggen moet binnen deze kamer blijven. Wij vermoeden een betrokkenheid bij een ernstig misdrijf. Ik hoop dat u uw grappen even achterwege kunt laten.” “Natuurlijk. Excuus.”

Even later komt Iebele de kamer binnengewandeld. “Hey mannen, alles onder controle.” Bertus richt zich tot Iebele. “Is jou iets vreemds opgevallen aan jouw tegenstandster?” “Waarom deze vraag in het Engels?”, vraagt Iebele. Hedde antwoordt: “Deze mensen komen uit Engeland en willen graag informatie over jouw opponent”. “Wel”, gaat Iebele verder, “daarvoor kom ik ook eigenlijk hier. Ze stond vlak voor de partij beneden te bellen met en zilveren telefoon, maar toen ze zojuist een pen uit haar handtas pakte zag ik een zwarte telefoon. Daarna pakt ze nog weer een andere telefoon uit haar jaszak om naast het bord te leggen, een rode. Is dat niet vreemd?” “Ik denk dat we haar in de gaten moeten houden; dat ze die mobieltjes niet gebruikt tijdens de partij, in het toilet of zo.“

“Dat is heel bruikbare informatie, Iebele,” zegt Julia. “Wij gaan haar zeker in de gaten houden.” Iebele: “Mooi zo, dan ga ik weer terug naar mijn bord, ik heb zojuist mijn a3-pion geofferd.”
Said en Julia staan weer op en richten zich nog een keer tot het olijke tweetal achter het bureau. “Mocht jullie nog iets opvallen, dan horen wij het graag. En… houd het nog even tussen ons.”

Said en Julia liepen de zaal weer in. Ze wilden niet te veel opvallen en besloten vooral in de belendende kantine te gaan zitten. Said regelde wat koffie en daarna doken ze in hun telefoon, op zoek naar meer informatie over Yasamin Bagheri. Zo zaten ze daar uren.

Tegen tienen kwam Bertus Storm naast ze zitten. “Er is mij iets opgevallen.” Julia complimenteerde Bertus om zijn knappe beheersing van de Engels taal. “Wat dan?” Er staat daar links achterin een man met een oosters uiterlijk. Hij is geen deelnemer, maar lijkt erg geïnteresseerd te zijn in Yasamin Bagheri. Hij kijkt nauwelijks naar de schaakpartijen. Eigenlijk alleen naar haar, maar dat probeert hij onopvallend te doen.”

Julia bedankt Bertus hartelijk, terwijl Said al onderweg is naar de speelzaal. Quasi nonchalant loopt hij langzaam, terwijl hij doet alsof hij alle stellingen bekijkt, naar achteren in de zaal. Hij gaat schuin achter de man staan en probeert hem in te schatten. Inderdaad niet met het schaken bezig. Uiterlijk, ja duidelijk Midden-Oosten, maar om hem exact te positioneren, dat  lukt Said niet. Een jaar of 50, goed gebouwd en gecontroleerd, dat wil zeggen, hij staat vrijwel onbeweeglijk en vertrekt geen spier. Hij heeft zichzelf goed onder controle. Is dit een handlanger? Is hij degene die belt voorafgaande een gesprek? Ha, hij beweegt! De man pakt een telefoon uit zijn zak en kijkt op het scherm. Daarna beent hij meteen de zaal uit.

Said probeert hem te volgen, maar buiten de zaal gekomen is de man al verdwenen. Julia staat voor het raam in de kantine en wenkt Said. Ze wijst naar de man, die juist het plein met de scheve toren oversteekt. Die heeft beslist haast. Zou hij Said en Julie doorzien hebben? Ze denken van niet. “Had ik hem moeten volgen?”, vraagt Said. “Nee, het is goed zo”, zegt Julia,“laten we ons eerst concentreren op Yasamin. Mocht hij weer terugkomen, dan volg ik hem en jij haar. Misschien is het zelfs een goed idee dat jij haar vanavond na haar partij aanspreekt. Stel vragen over het schaken en gooi je charmes in de strijd, ik denk dat ze niet vaak aandacht krijgt van zo’n knappe jongen. Je kunt overgaan in het Arabisch en laten doorschemeren dat je een hekel hebt aan het westen. Wellicht geeft ze dan wat prijs.” Said keek wat moeilijk. Hij werkte nu vijf  maanden met Julia en wist direct dat dit geen vraag was, maar meer een opdracht.

Said stond in de zaal toen Iebele zijn tegenstandster ter overgave de hand reikte. Yasamin knikte vriendelijk en stopte de rode telefoon weer in haar tasje. Nadat Iebele haar aangaf dat hij de uitslag zou doorgeven, liep ze richting uitgang. Daar stond Said haar met een brede glimlach op te wachten. Hij liep met haar de trap af en begon in het Arabisch haar te complimenteren over haar partij. Beneden bij de deur bleef ze staan en keek hem aan. “Wie ben jij? Waarom feliciteer je mij met een hele slechte partij die ik met veel geluk won?” Said liet zich niet uit het veld slaan. “Mijn naam is Said, ik kom uit Cairo.” Ik had graag met dit toernooi willen meedoen, maar was te laat en mijn aanmelding was niet doorgekomen. Dus nu moet ik maar een geestverwant gaan supporteren. Jij bent moslim, net als ik, dus wij zijn zielsverwanten. Dus ben ik voor jou”, sprak hij met een uitnodigende glimlach. Yasamin vervolgde haar pas. Ze stak het plein over en keek een paar keer opzij naar Said. Ze overdacht duidelijk haar woorden. “Said, je bent erg vriendelijk, maar ik kan niet met je praten. Ik ben in een vreemd land en ik ken jou niet. In mijn land ben ik altijd gesluierd en houd ik mij strikt aan alle regels. Ik kan mij dit niet veroorloven, ik hoop dat je dat respecteert.“  Zo’n reactie had Said wel verwacht. Hij bleef naast haar lopen en vertelde over zijn herkomst uit Egypte, de activiteiten van zijn neven bij de broederschap. Toen ze bij de Doelesteeg aangekomen waren en hij de café’s zag waagde hij zijn kans. “Kunnen we niet even samen iets drinken hier binnen, dan kan ik je misschien iets vertellen over mijn missie hier in het westen.” Nu had hij duidelijk haar aandacht. Ze bleef even staan. “Ik ben op weg naar mijn hotel, morgen moet ik weer schaken, vandaag was een vermoeiende dag, Said.” Maar Said voelde toch een opening. “Yasamin, ik voel in mijn hele lichaam en geest dat wij verwanten zijn, alsjeblieft laat mij vertellen over waarom ik hier in het westen ben. Alsjeblieft, tien minuten.“ Hij opende de deur van het café en hield deze voor haar open. Ze twijfelde duidelijk. Said zette zijn meest charmante gezicht op en pakte voorzichtig haar hand en geleidde haar naar binnen. “Tien minuten,” zei ze resoluut, “één  kop thee en dan ga ik verder.”  “Zeker , zeker , “antwoordde Said en gebaarde naar de barman. “Twee jasmijn thee, please.”

“Waar kom je vandaan Yasamin?” Ik dacht dat ik ging luisteren en jij vertellen.” “Natuurlijk, natuurlijk, maar ik wil ook iets meer van de prachtige vrouw achter haar mooie gezichtje weten.” Yasamin, bleef even stil. Ze stond op en keek streng naar Said. “Volg mij niet!” Ze liep naar de deur en weg was ze. Said bleef in verbazing achter. Vanaf zijn kruk keek hij door het raam totdat hij haar niet meer kon zien. Daardoor zag hij niet dat er iemand tegenover hem ging zitten. Verschrikt keek hij op. Het was de man die Bertus hem in de zaal had aangewezen en die een goed uur geleden spoorslags het pand verlaten had. Ze keken elkaar aan en er werd even geen woord gesproken. De barman zette twee thee neer.

De vreemde man uit het Midden-Oosten pakte het theezakje en liet dat in het hete water zakken. Toen keek hij Said aan en zei: “Wie ben jij? “ “Nee,” zei Said,“wie ben jij?” “Wie ik ben?”, sprak de vreemde man.  “Ik ben degene die jou en die mooie verschijning vanmiddag zag binnenkomen met al jullie vragen. Een blinde had kunnen zien dat jullie van een buitenlandse politiedienst zijn. Ik gok…. Mi6.” Said zuchtte.  “OK, punt voor jou. Nu jij.” De man stak zijn hand uit.“ Jair Levi, Mossad.“ Hij dronk zijn thee op, ging staan en verliet het café.

 

De volgende middag stond de tweede ronde op het programma. Julia en Said hadden een hotelkamer kunnen bemachtigen in het centrum van Leeuwarden. Julia was al op weg naar de speelzaal. Ze scheidden hun wegen. De opmerking van Jair dat een blinde hen  had kunnen ontmaskeren had er behoorlijk ingehakt. Said stond te wachten aan het begin van de Doelesteeg, ervan uitgaande dat Yasamin daar weer langs zou komen. En inderdaad, in de verte zag hij haar al lopen.

Toen werd hij op zijn schouder getikt. Het was Jair. “Ga je je nog verder verraden? Dan moet je hier zeker blijven staan. Kom loop mee naar dat café, je schoonheid in haar rokje vangt haar wel op bij de speelzaa.l” Even later zaten ze weer in hetzelfde café als de voorgaande avond. “Waarom wil je nu wel praten” zei Said vrij direct. “Omdat ik eerst overlegd heb met Tel Aviv. Aangezien jullie ook informatie blijken te hebben lijkt het mijn bazen verstandig om gegevens uit te wisselen.”

“Ah, “ging Said verder,  ”hoe is de Mossad betrokken?” “Betrokken?”, zei Jair,  “wij zijn nergens bij betrokken. Ik volg deze dame sinds twee weken. Wij volgen alle vrienden en familieleden van haar broer Ahmed Bagheri. We weten sinds kort dat Ahmed zorgt voor de families van hen die sneuvelden bij aanslagen. “ “Wow, dat is erg interessant voor ons”, sprak Said . “Na welke aanslag kwamen jullie hem op het spoor?“ “Die van afgelopen april in Milaan, 6 april was het. De dader kwam om, zijn familie kreeg geld van Ahmed Bagheri.”

Said pakte zijn gsm. “Ik moet even iets opzoeken”, zei hij tegen Jair. Nog geen minuut later had hij het. 6 april 2022, schaaktoernooi in Reykjavík. Gewonnen door Prag, Yasamin deed ook mee. Hij liet het aan Jair zien. Die begreep het nog niet. “Leg uit!” Said legde het verband uit. Op 6 april speelde Yasamin een schaaktoernooi in IJsland. Ze komt altijd aan in het land op de dag dat het toernooi begint. Waarschijnlijk wil ze niet vanuit Irak bellen, dus doet ze dat altijd zodra ze daarbuiten is. Het schaken is een mooi excuus om in een ander land te zijn. Yasamin zit in ieder geval achter de aanslagen in Londen, Jakarta, Lyon en Milaan. Het akkoord voor de aanslag is telkens gegeven vanuit de plaats waar zij schaakte. “Dit is een zeer verrassende doorbraak,” zei Jair. Ik dacht dat ik een zus achtervolgde die er helemaal niets mee te maken had, maar ze blijkt de spil te zijn!”  “Ik moet mij wat gedeisd houden”, ging Jair verder, “gisteravond verliet Yasamin dit cafe niet omdat jij iets verkeerd zei, maar omdat ze mij zag zitten. Kunnen jullie mij op de hoogte houden, dan ga ik niet meer naar de speelzaal. Ik ben bang dat ze anders vlucht.”

Ze dronken nog wat koffie en wisselden verdere informatie uit. Na een tijdje ging ook Said richting speelzaal.

Yasamin speelde vandaag aan bord 1 tegen grootmeester Spike Stern, een plaatselijke held.

Julia had de vorige avond alle informatie die ze inmiddels verzameld hadden naar het hoofdkantoor in Londen gestuurd en was nu in afwachting van de afkondiging van  een internationaal arrestatiebevel , zodat de Leeuwarder  politie  van de zaak op de hoogte gebracht was en assistentie kon verlenen. Zolang dat niet allemaal geregeld was konden ze niet veel anders dan koffie drinken in de belendende kantine.

Said had zich aan de snert gewaagd. Die had hem niet kunnen bekoren. Hij besloot weer naar de speelzaal te gaan. Daar aangekomen bij het bord van Yasamin zag hij dat er veel belangstelling was voor haar partij. Een uiterst scherpe stelling waarin de grootmeester  met wit een stuk geofferd had. Hij pakte zijn dame van c2 en sloeg  daarmee de pion op h7. Ook nog een dameoffer!  Zie het diagram.

 

Yasamin deinsde achterover. Dat had ze niet zien aankomen. Als ze nu 1… Kxh7 zou spelen, dan zou er 2.Ld3+ Kh8 en 3.Th4 met ondekbaar mat volgen.  Ze keek even naar het plafond, schudde het hoofd en legde haar koning om. Ze knikte beleefd naar Spike, stond op en beende weg uit de speelzaal. Julia keek verschrikt op vanuit de kantine. Nu al klaar? Ze had nog geen bericht uit Londen, maar dat kon ieder moment komen, zo was zojuist gemeld. Said kwam nu ook de zaal uit. Volgen!, gebaarde Julia hem, terwijl ze haastig haar gsm tevoorschijn haalde.  Ze had ondersteuning van de Nederlandse politie nodig. Ze hadden hier geen autorisatie om hun wapens te gebruiken. Ze hadden alleen goedkeuring om die mee te nemen langs de douane.

Said rende de trap af. Potverdikkie, ze hield een taxi aan. Waarom gaat ze uitgerekend nu niet lopen. Said sprak haastig Bertus en Hedde aan, die bij de deur stonden. “Ik moet zo snel mogelijk naar het Oranje Hotel!“ Hedde bedacht zich geen moment en schreeuwde zo hard als hij kon “Rien!!”.

Rien de Lange was een 2.06 meter lange schaker van Philidor, die even verderop  wegfietste, na net weer een prachtige overwinning door middel van een rein mat te hebben behaald. Door het harde geluid, met zijn naam erin, viel hij bijkans van zijn fiets. Binnen twee tellen stonden Hedde en Said bij Rien. “Breng hem zo snel als je kunt naar het Oranje Hotel.” Rien was even overdonderd. “Hoezo? Wie is dit?” “ Geen tijd Rien, dit gaat om leven en dood. Oranje Hotel, snel!”  Said zat al achterop. Rien slaakte nog even een “Wat is dit nu weer”,  maar zette de spurt erin. In volle vaart tussen het winkelend publiek in de Kleine Kerkstraat, achtervolgd door vele verwensingen en scheldkanonnades. Toen over de Nieuwestad en daarna door een nog drukkere Doelesteeg.

Ondertussen ontving Julia eindelijk het verlossende telefoontje. Autorisatie. De politie van Leeuwarden is onderweg naar Tresoar om haar op te pakken.

Rien en Said arriveerden net op tijd bij het hotel. Totaal buiten adem ging de Lange naast zijn fiets zitten. “Tjemig, heb ik weer!” Said liep naar de ingang precies op het moment dat Yasamin naar buiten kwam met haar koffer. Said, die nog niet op de hoogte was van de goedkeuring van de Nederlandse en Engelse justitie, versperde haar de weg. “Yasamin, waarom ga je weg? Het toernooi is nog lang niet klaar.” Ze gebaarde dat hij aan de kant moest gaan en probeerde bij de taxi te komen die nog op haar wachtte. Maar Said liet haar er niet langs. “We hebben nog iets te bespreken , Yasamin”.  Ze mopperde dat ze gisteravond al weg had moeten gaan en hem meteen al niet vertrouwd had.

Op dat moment kwam er een politieauto met sirene aangesneld. Yasamin liet haar koffer vallen en wou wegrennen, maar Said had haar al bij de arm vast. Nog geen minuut later zat ze achterin de politieauto. Twee agenten voorin en Julia en Yasamin daarachter. Julia draaide haar raam open en vroeg de agent nog even niet weg te rijden. Ze keek naar Said die naast de auto stond. “Er komt zo nog een politieauto, die brengt jou ook naar het bureau hier in de stad. Daar moeten we wat formaliteiten afronden.” “Wacht nog heel even”, sprak Said, “ik heb nog een vraag aan Yasamin.” Hij boog zich door het raam en steunde even met zijn hand op het dijbeen van Julia, die reageerde met een “Oh schatje…” Hij keek Yasamin aan. “Yasamin, waarom gaf je op na Dxh7? Na Kxh7 2.Ld3+ kun je toch ook nog Le4 spelen? Interferentie. Hij kan de loper niet zowel met zijn loper als met de toren slaan. Dus ga je niet mat en blijf je materiaal voor. Je had de grootmeester kunnen verslaan.”

Toen hij zichzelf terugtrok uit het raam sloeg Yasamin van boosheid tegen de hoofdsteun voor haar. Ze had alles gemist vandaag. Julia keek nog even naar Said. “Ongelofelijk, jij hebt de grootmeester verslagen!”

Laat een reactie achter