K.S.C. PHILIDOR 1847

PHILIDOR I (FSB) WEET WEER WAT WINNEN IS

Door Siegbert de Jong

 

 

 

Na twee smadelijke nederlagen en een mager gelijkspel in de competitie stond Philidor afgelopen donderdag eindelijk weer eens aan de goede kant van de score. Het won in de tweede ronde van de FSB-bekercompetitie van WES.

 

In het restaurant waar wij in januari tegen WES speelden was op de avond voor onze wedstrijd corona uitgebroken. Dat wil zeggen: de beheerder had corona gekregen en er was geen vervanger beschikbaar. Het virus is er dus nog altijd. In allerijl moest WES nu een nieuwe locatie zien te vinden. Het werd hotel Van der Valk. Bij binnenkomst mochten wij kiezen tussen de ruimte waar de borden en stukken stonden opgesteld en de lounge van het hotel. Het werd de lounge, waar minder lawaai van de hotelgasten werd verwacht. Het bleek een goede keuze. In de oorspronkelijke ruimte werd het in de loop van de avond steeds drukker, terwijl wij in de lounge weinig tot geen last hadden van inkomende en uitgaande hotelgasten.

 

WES had gekozen voor een tactische opstelling: Jonkman van 1 naar 2, Van Dam van 2 naar 4 en Fabriek van 4 naar 1. Er zal wel over nagedacht zijn, maar zoiets blijft altijd riskant, vooral omdat de kleurverdeling van tevoren niet bekend is.

 

Zelf was ik als eerste klaar. Toen mijn tegenstander onder de witte druk uit wist te komen via de zet Lg7-h6, kwam er een dubbel toreneindspel op het bord en even later werd op mijn voorstel het punt gedeeld. Hette was intussen uitstekend uit de opening gekomen. Toen ik op een gegeven moment terugkwam na een onderonsje met mijn tegenstander in de wandelgangen, bleek hij opeens twee stukken achter te staan. Wat was er gebeurd? Hij had eerst zijn loper geofferd en daarna ook nog zijn paard. Analyse achteraf leerde dat het loperoffer nog wel correct was, maar het paardoffer niet. De witte koning werd nog wel naar h4 verjaagd, maar meer zat er voor Hette jammer genoeg niet in. Migchiel kwam langzaam maar zeker beter te staan. Uiteindelijk wist hij een toreneindspel van drie tegen vier op dezelfde vleugel te winnen. Maar dat mocht dan ook wel met zo’n vijfhonderd ratingpunten meer. Maarten en Fokke Jonkman hadden diezelfde middag nog in het FK 60+ gespeeld. Zij hadden de mogelijkheid gehad om een bye te krijgen, maar hadden daarvan afgezien. Zo zie je maar weer: hoe ouder, hoe fanatieker. Nu moesten zij tegen elkaar. Jonkman stond op een gegeven moment duidelijk gewonnen. Hij kon een stuk slaan op b4, maar verzuimde dit omdat hij dacht dat Maarten dan eeuwig schaak zou hebben. Dat was niet het geval. Hij ruilde de dames om in een eindspel met pluspion en gelijke lopers terecht te komen. Ook dit eindspel werd door zwart slecht behandeld, waardoor hij ogenschijnlijk in een verloren stelling terecht kwam. De grootste fout maakte hij echter door toen op te geven. Migchiel stond erbij en gaf onmiddellijk aan dat de stelling remise was. Hij wees er ook op dat de Amerikaanse grootmeester Shankland ooit dezelfde fout had gemaakt. Het zij Jonkman dus vergeven dat hij niet in de gaten had dat hij eenvoudig remise kon maken. Het ging zo ongeveer om de volgende stelling. (DIAGRAM). De positie van de koningen is misschien niet helemaal correct, maar het gaat om het idee. Zwart loopt met zijn koning naar c8 (of naar a8 als de loper van de diagonaal h2-b8 af gaat) en kan vandaar niet meer verjaagd worden op straffe van pat.

 

Zodoende hoefden wij gelukkig niet te vluggeren. Nu konden wij de laatste trein naar Leeuwarden nog halen, wat anders zeker niet zou zijn gelukt. Dan had Hette ons terug moeten brengen naar Leeuwarden. Bovendien zou Maarten bij het vluggeren meer last hebben gehad van zijn linkerhand dan bij een normaal speeltempo. Onze eerstvolgende tegenstander is nu DTK.

 

Geef een reactie