K.S.C. PHILIDOR 1847

PHILIDOR I (FSB) BLIJFT IN DE HOOFDKLASSE

Door Siegbert de Jong

Het was maandagavond omstreeks 23.15 uur. Een groot gejuich steeg op uit de speelzaal in Akkrum, waar de laatste gemeenschappelijke ronde in de hoofdklasse werd gehouden en waar Philidor 1 tegen Emanuel Lasker speelde, toen in de wedstrijd tussen Mid Fryslân en DTK de partij aan het tweede bord gewonnen werd door DTK. Het betekende – na een eerdere remise aan bord 3 – dat Mid Fryslân op z’n hoogst nog op 2 matchpunten en 2½ bordpunt zou kunnen komen. Zij zouden dan op 6 matchpunten en 12 bordpunten eindigen: evenveel als Philidor, wanneer wij met 0-4 zouden verliezen en daar zag het lange tijd wel naar uit. Maar omdat wij de onderlinge wedstrijd hadden gewonnen, betekende dit dat wij niet meer konden degraderen. Zo eindigde Philidor 1 net als vorig seizoen op een plek net boven de degradatiezone.

 

Geert opende de score met een verliespartij. Normaal zou ik zeggen dat hij als eerste verloor, maar volgens Geert “bracht hij het verlies van het team aan de gang”. Hij offerde al spoedig een pion. Normaal doen spelers dat om er iets mee te bereiken: ontwikkelingsvoorsprong, een mooi veld voor het paard, koningsaanval, open lijnen enz. Bij Geert speelde dat allemaal geen rol, hij speelt gewoon graag met een pion minder. Compensatie was er dus niet en zijn partij ging dan ook al gauw verloren.

Hette was in de Panov-variant van de Caro-Kann terecht gekomen. Toen de dames en alle lichte stukken van het bord waren verdwenen, hield hij een dubbel toreneindspel met elk vijf pionnen over. Maar de witte pionnenstelling zag eruit als een slecht gebit, waarin enkele tanden waren verdwenen. Hij moest dan ook het onderspit delven.

Migchiel beklaagde zich er na afloop van zijn partij over dat hij net als in eerdere partijen tegen Sikko Ros zijn voordeel had verspeeld. Het gebeurde nu opnieuw. Zijn mooie stelling werd om zeep geholpen door een reeks minder goede zetten. Hij kwam zodoende op een score van 4-7. Ieder van ons zou hier tevreden mee zijn geweest, maar voor een IM is dat natuurlijk niet bijzonder.

Bij de stand 0-3 was Maarten als enige van alle twintig partijen nog bezig tegen Rienk Sijbesma. Hij had in een eindspel van toren en gelijke lopers een pion minder. Zwart probeerde het lange tijd met onnavolgbare torenmanoeuvres, maar toen de torens waren geruild, zag hij van verdere winstpogingen af en bood remise aan. Het was dan ook al na twaalven. Maarten had zijn partij geopend met 1.d3. Wij kennen van hem 1.b3 of 1.e3. Het bleek dan ook om een vergissing te gaan, want hij wilde eigenlijk 1.b3 spelen. Een vingerfout dus. Ook Maarten zal ondanks dit gelijkspel niet erg tevreden zijn over zijn totaalscore. Af en toe moest hij bij een achterstand forceren om toch nog een of twee punten voor het team te bemachtigen, waardoor hij te veel risico moest nemen, maar ook in andere partijen werd vooral tegen het einde het een en ander weggegeven.

 

Onze laatste trein had Akkrum allang weer verlaten, maar gelukkig wilde Hette ons wel thuisbrengen.

Geef een reactie