
Dylan Roersma speelde aan het achtste bord. Hij is 13 jaar en het is hem niet kwalijk te nemen dat hij nog niet alle belangrijke partijen uit het verleden kent. Het grijze deel van het team moest bij het zien van de partij van Dylan direct denken aan het dubbele loperoffer van Lasker in de partij Lasker – Bauer uit 1889. Dylan kreeg eveneens een dubbel loperoffer om de oren, en dit zal hem niet weer overkomen.
Tim Krabbé schrijft over de Lasker – Bauer – combinatie dat schakers waarschijnlijk alleen met f2-f4 openen in de hoop ooit een dubbel loperoffer te kunnen uitvoeren. Peter Hendriks van SC Groningen kan tevreden zijn: het is hem gelukt. En hoewel de partijen veel op elkaar lijken, is er toch een groot verschil: Dylan had zich kunnen redden!

In de partij van Maarten werd het evenwicht nergens verbroken en dat gold ook voor de partij van Eelke: De eerste 14 zetten werd er niets geslagen, vervolgens kwam er een grote afruil op gang zodat er alleen zware stukken overbleven. Wit en zwart zetten vervolgens de d-lijn vol met die zware stukken en constateerden toen dat er een status-quo bereikt was. Wit moest op de d-lijn blijven om pion d4 te verdedigen en zwart moest op de d-lijn blijven om d4-d5 te verhinderen.
Dan de partij van Marcel.

Marcel (wit): “Hier kwam ik met het plan Td1 De4 Pd4 f4. Op zich een prima plan. Maar de engine geeft aan dat ik gerust op a7 had kunnen nemen. Ik vertrouwde Pf4 niet. Maar de engine ziet na Te1 dan helemaal geen probleem. Jammer.”

“Hier had ik rustig a3 moeten doen met een mooie plus. Mijn f4-f5 maakte de pionnen e5 en f5 zwak. Daarna was remise het hoogst haalbare.”

Oene over zijn partij:
Een afruil die niet plaatsvond betekende in hogere zin de nederlaag. Mijn tegenstander, Jan Balje, speelde het daarna bijna foutloos uit. “Hij heeft me geen enkele kans meer gegund. Kortom een terechte nederlaag tegen een vandaag betere tegenstander.”
De correcte chronologische volgorde is enigszins zoek, maar ik wilde het mooist voor het laatst bewaren.

Commentaar van Auke (zwart):
In deze stelling leek het nog wel een beetje, als zwart nu 25 Tc8 of Le7 gespeeld zou hebben. Na 25 Ld6 26. c4 Le7 27 Dg4 f5 28 Dxg7 staat wit beter. En na nog meer slechte zetten verloor zwart.
Simon:
“Ik kwam slecht uit de opening, want ik speelde erg snel a4 en daardoor kwam het veld b4 vrij en kon hij mijn paard pennen. Maar hij profiteerde er niet goed van en op een gegeven moment kwam ik zelfs een stukje beter te staan. Maar om dat voordeel te houden moest ik de spanning handhaven. Maar daar dacht ik niet een aan, want de stelling was zo chaotisch dat ik eigenlijk automatisch de centrumpionnen ruilde. En toen stond het ongeveer gelijk. We ruilden de lopers en een stel torens en toen kwamen we in een heel moeilijk toreneindspel dat beter voor mij was: +1.2 De computer zei achteraf dat ik mijn damevleugelpionnen moest laten slaan en dat ik met mijn koning, centrumpionnen en toren door het midden moest beuken. Maar dat gebeurde niet en uiteindelijk werd het remise.”
Tot slot het enige volle punt…