K.S.C. PHILIDOR 1847

Mid-Fryslân 1½-2½

DRAMA

Door Eelke Heidinga

10-03-20 Philidor 2 1952 Mid Fryslan 1 1742
1. Rein de Boer 1999 Erwin Koning 1808 0 1
2. Oene Schriemer 1991 Sipke de Schiffart 1797 0 1
3. Eelke Heidinga 1898 Peter Koning 1816 1 0
4. Egbert Wind 1919 Femke Koning 1546 ½ ½

 

Observaties vanaf bord 3. Ik had zwart en zag dus links en rechts van mij twee witpartijen.  Op beide borden stond wit halverwege de avond majestueus. Egbert op 4 begon een vette aanval met f- en g-pion en won daarbij een paard. Dat ging helemaal goed komen! Oene op 2 begon een vette aanval met f- en g-pion en nam zwart in een pythonachtige omklemming. Ik achtte de kans op winst ongeveer 100%. Want we kennen Oene: als hij beet heeft laat hij niet meer los. Zie ook dit tamelijk recente verslag.

Rein op 1 had een mooie vechtstelling die alle kanten op kon, hij stond zeker niet minder.

Mijn bord begon met dezelfde opening als op bord 1, en ook hier een dynamische vechtstelling. Wit ontwikkelde wel een vervelende druk, hetgeen uitmondde in pionverlies. Ik moest stevig in de touwen hangen.

Maar hé: mijn inschatting was dat de andere boys wel 2½ punt zouden halen. Het ging goed komen!

Het eerste stofje in de machine kwam op bord 4. Egbert met zijn machtige aanval en een paard voor offerde het paard terug om daarmee een onweerstaanbare mataanval te krijgen. Nu kan een mataanval nog vrij lastig zijn om  goed af te ronden, zie ook dit tamelijk recente verslag. En helaas: het bleek toch niet helemaal mat te lopen, zodat zwart kon ontsnappen met eeuwig schaak.

Maar hé: nog niks aan de hand. Oene stond nog steeds als een vorst, Rein gelijk, dus ik kreeg een briljante ingeving en bood remise aan. Zo halen we ook 2½ punt. Mijn tegenstander, Peter Koning, overlegde met zijn captain, bestudeerde alle stellingen en zei: “ik speel nog even verder.” En daarna sprak hij de profetische woorden: “zoals wel vaker ga ik hier waarschijnlijk spijt van krijgen.”

Vervolgens gebeurde het ondenkbare. Want is het denkbaar dat een Oene in topvorm, de ongenaakbare Schriemer, een zo vreselijk kansrijke stelling verliest? Niemand die dat denkbaar achtte. Toch gebeurde het ondenkbare. De witte aanval sloeg niet door, zwart nam het heft in handen en ontketende een venijnige tegenaanval die doorsloeg.

Maar hé: niks aan de hand! De stellingen op borden 1 en 3 zijn toch dynamisch, inhoudsrijk en kansvol?  Rein kwam in een eindspel met sterk paard tegen zwakke loper, of zwak paard tegen sterke loper. Ik weet altijd pas welk stuk sterk is als iemand me dat uitlegt. Zo te zien had Rein de zwakke loper, want in het eindspel gingen er een paar pionnen af en dat kon de zwarte stelling niet hebben.

Aan bord 3 een bekend recept: de eerste 20 zetten gaan in 3½ uur en de volgende 20 zetten gaan in 5 minuten. Zwart had inmiddels een soort fort gebouwd, de stelling was gelijk. Toen overspeelde wit zijn hand, meende te kunnen doorbreken op de koningsvleugel (een beelddenker ziet nu onmiddellijk mijn tegenstander als een engel) maar werd verrast door een kwaliteitsoffer in het centrum waardoor de witte koning ten onderging in een vuurwerk van dame, toren en paard. Toch een leuke winst, maar niet voldoende voor de wedstrijd.

Maar hé: aan de bar na afloop was het ouderwets gezellig met gerstenat en bitterballen en goede gesprekken. En veel liefde, dat spreekt.

 

Geef een reactie