Tegen het vierde viertal van Mid-Fryslân kwam het vierde garnituur van Koninklijke Schaakclub Philidor, sedert 12 november 1847, geen moment in de problemen.
Het scenario begon zoals enkele weken eerder in de eerste ronde van de derde klasse van de FSB. Othman ging achter het vierde bord voor de troepen uit door genadeloos toe te slaan toen zijn tegenstander op de vijftiende zet schaakmat toeliet. Er was nog geen uur verstreken.
Aan het tweede bord stond Wiebe toen al drie pionnen voor. Na 10. …Db6 speelde zijn tegenstander doodgemoedereerd 11. b3, te laat beseffend dat de hele diagonaal open lag en Wiebe dus met 11. …Pxe4 een gratis pion kon pakken met een dubbele aanval op f2 en a1. De witspeler koos voor het redden van zijn toren ten koste van nog twee pionnen op f2 en g3, maar in de nazit bleek dat de deal eigenlijk helemaal niet zo gunstig was voor Wiebe: 11. …Pxe4 12. Pxe4 Lxa1 13. Le3 (valt de dame aan) en 14. Dxa1.
Dat gebeurde in de partij echter niet. Wiebe kon rustig een voor een de stukken afruilen en won ook nog eens een kwaliteit. Na nog even wat doorgeschoven te hebben gaf zijn tegenstander zich toch gewonnen: 2-0.
Wim speelde aan het eerste bord zoals altijd met ijzeren geduld. Hij won uiteindelijk een pion en toen zijn tegenstander zijn koning in een paardvork zette, wat hem een volle toren zou kosten, gaf die op.
Jeppe kwam aan bord 3 in een ingewikkelde stelling terecht waar van alles in stond, hij een dame dreigde te winnen, maar toch een paard achter kwam. Zijn tegenstandster zette pardoes een toren in, maar Jeppe versmaadde de kwaliteitswinst ten gunste van een mogelijke matwending. Die zette niet door en toen hij over het hoofd zag dat zijn overgebleven paard in stond, moest hij toch opgeven.
Met deze overwinning nestelde Philidor 4 zich aan kop, met een half bordpuntje meer dan nummer 2 Westergoo 2. Over twee weken is de onderlinge confrontatie tussen de twee koplopers in Zaal Enzo.